Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Suez Crisis: 60 Years On”  door John Meakin, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van November-December 2016.

Het Suezkanaal werd in 1869 voltooid door de Fransen. Het verbindt de Middellandse Zee met de Rode Zee en was bedoeld als vervanging van de lange reis van de scheepvaart om Afrika heen. De beroemde waterweg werd beheerd en onderhouden door de in Frankrijk gevestigde Suez Canal Company, met Engeland als toezichthoudende aandeelhouder, en werd van groot strategisch belang voor allen die het gebruikten.

Groot-Brittannië zag het kanaal als een “imperial lifeline” [cruciale verbindingsroute] voor zijn wijdvertakte imperium en stationeerde vanaf 1882 een groot aantal troepen om het kanaal te beschermen. Het kanaal kreeg een zelfs nog groter belang wegens de olie uit het Midden-Oosten – in 1955 ging ongeveer tweederde van alle voor Europa bestemde olie door het kanaal. In 1956 echter ontstond er een enorme crisis over het eigendomsrecht nadat Egypte het beheer over het kanaal in handen nam en alle Britse troepen het land verlieten.

Laten we nu, tijdens deze 60e verjaardag van de Suezcrisis, kort stilstaan bij waarom deze plaatsvond, en de enorme invloed die deze had in de daaropvolgende jaren. En vanuit een geestelijk perspectief: waar is God in zulke geopolitieke gebeurtenissen?

 

Wie helpt wie?

In 1952 greep Gamal Abdel Nasser de macht in Egypte. Hij wilde dat alle Britse troepen Egyptische bodem verlieten, en daarom werd er in juli 1954 een verdrag getekend waarin werd geëist dat alle Britse troepen in 1956 vertrokken zouden zijn. Voor voortdurende militaire en financiële steun probeerde Nasser Amerika uit te spelen tegen de Sovjet-Unie. Toen Amerika, dat niet blij was met Nassers radicale politiek, ervan afzag het project van de Aswandam te helpen financieren, reageerde Nasser boos door op 26 juli 1956 het Suezkanaal te nationaliseren.

Dit leidde tot grote zorgen over de vrije doorgang van het internationale scheepvaartverkeer, in het bijzonder dat van de olie uit het Midden-Oosten naar Europa. Israël werd verhinderd het kanaal te gebruiken en de Britse verbindingen met zijn imperiumlanden leken eveneens te worden bedreigd. Het feit dat Nasser de belangrijkste voorvechter van het panarabisch nationalisme was, een machtige bedreiging voor Israël, en actief verzet pleegde tegen het kolonialisme verschafte nog meer redenen voor Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël om hem uit de macht te willen verwijderen en het beheer over het kanaal terug te proberen te krijgen. Maar toen ze daarmee bezig waren, negeerden ze het Amerikaanse advies, informeerden zij de Amerikaanse regering niet en beoordeelden de wereldopinie faliekant verkeerd.

Engeland, Frankrijk en Israël planden in het geheim een invasie die op 29 oktober begon, waarbij Israël de Sinaï overnam. Maar ruim een week later werd de oorlog gestopt als gevolg van zware Amerikaanse politieke en economische druk en internationale diplomatie door de Verenigde Naties. Frankrijk en Engeland werden daarom verhinderd hun doelen te bereiken. Nasser kwam als overwinnaar naar voren, herwon de controle over het Suezkanaal en kreeg uiteindelijk al het in de oorlog verloren gebied weer terug. Frankrijk en Engeland werden vernederd, hoewel Israël in één opzicht voordeel had, doordat het beter voorbereid was op zijn volgende oorlog met Egypte elf jaar later.

Waarom onthield Amerika steun aan enkele van zijn meest gewaardeerde bondgenoten?

De oorlog over Suez vond plaats in de schaduw van de 40 jaar durende Koude Oorlog tussen Amerika en de Sovjet unie. Het jaar 1956 was problematisch; eerst Polen en daarna Hongarije daagden het onderdrukkende regime van Rusland uit. Hoewel de Poolse situatie tijdelijk stabiliseerde, leidde de Hongaarse opstand tot gewelddadige en bloedige repressie, die nu net ‒ en dit was cruciaal  ‒  in dezelfde tijd als de Suezcrisis plaatsvond.

