Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “A Purposeful Existence” van Gerald Weston, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van november-december 2015.


Toen Charles Darwin zijn thesis Over de oorsprong van de soorten schreef, opende dit de deur naar het geloof in een doelloos bestaan. Wegens Darwins theorie mag het geen verbazing wekken dat zoveel mensen tegenwoordig leven met geen grotere verwachting en hoop dan gelukkig te zijn alvorens voor altijd op te houden met bestaan!

Als het leven een toevallige en tijdelijke uitbarsting is tussen eeuwigheden van niets, waarom zou iets ook maar er dan toe doen? Druggebruik, geweld, perversie, alle vormen van egoïsme – als niets blijft bestaan, als niets permanent is, als niets een werkelijke betekenis heeft, waarom zou het dan iets uitmaken wat iemand doet?

De apostel Paulus begreep de consequenties van zo’n nutteloze en kortzichtige wereldbeschouwing toen hij in 1 Korinthe 15:32 schreef: “Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde beesten heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij.

Eén feit staat vast: als Darwin en zijn volgelingen gelijk hebben, kan het leven geen permanente, blijvende betekenis hebben! Aan de andere kant, als Darwin ongelijk had en er een werkelijke Schepper-God is, dan moeten we het transcendente doel dat de Schepper met ons heeft ontdekken.

In dit artikel zullen we kort één aspect bespreken waarin Darwins theorie niet klopt, aantonen hoe die theorie berust op een seculiere [wereldlijke] religie die de wereldbeschouwing van de mens heeft veranderd en in het kort laten zien dat de Bijbel het thema doel behandelt. Ja, wij zijn het resultaat van een doelbewuste schepping – en kennis van dat doel kan uw leven veranderen op manieren waartoe Darwins theorie niet in staat is.

Het is belangrijk om eerst te verhelderen wat er wordt bedoeld met darwinisme. De theorie van Charles Darwin opende de deur naar het geloof in een doelloos universum dat door toeval bestaat en zich ontwikkelt. Mettertijd echter kwamen de wetenschappers tot het besef dat sommige van de elementen en verklaringen van Darwins ideeën tekortschieten. Dus termen zoals neodarwinisme en moderne (evolutionaire) synthese worden nu gebruikt om te verklaren hoe wetenschappers hun kijk op Darwins oorspronkelijke theorie hebben veranderd. Maar het hoofdkenmerk is hetzelfde: al het leven is, ook volgens deze theorieën, het resultaat van naturalisme, d.w.z. natuurlijke processen los van enige bron van buitenaf. Of anders gezegd, God of intelligentie kunnen zelfs niet in aanmerking worden genomen als de oorzaak van het leven.

Eén probleem met het idee van evolutie is het gebrek aan bewijs. Vreemd genoeg hebben de meeste mensen nooit over deze mogelijkheid nagedacht en geloven zij blindelings dat de wetenschap een overvloed aan onomstotelijk bewijs in handen heeft! Per slot van rekening hebben we allemaal die evolutiebomen in wetenschappelijke boeken gezien, die de ontwikkeling van de ene soort van leven uit de andere tonen. En dan zijn er de afbeeldingen van mythische overgangsfiguren tussen reptielen en vogels. Maar dat is nu precies het probleem: dit zijn mythische figuren en mythische levensbomen! De feiten vertellen een heel ander verhaal.

Toon me de missing links!

De term evolutie betekent dat iets stapsgewijs verandert. Wil het ene soort schepsel evolueren in een ander soort schepsel, dan moeten er vele stapsgewijze veranderingen plaatsvinden. Dit betekent dat er talloze fossiele tussenvormen zouden moeten zijn die gemakkelijk gevonden zouden moeten kunnen worden. Dit is echter niet het geval. Michael Denton zegt over het gebrek aan fossiel bewijs: “Maar als door deze theorie ontelbare overgangsvormen moeten hebben bestaan, waarom vinden we die dan niet in talloze aantallen ingebed in de aardkorst?” (Denton, Evolution: A Theory in Crisis [Evolutie: Een theorie in crisis], p. 157). Bijvoorbeeld, walvissen worden gezien als geëvolueerd uit een of ander onbekend landzoogdier, maar hoe heeft dit precies plaatsgevonden? Denton geeft een verkorte lijst van aanpassingen die moeten hebben plaatsgehad om dit te laten gebeuren:

