Deze vraag is van speciale betekenis voor Christenen, omdat "Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe". (Romeinen 8:9) Jezus Christus beloofde dat ware Christenen Gods Geest zouden ontvangen, zodat zij hulp kregen om zonde te overwinnen en hen zou leiden in alle waarheid: "En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven..... Hij blijft bij u en zal in u zijn..... die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb". (Johannes 14:16-17, 26)

Om de vraag op de juiste manier te beantwoorden moeten wij eerst kijken hoe wij Gods Heilige Geest ontvangen. De uitleg van de Apostel Petrus was eenvoudig, direct en diepgaand: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen". (Handelingen 2:38) Bekeren betekent "omkeren" van de weg van zelfzucht en eigenwijsheid en de andere kant opgaan - Gods weg. Bekering is een diepgaande verandering van rebellie tegen Gods instructie naar onvoorwaardelijke overgave aan God.

Een echt bekeerde persoon zal verlangen om te leven naar "alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat". (Matteüs 4:4) De Bijbel vereist, dat iemand die zich bekeerd heeft, daarna gedoopt moet worden. Dit belangrijke vereiste weerspiegelt het bekeerde innerlijke geloof van de persoon in Christus' offer en opstanding en onderwerping aan het ware Evangelie van het Koninkrijk van God. (Romeinen 6)

Dit werpt een belangrijk verwant punt op: kan een zuigeling de vrije en rationele keuze maken en verandering van hart ondergaan, dat aan de doop voorafgaat?

Natuurlijk niet! Net zo goed als een doop van een volwassene geen waarde heeft tenzij hij of zij tot oprechte bekering is gekomen, zo is een jong kind zeker niet in staat om het geloof en de bekering, die de Bijbel vereist, bij elkaar te brengen.

Na de doop ontvangt men Gods Geest door de handoplegging. (Handelingen 8:17) Gods Geest laat de Christen toe om "in nieuwheid des levens te wandelen". (Romeinen 6:4) Maar wat betekent dat? De Apostel Paulus legt uit dat "de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is". (Romeinen 5:5)

Inderdaad, deze bovennatuurlijke, goddelijke liefde wordt beschreven als de vrucht van Gods Geest, die overvloedig is in het leven van ware Christenen. (Galaten 5:22-23) De Apostel Johannes legt uit hoe deze liefde zichtbaar wordt: "dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren". (1 Johannes 5:3) inderdaad, door Gods Geest in hem groeit een Christen om meer in staat te zijn Gods geboden te houden.

Zoals Johannes schreef: "En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen:indien wij zijn geboden bewaren..... maar wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt. Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem zijn". (1 Johannes 2:3-5) Zelfs veel directer zegt hij: "En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan onderkennen wij, dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft". (1 Johannes 3:24)

De geboden brengen liefde tot God en liefde tot de naaste tot uitdrukking. (Matteüs 22:37-40) Jezus zei: "Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander". (Johannes 13:35) Johannes weidt hierover uit: "Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven [door het ontvangen van Gods Geest] omdat wij de broeders liefhebben". (1 Johannes 3:14) dergelijke liefde wordt getoond, niet door slechts het beste te wensen, maar door echte daden. (v. 18-19)

Deze liefde wordt dieper naarmate men meer groeit, zoals Jezus Christus door de inwoning van Gods Geest en de ware natuur van de Godheid in ons gevormd wordt! (Filippenzen 2:5; Galaten 4:19)

Zo weten wij dat Gods Geest in ons woont en werkt en ons voorbereidt op eeuwig leven in het Koninkrijk van God!