Amerika vreesde dat de Franse, Britse en Israëlische interventie in Egypte de Arabische en Islamitische opinie zou ontstemmen en het Midden-Oosten zou destabiliseren. Arabische landen zouden richting Rusland worden gedreven en de deur openen voor grotere invloed van de Sovjet unie in de regio. Tegelijkertijd dreigde Rusland met raketaanvallen tegen Engeland, Frankrijk en Israël, en dreigde Chroesjtsjov openlijk met oorlog om Egypte te verdedigen, waardoor de zeer reële vrees opkwam dat het conflict tot een Derde Wereldoorlog kon escaleren.

Het toeval wilde dat Eisenhower druk bezig was met zijn herverkiezing op 6 november en hij rekening moest houden met de Amerikaanse binnenlandse opinie. Dus hoewel Engeland en Frankrijk belangrijke NAVO-bondgenoten waren, zag Amerika zich gedwongen de vijandelijkheden een ogenblikkelijk halt toe te roepen. Er kon niet veel worden gedaan om Hongarije te helpen. Het kanaal werd voor vijf maanden gesloten, tot maart 1957, en werd toen heropend voor alle verkeer.

De consequenties van deze gebeurtenissen waren voor veel landen opvallend groot.

De Suezcrisis betekende het einde van Groot-Brittannië’s rol als wereldmacht. De desintegratie van het in verval verkerende Britse imperium werd versneld. Premier Anthony Eden werd verpletterd; zijn gezondheid stortte in, en hij trad af. Groot-Brittannië kon slechts overleven met Amerikaanse economische interventie en goedkeuring; de nieuwe ondergeschikte speciale band werd snel weer vorm gegeven onder premier McMillan.

West-Duitsland was furieus op de V.S. omdat ze in Hongarije niet hadden geïntervenieerd tegen Rusland, terwijl ze tegelijkertijd met Rusland hun westerse bondgenoten tegenwerkten in Egypte. Het NAVO-bondgenootschap werd daardoor verzwakt en verdeeld. Frankrijk voelde zich verraden door zijn onbetrouwbare bondgenoten en maakte zich steeds meer los van de NAVO om zijn eigen nucleaire militaire macht te ontwikkelen. De ervaring beïnvloedde waarschijnlijk het aannemen van het Verdrag van Rome in 1957, dat was bedoeld om een groter Europees zelfvertrouwen aan te moedigen. Arabische landen voelden zich aangemoedigd zich te verweren tegen intimiderend gedrag door de grote natie, juist zoals sommige landen ernaar streefden onder de heerschappij van hun koloniale heersers uit te komen. Amerika verloor invloed in het Midden-Oosten, terwijl de Sovjet unie aan invloed won.

In de loop der tijd is het belang van het Suezkanaal enigszins afgenomen, hoewel het een belangrijk twistpunt blijft. De grootste moderne olietankers zijn te groot voor het kanaal en geven de voorkeur aan de passage rond Afrika. Engeland werd uiteindelijk gezegend met olie uit de Noordzee. Nasser werd geschiedenis en zijn droom een panarabische leider te worden kwam nooit uit. Amerika won de Koude Oorlog en werd ’s werelds enige supermacht.

 

De beste plannen…

Dit alles illustreert een eenvoudig overkoepelend geestelijk punt. In weerwil van de dynamische, steeds wisselende verhoudingen tussen naties op het internationale toneel – met al hun militaire, economische, ideologische en diplomatieke complexiteiten en intriges – is het God die oppermachtig blijft. Hij is degene die naties verhoogt en naties verlaagt om Zijn doeleinden te bereiken en Bijbelse profetieën te vervullen.

In de oudheid moest de machtige koning Nebukadnezar van Babylon kwaadschiks leren “… dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil” (Daniël 4:25). God is almachtig en Zijn wil en doel zullen zegevieren: “… Ik ben God, en er is er geen als Ik, Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen” (Jesaja 46:9-10).

In de hedendaagse chaotische en snelle wereld waarin God steeds verder wordt gemarginaliseerd en genegeerd en Zijn wil wordt veronachtzaamd, is het wijs bij deze alomvattende les stil te staan.

Lees het tijdschrift Tomorrow´s World omdat wij u een dieper begrip wensen te blijven geven van de voortgang van de wereldgebeurtenissen zoals gezien door het prisma van Bijbelse profetie – Gods onaantastbare wil en doel. “… Ja, Ik heb gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen” (Jesaja 46:11).