“Aanpassingen van de voorpoten, de evolutie van staartvinnen, de stroomlijning, de verkleining van de achterpoten, aanpassingen van de schedel om de neusgaten naar de bovenkant van de kop over te brengen, aanpassingen van de luchtpijp, aanpassingen van de gedragspatronen, gespecialiseerde tepels zodat de jongen onder water gevoed kunnen worden (een complete lijst zou enorm lang zijn) – men is geneigd te denken in termen van mogelijk honderden of zelfs duizenden overgangssoorten op het meest directe pad tussen een hypothetische voorouder op het land en de algemene voorouder van de moderne walvissen” (Denton, p. 174).

Frappant is dat ook het mythische landdier zelf waaruit walvissen naar verluidt evolueerden onbekend is en niet in het fossielenarchief te vinden is, laat staan de honderden overgangsvormen. Hetzelfde scenario zou moeten gelden voor reptielen en vogels, vissen en landdieren, of wat dat aangaat, voor elke verandering van de ene soort in een andere; maar feit is: er zijn geen overgangsvormen! De zeer zeldzame vermeende voorbeelden die in studieboeken worden gegeven zijn precies dat: vermeende voorbeelden. Paleontologen zoeken al decennia lang naar de missing link [ontbrekende schakel] tussen de moderne mensheid en de meer primitieve primaten. Wetenschappers erkennen dat deze veronderstelde link niet langer bestaat als levende soort, maar deze link is ook niet in het fossielenarchief te vinden! Er zijn vele fossielen van primaten, maar geen spoor van overgangsvormen of tussenvormen tussen ons en onze veronderstelde voorouders. Maar wil de evolutie waar zijn, dan zouden er zoveel tussenstappen moeten zijn dat het de logica tart om te geloven in de evolutie van aap tot mens wanneer die overgangsvormen er simpelweg niet zijn!

 

“De afwezigheid van tussenvormen was in 1860, hoewel ongunstig, niet fataal, want het was redelijk te hopen dat vele uiteindelijk zouden worden gevonden naarmate de geologische activiteiten zouden toenemen. … Van de honderdduizenden fossiele soorten die vandaag bekend zijn, was slechts een kleine fractie bekend aan Darwin. Maar nagenoeg alle nieuwe fossiele soorten die sinds Darwins tijd ontdekt zijn, zijn ofwel nauw verwant aan bekende vormen of, zoals de Paganaphora’s, vreemde unieke typen van onbekende verwantschap” (Denton, pp. 160-161).

Denton schrijft ook:

“Het algemene beeld van het leven op Aarde van vandaag is zo onregelmatig, de kloven tussen de verschillende soorten zo duidelijk, dat, zoals Steven Stanley ons er in zijn recente boek Macroevolution [Macro-evolutie] aan herinnert, als onze biologiekennis tot deze momenteel op Aarde bestaande soorten was beperkt, ‘we ons zouden kunnen afvragen of de evolutieleer zich wel zou kunnen kwalificren als meer dan een uitzinnige hypothese’. Zonder tussentijdse of overgangsvormen om de enorme kloven te overbruggen die bestaande soorten en groepen van organismen van elkaar scheiden, zou het idee van evolutie nooit als wetenschappelijke hypothese serieus kunnen worden genomen” (Denton, pp. 157-158).

Voor de goede orde, Steven Stanley is paleontoloog en evolutiebioloog, maar hij staat niet alleen in zijn erkenning dat er een probleem is met het bewijsmateriaal. Michael Ruse is een bekende filosoof, evolutionist en zelferkende agnosticus. “In 1981 getuigde Ruse in een zaak waarin een rechter in Arkansas besliste dat scheppingswetenschap – die de staat had getracht op scholen in te voeren – geen geldige wetenschap was, maar een ongrondwettelijke poging in de klas godsdienst te onderwijzen. Het Hooggerechtshof handhaafde de beslissing in 1987” (The Boston Globe, “Evolutionary War [Evolutionaire oorlog]”, 1 mei, 2005).

Wetenschap of religie?

