• Wat ziet u als u naar uzelf kijkt?
  • Hoezeer hebt u Gods vergeving persoonlijk nodig?
  • Hebt u echt een Verlosser nodig?

Misschien bent u als kind reeds gedoopt of mogelijk zelfs als baby.
Wellicht herinnert u zich deze gebeurtenis niet.
Is uw doop werkelijk geldig en acceptabel in Gods ogen?
Dit is werkelijk een vraag van vitaal belang, omdat uw behoud van het antwoord afhangt!

Inleiding

De schouders van de grote man aan de andere kant van de tafel begonnen te schudden en omhoog te gaan. ‘Ik heb alle geboden van God overtreden’, schreeuwde hij. ‘Ik moet gedoopt worden!’ Deze man, een veteraan uit de Tweede Wereldoorlog en voormalig marinier, was zich er zeer van bewust dat hij een zondaar was die dringend verlossing nodig had. Als jonge tweeëntwintigjarige student op ‘dooptour’ was ik diep getroffen door de oprecht berouwvolle houding van deze man. Hij begon zichzelf te zien zoals hij was en hij haatte oprecht wat hij zag! Hij besefte zijn wanhopige behoefte aan een Verlosser.

Hoe is het met u? Wat ziet u als u naar uzelf kijkt? Hoezeer hebt u persoonlijk Gods vergeving nodig? Bent u iemand die een ‘redelijk goed’ leven heeft geleid? En als dat zo is, is het dan wel echt nodig dat u gedoopt wordt? Hebt u persoonlijk werkelijk behoefte aan een Verlosser?

Misschien bent u al gedoopt. Misschien is dat gebeurd toen u een kind was en herinnert u zich de gebeurtenis niet eens meer, of misschien bent u als adolescent of volwassene gedoopt, toen u ‘voor Christus koos’. Is uw doop echt geldig en acceptabel in Gods ogen? Dit is werkelijk een vraag van vitaal belang omdat uw verlossing en behoud van het antwoord afhangt.

Miljoenen mensen zijn misleid

Het is belangrijk om in te zien dat de overgrote meerderheid van de mensen op deze aarde — zelfs gelovige mensen — misleid zijn. De apostel Johannes werd geïnspireerd Satan te beschrijven als “… de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt …” (Openbaring 12:9). Het is voor de meeste mensen moeilijk om volledig te bevatten dat zij persoonlijk wellicht misleid zijn tot het volgen van verkeerde godsdienstige leerstellingen en gebruiken.

Maar we moeten allemaal zorgvuldig en met open geest de duidelijke voorbeelden en leringen van Jezus Christus vergelijken met wat tegenwoordig ‘christendom’ genoemd wordt. U zult snel een enorm verschil zien, zoals Dr. Rufus Jones openhartig uitlegde: ‘Als Christus door Zijn latere volgelingen als het model en patroon voor de nieuwe weg was genomen, en er een serieuze poging zou zijn gedaan om Zijn leven en onderricht de standaard en norm voor de kerk te maken, dan zou het christendom iets heel anders zijn geweest dan wat het geworden is. De ketterij zou zijn geweest wat zij nu niet is, een afwijking van Zijn weg, Zijn leer, Zijn geest, Zijn koninkrijk’ (The Church’s Debt to Heretics, p. 15).

Als Jezus en de vroege apostelen niet de ‘standaard’ voor het ware christendom vertegenwoordigen, wat is dan die standaard? Zijn het de verwarde en vaak tegenstrijdige dwaaltochten van de zogenaamde ‘kerkvaders’ van de rooms-katholieke kerk tijdens de middeleeuwen? Vergeet niet dat Jezus Zelf speciaal waarschuwde voor valse religieuze leiders. Hij zei: “Laat hen gaan; het zijn blinde geleiders van blinden. Als nu een blinde een blinde geleidt, zullen zij beiden in een kuil vallen” (Mattheüs 15:14).

Eerlijk gezegd was ik toen ik opgroeide totaal blind voor de meeste basiswaarheden van de Bijbel. Ik behoorde tot een van de gangbare protestantse kerken. Ik was op een gegeven moment president van mijn zondagschoolklas. Mijn beide ouders waren afgestudeerd aan een hogeschool die gefinancierd werd door dezelfde kerk die onze familie regelmatig bezocht. Toch had ik geen idee van het uiteindelijke doel van het menselijk bestaan, was totaal onwetend van de grote eindtijdprofetieën van de Bijbel en werd nooit onderwezen over de macht van de heilige Geest om mijn leven te veranderen en het de levende Jezus Christus mogelijk te maken om Zijn leven in mij te leven (zie Galaten 2:20)! Echter, hoe ongelofelijk het ook mag klinken, ik werd door tientallen van mijn vrienden als beter ‘geïnformeerd’ beschouwd dan zij over de Bijbel en religieuze zaken. Deze andere kerkgaande jonge mensen stelden me dikwijls vragen dachten veel na en waren in verwarring over wat het doel van het menselijk bestaan kon zijn.

Ik werd als hulpeloos klein kind gedoopt — niet eens in staat om mijn linkerhand van mijn rechterhand te onderscheiden, laat staan de zeer grote ernst van zonde te vatten en diep berouw te hebben van mijn zonden en Jezus Christus als mijn Verlosser te aanvaarden. Was ik dan wel een ware christen?

Natuurlijk niet!

