• Wat was het doel van het visioen, dat God aan de Apostel Petrus gaf?
  • Liet God zien dat Hij het vlees, waarvan Hij voorheen zei dat het "onrein" was, nu "rein" had gemaakt?
  • Of was er een ander doel voor dit visioen?

Een belangrijke sleutel om de Schriftgedeelten te begrijpen is om de verzen in samenhang te onderzoeken, wat de historische achtergrond kan omvatten, alsook de beschrijving. De historische achtergrond van Handelingen 10 is de nieuwtestamentische Kerk in de zeer vroege jaren van haar bestaan. De Apostelen begonnen de grote opdracht, die Jezus hen gegeven had uit te dragen; om discipelen te maken uit alle volken en het Evangelie te prediken aan iedereen. (Matteüs 28:18-20) Op het moment van Petrus' visioen stond deze opdracht op het punt om, als nooit tevoren, te worden verspreid onder de Heidenen.

Vanaf de tijd van de Exodus - vele eeuwen tevoren - wilden religieus belijdende Joden niets te maken hebben met de Heidenen. In tegenstelling tot de Joden waren de Heidenen niet besneden. Heidenen namen de geboden en statuten van de God van Israël niet in acht en zij vereerden de God van Israël niet. Heidenen werden als "onrein" beschouwd en Joden gingen niet met hen om.

Neemt U nu de samenhang van het visioen van Petrus in overweging. In Handelingen 8 leidde God Filippus om een Ethiopisch eunuch te dopen - een Heiden. Dan volgt een beschrijving van Sauls bekering. Saul, die Paulus zou worden, de Apostel voor de Heidenen.

Vervolgens werd in Handelingen 10 aan een Heiden, Cornelius genaamd een visioen gegeven, die hem inspireerde om contact op te nemen met Simon Petrus. (Handelingen 10:1-8) Binnen korte tijd werd ook een visioen aan Petrus gegeven. Petrus zag een groot kleed, gevuld met zowel reine als onreine dieren, die uit de hemel werd neergelaten. Hem werd gezegd deze te doden en op te eten Dit gebeurde drie keer. Petrus protesteerde en zei dat hij nooit iets onrein had gegeten. (Handelingen 10:11-14) Hij vatte het visioen niet op als de bedoeling dat hij nu onrein vlees kon eten; integendeel, hij vroeg zich af wat de bedoeling van het visioen was. (Handelingen 10:17-19)

De betekenis van het visioen werd duidelijk gemaakt door wat er vervolgens gebeurde. Petrus ontving de mannen, die Cornelius had gezonden als gasten en gaf hun een nacht onderdak. (Handelingen 10:23) De volgende dag reisde Petrus en enkele broeders met deze mannen van Joppe naar Caesarea om Cornelius samen met zijn familie en vrienden te ontmoeten. Na de ontmoeting met deze Heidenen riep Petrus uit, "Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig". (Handelingen 10:34-35)

Tijdens dit bezoek ontvingen Cornelius en zijn huisgezin Gods Heilige Geest. (Handelingen 10:44) Petrus, die eerder afstand had gehouden van de Heidenen moest nu erkennen, dat God inderdaad werkte met Heidenen en Petrus begreep dat hij een verantwoordelijkheid had om deze Heidenen te dopen.

Nieuws over deze mijlpaal verspreidde zich snel naar de andere Apostelen en naar de broeders in Judea. Het was "groot nieuws", dat Heidenen ook het woord van God hadden ontvangen. (Handelingen 11:1) Toch was er een tijdje nog enige controverse. Toen Petrus Jeruzalem bezocht uitten sommige hun bezwaar, dat hij niet alleen omging met hen, maar daadwerkelijk met hen gegeten had, de onbesneden Heidenen - die onder de Joodse wet als "onrein" werden beschouwd. Petrus legde toen aan deze critici het visioen uit, dat hij had ontvangen en de gebeurtenissen die daarop volgden en openbaarde de betekenis van het laken met de onreine dieren.

Petrus eindigde, "als God dan aan hen [de Heidenen] dezelfde gave gegeven heeft als aan ons [Israël] die in de Heere Jezus Christus geloven, wie was ik dan dat ik bij machte zou zijn God tegen te houden"? En toen zij dit hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: "zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt". (Handelingen 11:17-18)

Dit was de reden voor en betekenis van het visioen van de Apostel Petrus. Zo begreep hij het. Zijn inzicht werd gedeeld met de andere Christenen, die zijn beschrijving hoorden van wat er gebeurd was. Het visioen openbaarde niet dat onrein vlees nu gegeten kon worden; het openbaarde, dat de Heidenen - eerder beschouwd als "onrein" door de Joden - nu behoud verleend werd door de God van Israël.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt U het artikel lezen: Wilt U Dat Werkelijk Eten?