Ruse echter herzag enige jaren later zijn opinie aangaande de kracht van evolutie. Eind maart 1992 nodigde Philip Johnson, hoogleraar rechten aan de University of California, Ruse uit om deel te nemen aan wat bekend werd als het Darwinisme Symposium aan de Southern Methodist University. Johnson had zich na het lezen van het boek van Michael Denton bekeerd tot het idee dat de evolutieleer een gebrekkige theorie is, en hij is een belangrijke figuur in het debat geworden. Ruse, die een tamelijk redelijke man lijkt te zijn, verwelkomde de gelegenheid om de kwestie op academisch niveau en op beschaafde wijze te bespreken.

Johnsons bijdrage aan het debat was het feit te belichten dat de evolutiewetenschap niet een geheel objectieve wetenschap is, maar is gebaseerd op naturalisme: “een filosofie die ‘veronderstelt dat het gehele rijk van de natuur een gesloten systeem is van materiële oorzaken en gevolgen dat niet door iets van “buitenaf” kan worden beïnvloed’” (Woodward, Doubts About Darwin [Twijfels over Darwin], p. 95).

De beschaafde discussie tussen Johnson, Ruse en de andere deelnemers had een schokeffect. Een jaar later gaf Ruse op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for the Advancement of Science [Amerikaanse vereniging voor de bevordering van wetenschap] (AAAS) in Boston een presentatie op een seminar met als thema The New Antievolutionism [Het nieuwe anti-evolutionisme]”, dat was georganiseerd om de opkomende Intelligent Design [ontwerp] beweging uit te dagen. De reden van zijn toespraak was om het groeiende probleem Philip Johnson aan te pakken. Hij begon met een bespreking van Johnsons boek, maar wat volgde was niet wat sommigen wilden horen.

“Ruse liet zijn gehoor abrupt schrikken door te zeggen dat hij in de afgelopen jaren de kwestie van de filosofische grondslagen had overdacht en dat hij na zijn deelname aan het symposium op een cruciaal punt van gedachten was veranderd: ‘Ik moet bekennen, in de tien jaar sinds ik ben opgetreden of verschenen in het proces over creationisme in Arkansas, ik moet zeggen dat ik zelf tot een dergelijke positie ben gekomen.’ Wat voor positie? Ruse verklaarde dat academici in het bijzonder ‘zeker zouden moeten erkennen dat de natuurwetenschap, zowel historisch als wellicht filosofisch, van haar kant zekere metafysische veronderstellingen in het wetenschappelijk bezig zijn heeft ingebouwd, die – het is misschien niet goed dit in een gerechtshof toe te geven – maar ik denk dat in alle eerlijkheid … wij moeten [dit] erkennen’” (ibid., p. 147).

Verder zei Ruse:

“… voor veel evolutionisten heeft evolutie gefunctioneerd als iets met elementen die, laten we zeggen, onafscheidelijk verbonden zijn met een seculiere religie.” Maar hij was nog niet klaar want hij vervolgde: “evolutie, verwant aan religie, betekent het uitgaan van zekere a priori of metafysische aannames, die op een bepaald niveau niet empirisch [door zintuiglijke waarneming] kunnen worden bewezen. … En ik denk dat de manier om met creationisme om te gaan, maar ook de manier om met evolutie om te gaan, is deze feiten niet te ontkennen, maar ze te erkennen, en te zien waar we kunnen komen als we vandaar verder gaan” (ibid.).

Microbioloog Michael Behe was een andere bekeerling van Denton. In de populaire video Unlocking the Mysteries of Life [Het ontsluiten van de mysteries van het leven] verklaarde Behe dat hij vele jaren had aangenomen dat evolutie waar was, maar, toen hij Dentons boek las, besefte dat er “heel lastige problemen voor de darwinistische evolutie waren waarover ik nooit had nagedacht en waarvoor niemand in al mijn onderzoek dat tot mijn Ph.D. [doctorstitel] leidde de moeite had genomen ze te noemen. … Ik erkende onmiddellijk dat het inderdaad lastige problemen waren en ik werd boos dat niemand deze naar voren had gebracht. Ik had het gevoel dat ik om de tuin was geleid naar een conclusie die niet werkelijk de bewijskrachtige steun had die ik dacht dat deze had.”

