Zeker, God behoudt Zichzelf het voorrecht voor om genade te schenken aan wie Hij wil (Romeinen 9:18). Maar de ontnuchterende waarheid is dat zonde – het breken van Gods wet – ons wel degelijk van God afsnijdt! De profeet Jesaja schrijft: “Maar uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort” (Jesaja 59:2). Maar wat kunnen we dan doen, aangezien alle mensen gezondigd hebben (Romeinen 3:23)? Let op het antwoord van de profeet Jesaja: “Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig” (Jesaja 55:6-7).

Om God te laten reageren op onze gebeden, moeten we Hem zoeken door ons af te keren van zonde. Zonde is het breken van Gods geestelijke wetten, de Tien Geboden (1 Johannes 3:4). Omdat de zinnelijke mens niet onderworpen is aan Gods heilige en rechtvaardige wetten, ervaren christenen vaak een innerlijke strijd (Romeinen 8:7). De apostel Paulus beschrijft deze strijd door uit te roepen: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?” (Romeinen 7:24). Het antwoord is “… door Jezus Christus, onze Heere!” (v. 25).

Als we berouw hebben, draaien we 180 graden om en kijken naar God. Bij berouw komt er walging tegen zonde en een hartverscheurende verandering van geestesgesteldheid. Door Gods genade zien berouwvolle personen hun hulpeloosheid en onontkoombare behoefte aan geloof in Jezus Christus. Dat geloof in Christus en Zijn vergoten bloed zuivert het geweten van dode werken (Hebreeën 9:11-14), waardoor rechtstreeks contact met de Vader voor ons ontsloten wordt.

“Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees, en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God, laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water” (Hebreeën 10:19-22).

Echt berouw betekent totale overgave aan Jezus Christus – berouw hebben van zowel gedachten als daden! Men moet Jezus Christus werkelijk accepteren als persoonlijke Verlosser, Heer, Meester en spoedig komende Koning. Iemand moet Jezus wil, niet zijn eigen wil, tot prioriteit in het leven maken. Iemand moet Zijn wegen en Zijn gedachten zoeken, en anderen dienen in plaats van ernaar te streven zichzelf te dienen.

Hebt u de juiste houding?

God reageert op de gebeden van hen die Hem werkelijk zoeken, berouw hebben van hun zonden en zich tot Zijn weg keren! Zij die rebelleren, God negeren en nooit veranderen, zullen gewoonweg niet verhoord worden! Hun zonden vormen een barrière en snijden hen af van God. Maar een echt berouwvolle houding beweegt God om te horen (Psalm 34:16, 18). God zegt: “… Maar Ik zal zien op deze, op de ellendige en verslagene van geest, en wie voor Mijn woord beeft” (Jesaja 66:2). Als we in nederigheid van geest en met berouw dicht bij God komen, zal Hij dicht bij ons komen (Jakobus 4:7-8). Wonderen van goddelijke interventie zullen plaatsvinden. We zullen antwoorden ontvangen op gebed. Waarom? Let op het geïnspireerde antwoord: “en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is” (1 Johannes 3:22).

Zondigen Christenen nog steeds – zelfs na bekering? Ja! “Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons” (1 Johannes 1:8). Maar God kijkt naar het hart om de intentie te zien. Vóór bekering is het hart verhard in misleiding en opstandigheid tegen God. Na bekering zondigen de meeste christenen uit zwakte of achteloosheid. Maar gevoeligheid voor zonde, en het daaruit voortvloeiende schuld, beweegt de groeiende christen het tot God uit te roepen om vergeving en kracht om te overwinnen. Veel Bijbelverzen leggen uit dat bekering een groeiproces  ̶ 2 Petrus 3:18 zegt: “Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus …”.

Maar snijdt deze zonde na bekering ons van God af, zoals voorheen? Onze gebeden kunnen worden belemmerd als we geen berouw hebben van onze zonden (b.v. 1 Petrus 3:7). Maar “Als wij onze zonden belijden: Hij [Jezus Christus] is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). Als we berouw hebben van zonde en ons overgeven aan God, kunnen en zullen  onze gebeden verhoord worden!