Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “Can a Christian have an out-of-body experience” (Q&A), verschenen in het Tomorrow’s World magazine van september-oktober 2016.

Vraag: Sommige mensen geloven dat de ziel of geest van een mens zich kan afscheiden van het lichaam en naar vergelegen plaatsen buiten het bereik van het lichaam kan reizen. Dit is niet slechts een idee van de New Age of uit de oosterse religie; zelfs sommigen die zich christenen noemen, geloven in astrale projectie of buitenlichamelijke ervaringen. Leert de Bijbel in 2 Korinthe 12:2-4 dat de ziel of geest van een mens buiten het lichaam werkzaam kan zijn?

Antwoord: Veel mensen hebben verhalen verteld over een buitenlichamelijke ervaring die zij hebben gehad tijdens een operatie, of over het beoefenen van astrale projectie (waarin de ziel naar men zegt naar verre oorden reist, terwijl het lichaam achterblijft). Beschreef de apostel Paulus een soortgelijke ervaring? Het antwoord kan u verrassen!

In 2 Korintiërs 12:2-4 beschreef Paulus, net als in de twee voorgaande hoofdstukken, zijn eigen ervaringen als dienaar van het ware Evangelie. Hij schreef: “Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.”

Het is belangrijk op te merken dat Paulus in het voorgaande vers (v.1) verklaarde dat hij “… op verschijningen en openbaringen van de Heere [zal komen].” Het woord vertaald als “verschijningen” is het meervoud van het Griekse optasia, wat betekent een gezicht of visioen gepresenteerd aan iemand die in slaap of wakker is. Het woord vertaald als “openbaringen” is het meervoud van het Griekse apokalupsis, wat betekent blootlegging, een onthulling van waarheid, instructie met betrekking tot dingen die voorheen onbekend waren. In deze verzen erkent Paulus dat hij het niet heeft over puur fysieke ervaringen.

Maar beschreef Paulus een buitenlichamelijke ervaring? Hij vertelt ons dat zijn fysieke ervaring zo intens was dat hij niet kon zeggen of het louter een visioen in zijn geest was, of dat hij inderdaad naar de hemel was opgenomen. Hoewel Paulus duidelijk sprak over verschijningen of visioenen in het begin van 2 Korinthe 12, was dit bijzondere visioen zo echt dat hij niet in staat was uit te leggen wat er gebeurd was, behalve dat hij het gevoel had gehad alsof hij buiten het lichaam was geweest. Paulus trok hieruit echter niet zijn eigen conclusie. Hij zei duidelijk – tweemaal – dat alleen “God [niet Paulus]” de aard van zijn spirituele visioen van het Paradijs “weet”. Zij die willen beweren dat de Bijbel beslist verklaart dat Paulus een “buitenlichamelijke ervaring” had, zijn veel dogmatischer dan Paulus zelf.

Een andere soortgelijke passage kan ons helpen Paulus’ woordgebruik in het juiste kader te plaatsen. Hij schreef aan de Kolossenzen: “Want al ben ik lichamelijk afwezig, toch ben ik in de geest bij u” (Kolossenzen 2:5). Bedoelde Paulus de Kolossenzen te vertellen dat hij zijn lichaam had verlaten om bij hen te zijn? Natuurlijk niet!

De Schrift helpt ons voor een deel te begrijpen wat Paulus’ visioen niet was. De apostel Johannes beschrijft de woorden van Jezus: “En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is” (Johannes 3:13). Hoewel Jezus die woorden sprak voor Zijn opstanding, bevestigde de apostel Petrus later dat ze ook na Zijn opstanding nog waar zijn, verwijzend naar het graf van Koning David als een voorbeeld van het unicum van Jezus’ hemelvaart (Handelingen 2:29, 34). Nee, Paulus beleefde een verschijning verwant aan de verschijning zoals verteld in Mattheüs 17:1-9. Het woord dat Jezus in die passage gebruikt voor “wat u gezien hebt” (v. 9) [“gezicht”, SV en NBG-vert. 1951] is horama – een (ge)zicht dat goddelijk verleend is in een extase of in een slaap. Herinner u dat, toen de discipelen deze ervaring hadden, noch Mozes noch Elia naar de hemel waren opgevaren. Net als Paulus’ ervaring was dit duidelijk een visioen en geen mystiek bezoek van twee dode mensen!

Daarom kunnen we begrijpen dat, net zoals Petrus, Jakobus en Johannes niet werkelijk opgestegen waren naar de hemel tijdens hun visioen van de van gedaante veranderde Jezus met Mozes en Elia, Paulus niet is opgevaren naar de hemel. Evenzo kunnen mensen vandaag de dag het gevoel hebben dat ze een buitenlichamelijke ervaring hebben gehad die hun heel echt leek, maar de Bijbel laat zien dat ze het mis hebben.