Het fossielenarchief is naar de achtergrond gedrongen voor zelfs nog grotere uitdagingen waar de evolutietheorie vanuit de microbiologie voor staat, maar het fossielenarchief blijft nog steeds een enorm probleem voor evolutietheorieën. Darwin kon 150 jaar geleden misschien nog geëxcuseerd worden voor het opstellen van zijn hypothesen ondanks het gebrek aan fossiel bewijs, maar het is vandaag evident dat geen van de tienduizenden, of zelfs miljoenen tussenvormen (missing links) zijn of zullen worden gevonden. Ze zijn er eenvoudig niet!

Een doel voor het leven

Dus wat is Darwins bijdrage aan de wereld? Darwins nalatenschap en die van zijn volgelingen die zijn theorie blijven bijstellen is een doelloos bestaan.

“Het was omdat de darwinistische theorie de verbinding van de mens met God verbrak en hem op drift liet in een kosmos zonder doel of bestemming, dat zijn invloed zo fundamenteel was. Geen enkele andere intellectuele revolutie in de moderne tijd … heeft de manier waarop de mensen zichzelf en hun plaats in het universum zien zo diepgaand beïnvloed. … Het idee heeft zijn uitwerking gehad op elk aspect van het moderne denken; en geen enkele andere theorie heeft in recente tijden meer gedaan om vorm te geven aan de manier waarop wij onszelf zien en onze relatie met de wereld om ons heen. … De triomf van de evolutie betekende het einde van het traditionele geloof in de wereld als een doelgericht geschapen orde – de zogeheten teleologische zienswijze die gedurende twee millennia in de westerse wereld overheersend is geweest” (Denton, pp. 15, 67).

Toeval kan geen zin geven of verklaren. Het is God, niet de evolutie, die zin geeft aan het leven. Er kan geen blijvend doel zijn zonder God, omdat alleen God leven kan geven voorbij het graf. Job stelde de belangrijkste vraag die men ooit kan stellen, en gaf vervolgens het antwoord: “Als een man gestorven is, zal hij weer leven? Ik zou al de dagen van mijn strijd hopen, totdat mijn verandering komen zou (Job 14:14, SV).

U zou roepen, en ik zou U antwoorden, U zou verlangen naar het werk van Uw handen” (Job 14:15).

De mens is het werk van God. Het allereerste hoofdstuk van de Bijbel verklaart Gods doel voor ons: “En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” (Genesis 1:26-27). Andere Bijbelteksten gaan op dit oorspronkelijke thema verder in. “… zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. … en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige” (2 Korinthe 6:16, 18).

In plaats van graven in de grond in een vergeefse zoektocht naar de miljoenen ontbrekende schakels (missing links) die er niet zijn, zou de mens moeten opzien en de God ontdekken die ons heeft gemaakt en ons een groot, glorieus en eeuwigdurend doel aanbiedt. Een jonge schaapherder, die later koning werd, peinsde eens toen hij naar de nachtelijke hemel keek: “… wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet?” (Psalm 8:5). De apostel Paulus geeft in een verwijzing naar deze Psalm het antwoord op de vraag en hoe dat in verband staat met Jezus Christus. “Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun zaligheid door lijden zou heiligen” (Hebreeën 2:10).

De evolutietheorie kan oppervlakkig gezien aantrekkelijk lijken. Ze is ook populair. En politiek correct. Ze wordt altijd gepresenteerd als gezaghebbend, alsof ze een feit is, terwijl ze meer verwantschap heeft met een seculiere religie dan met ware wetenschap. Maar het fossielenarchief liegt niet – evenmin als God die u schiep voor een wonderbaarlijk doel!

Om meer te weten te komen over het doel van uw bestaan, kunt u ons verzoeken om een exemplaar van ons gratis boekje Uw Uiteindelijke Bestemming. Het legt nauwkeurig uit wat de Bijbel zegt over Gods doel met de mensheid – een eeuwige bestemming die veel opwindender is dan naar een soort snoepwinkel in de hemel te gaan of voor eeuwig en altijd harp te spelen op een wolk. Kennis van uw doel zal een echte verandering in uw leven teweegbrengen ‒ en niet alleen maar een stapsgewijze!