Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “Where can we find true meaning?” (Een persoonlijk bericht van de hoofdredacteur) door Gerald E. Weston, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van juli 2023.

Wat is de zin van het leven? Weet u het? Kan het u wel schelen?

Filosofen hebben duizenden jaren over deze vraag nagedacht en gedebatteerd. Toch is het debat nog lang niet voorbij en blijft het omgeven door een enorme en steeds groeiende hoeveelheid ideeën en overtuigingen. Moeten we zelf de zin van het leven definiëren of delen we een groter doel voor ons bestaan? Het antwoord blijft betwistbaar.

Nu steeds meer mensen een evolutionaire kijk op de oorsprong van het leven onderschrijven – dus atheïst worden en het idee van een God afwijzen – komt de vraag hierop neer: hoe kan een louter fysiek en tijdelijk bestaan zin hebben?

KUNNEN WE ONZE EIGEN BETEKENIS BEPALEN?

Het is niet mijn doel om in een kort bericht de veelheid aan theorieën over dit onderwerp te onderzoeken. Laat me echter kort drie valse opvattingen noemen over hoe een leven met God iets van de zin van het leven zou wegnemen. Hoe vreemd dit ook mag lijken, sommigen geloven dat het idee van God een belemmering is voor het doel van het leven.

Professor in de filosofie Thaddeus Metz wijst erop dat sommigen denken dat “het bestaan van God... noodzakelijkerwijs de betekenis zou verminderen” (“The Meaning of Life,” The Stanford Encyclopedia of Philosophy, 2022). Volgens zijn uitleg zeggen degenen die dit betogen dat het bestaan van God ons in een meester-knecht of ouder-kind relatie zou plaatsen waar “onze onafhankelijkheid of waardigheid als volwassen personen geweld zou worden aangedaan.” Met andere woorden, met een almachtige God in de buurt zouden we niet langer onze eigen baas kunnen zijn.

Metz wijst erop dat sommige andere filosofen beweren dat als God bestaat “Gods alwetendheid… het onvermijdelijk voor ons onmogelijk zou maken om de toegang van een ander tot de meest intieme details over onszelf te controleren, wat voor sommigen neerkomt op een minder betekenisvol leven dan een leven met een dergelijke controle.” Anders gezegd, als God alles over ons weet – elke kleine geheime gedachte, gevoel of motivatie die we ooit hadden – dan zou Hij die kennis zeker met iemand anders kunnen delen. En dat zouden we zeker niet willen.

Sommigen hebben zelfs bezwaar tegen het eeuwige leven zelf. Volgens professor Metz “is er het argument dat een onsterfelijk leven niet zou kunnen voorkomen dat het saai wordt... waardoor het leven volgens veel subjectieve en objectieve theorieën zinloos wordt.”

Dit zijn slechts enkele van de naturalistische opvattingen die de betekenis van het leven los van God proberen te verklaren. De discussie is breed, soms technisch – en, tja, betekenisloos! Zonder God kan er geen betekenis zijn voorbij het graf – de mensheid achterlatend om een doel te vinden, of het gebrek daaraan, in een tijdelijk en veel te kort bestaan.

BETEKENIS DOOR TIJDELIJK PLEZIER?

Ik sprak in mijn persoonlijk bericht in Tomorrow’s World van februari ook over de zin van het leven. In het boek Prediker onderzoekt koning Salomo het doel van het leven vanuit een tijdelijk perspectief. Het volstaat te zeggen dat Salomo alle fysiek plezier, genot en genoegen kon ervaren dat hij maar wenste. Niemand van ons zou hem ooit kunnen evenaren als het gaat om wijn, vrouwen en gezang  ̶  of roem, fortuin en verrichte prestaties. De meesten die voor die benadering kiezen, komen erachter dat wat ze dachten dat hen gelukkig zou maken, dat niet doet. Kijk eens naar het leven van zoveel beroemdheden die ‘alles hebben’ maar toch in elkaar storten en opbranden. Sommigen raken aan de drugs, anderen maken het ene mislukte huwelijk na het andere mee. Denk eens aan het veel gerapporteerde geval van Johnny Depp en Amber Heard – beiden hebben roem en fortuin, maar het lijkt erop dat noch roem noch fortuin echt geluk heeft gebracht.

Dit wil niet zeggen dat elke rijke persoon een mislukt huwelijk heeft of dat beroemdheid iemand standaard ongelukkig maakt – alleen dat geluk niet voortkomt uit tijdelijke geneugten. De vraag is: kan het leven een blijvende betekenis hebben als het leven slechts tijdelijk is?”

Het zal u misschien verbazen dat een grote groepering religieuze Joden in Jezus’ tijd geloofde dat er geen toekomst was na het graf. Let op de beroemde ontmoeting tussen de Sadduceeën en Jezus toen zij Hem uitdaagden over de opstanding (Mattheüs 22:23-32).

En merk op dat toen de apostel Paulus voor de Raad werd gebracht, hij bijna een rel veroorzaakte over ditzelfde onderwerp. “En Paulus, die wist dat het ene deel bestond uit Sadduceeën en het andere uit Farizeeën, riep in de Raad: Mannenbroeders, ik ben een Farizeeër en zoon van een Farizeeër. Ik word geoordeeld over de hoop en de opstanding van de doden”, “De Sadduceeën zeggen namelijk dat er geen opstanding is en geen engel of geest, maar de Farizeeën belijden het beide” (Handelingen 23:6, 8).

Sommige Christenen in Korinthe werden beïnvloed door dergelijke filosofieën. Paulus’ eerste brief aan deze broeders gaat zeer gedetailleerd in op de opstanding uit de dood. Hij redeneert met perfecte logica wanneer hij zegt: “Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen” (1 Korinthe 15:16-19).

Vervolgens legt Paulus de zinloosheid van zelfbeheersing uit als we alleen maar het hier en nu hebben: “Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde beesten heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij (1 Korinthe 15:32).

Maar laten we, voordat we onszelf dood eten en drinken, onszelf de centrale vraag stellen die Paulus hier aan de orde stelt: Is er een opstanding uit de dood? Het is heel eenvoudig: of er is een opstanding of er is geen opstanding. In beide gevallen zijn er ingrijpende gevolgen. Als er geen leven na de dood is, kan het leven geen blijvende betekenis hebben. Aan welke betekenis er ook aan het leven gegeven wordt zal een einde komen, en we zullen nooit weten wat er daarna gebeurt. Als wij ontstaan zijn door evolutie en God niet bestaat, dan is er niets meer in onze toekomst dan de zwarte duisternis voor altijd.

BETEKENIS VINDEN IN EEUWIG LEVEN

Maar hoe kunnen we er zeker van zijn dat er leven is na de dood? We lezen dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen toen Hij uit het graf werd opgewekt – maar hoe kunnen we na 2.000 jaar weten of dat waar is?

Paulus behandelt die vraag in ditzelfde ‘opstandingshoofdstuk’. Hij noemt een aantal mensen op die Jezus na Zijn kruisiging hebben gezien en beweert dan: “Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen” (1 Korinthe 15:6). Paulus schreef dit 20-25 jaar na Jezus’ kruisiging en stelde dat de meeste van die 500 mensen nog in leven waren. Welke geloofwaardigheid zou Paulus hebben gehad als dit niet waar was?

En er is meer bewijs. Jezus’ eigen halfbroers geloofden niet in Hem vóór de kruisiging (Johannes 7:5), maar daarna werden ze trouwe discipelen. Jakobus ging de gemeenschap in Jeruzalem leiden, het eerste hoofdkwartier van de Kerk, en hij schreef de brief van Jakobus in de Bijbel. De halfbroer van Christus, Judas, werd ook gelovig en schreef de brief die zijn naam draagt.

De geschiedenis laat zien dat van de twaalf apostelen (Matthias verving Judas Iskariot) alleen Johannes geen martelaarsdood stierf. Veel mannen en vrouwen zijn als martelaar gestorven voor een zaak waarin ze geloofden, maar hoeveel zouden er sterven als ze wisten dat de hele zaak een leugen was? De discipelen van Jezus zochten de dood niet op, maar hun bereidheid om als martelaar te sterven is een overtuigend bewijs dat zij de opgestane Jezus hadden gezien en wisten dat Zijn opstanding waar was.

Als er geen leven na de dood is, dan moet ieder van ons kiezen wat voor hem of haar zinvol is. Voor velen betekent dat ‘eet en drink, want morgen sterven we!’. Maar als eeuwig leven mogelijk is, is het dan niet verstandig om zo te leven dat we Degene die eeuwig leven schenkt behagen?

Maar wat betekent dat? Wat is de weg naar het eeuwige leven?

Voor het antwoord stel ik voor dat u probeert het meest opmerkelijke boek dat ooit is geschreven, de Bijbel, te begrijpen. Als u dat nog niet hebt gedaan, overweeg dan om u in te schrijven voor de gratis Bijbelstudiecursus van De Wereld van Morgen. U kunt de cursus in gedrukte vorm online bestellen op deze website (wereldvanmorgen.nl).