Mijn persoonlijke zoektocht naar waarheid

In die bekende protestantse kerk was ik een van de miljoenen andere misleide mensen die gewoon opgroeien in ‘de kerk van hun keuze’ – er zelfs nooit over peinzen of dit wel echt Gods kerk was en of deze wel volledig Zijn waarheid onderwees in plaats van de ideeën en voorstellingen van misleide mannen. Eindelijk begon God in mijn late tienerjaren mijn verstand te openen over waar het in ware religie allemaal om ging. In plaats van de evangeliën of Psalmen zomaar voor ‘inspiratie’ te lezen, begon ik daadwerkelijk de Bijbel te bestuderen net zoals men een geschiedenisboek of een boek over natuurkunde of scheikunde zou bestuderen. Ik vroeg God om inzicht en ging maandenlang door met het lezen en markeren, herlezen en nadenken over het hele Nieuwe Testament – daarna het Oude Testament — en met het proberen te begrijpen wat Jezus Christus in feite onderwees!

In mijn persoonlijke studie begon ik te beseffen dat het ware christendom niet enkel het geloven in de persoon van Jezus Christus is, maar het geloven van en handelen naar Zijn boodschap. Ik ontdekte dat een ware christen zich volledig moet overgeven en Christus in zich moet laten leven door middel van de heilige Geest. Zoals de apostel Paulus schreef: “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God” (Romeinen 8:14). Ook verklaarde Paulus: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20).

Ik begon de herhaalde waarschuwingen van Jezus te begrijpen over het accepteren van Hem en het tevergeefs gebruiken van Zijn naam: “Waarom noemt u Mij: Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg?” (Lukas 6:46). En ook: “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Mattheüs 7:21).

Maar waar staat u?

Heeft God uw verstand geopend voor het feit dat Hij werkelijk de Gouverneur van het universum is; dat Hij een echte God is die alle dingen geschapen heeft en er nu over regeert? Realiseert u zich dat Zijn Zoon Jezus Christus niet alleen in deze wereld kwam om voor onze zonden te sterven, maar nu levend aan de rechterhand van de Vader in de hemel is, en dat Christus nu onze levende Hogepriester is? Begrijpt u dat Hij Zijn leven in ons zal leven door middel van de beloofde heilige Geest als we ons waarlijk bekeren en gedoopt worden, en dat Christus in ons hetzelfde gehoorzame leven zal leiden dat Hij leefde toen Hij in het menselijk vlees was? Want uw Bijbel zegt: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebreeën 13:8).

We hebben allemaal hulp nodig — veel hulp. We kunnen eenvoudigweg niet onze eigen menselijke ijdelheden en hartstochten overwinnen, de wereld en ook Satan de Duivel overwinnen op eigen kracht. De God die ons gemaakt heeft, heeft beloofd dat Hij ons de geestelijke hulp en de geestelijke kracht zal geven die we nodig hebben. Jezus zei: “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb” (Johannes 14:26). En ook: “Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen” (Johannes 16:13).

Geloof wat Jezus feitelijk onderwees

Jezus Christus kwam een boodschap prediken over het komende Koninkrijk van God. Het evangelie van Markus vermeldt: “En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie” (Markus 1:14-15).

Om een ware volgeling van Jezus Christus te zijn en Zijn Geest te ontvangen, moet u berouw hebben van uw zonden, u bekeren en in het Evangelie van Jezus Christus geloven. De ware Evangelieboodschap over Gods Koninkrijk sluit de bereidheid in van iemand om de wetten van dat Koninkrijk te gehoorzamen — de Tien Geboden. Toen een jongeman Jezus vroeg hoe hij het eeuwige leven kon krijgen, antwoordde Jezus: “... Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht. Hij zei tegen Hem: Welke? Jezus zei: U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; eer uw vader en moeder; en: u zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Mattheüs 19:17-19). Hier noemt Jezus duidelijk de Tien Geboden als de Levenswijze voor hen die verlangen in Zijn Koninkrijk te zijn.

Later inspireerde Jezus, als onze Hogepriester en levend Hoofd van de Kerk, de apostel Jakobus om uit te leggen dat ware christenen alle ‘punten’ van Gods wet dienen te houden. Inderdaad, we moeten leven als personen die ‘geoordeeld’ zullen worden door de Tien Geboden, want zij zijn werkelijk de standaard van waar christelijk gedrag!

De geliefde apostel Johannes waarschuwde hen die zouden proberen de duidelijke Bijbelse leer van gehoorzaamheid aan de Tien Geboden ‘af te zwakken’: “Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet” (1 Johannes 2:4). Veel belijdende christenen en zelfs vele beroemde predikers weten misschien wel dingen over God, maar zij ‘kennen’ God in feite niet — ze zijn niet echt vertrouwd met Hem — tenzij en totdat zij zich volledig overgeven om de ware Jezus Christus Zijn gehoorzame leven in hen te laten leven door de heilige Geest! Dan zullen ze ondervinden hoe het is om het ware karakter van God zelf te laten zien. Dan zullen ze God echt ‘kennen’.

Betekent dat dat ware christenen de Tien Geboden te allen tijde perfect houden? Natuurlijk niet! Want de apostel Johannes zei ook — klaarblijkelijk schrijvend over christenen: “Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:8-9).

Deze ‘reiniging’ van de zonde is een voortdurende maatregel, want de oprechte christen moet “… groei[en] in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus …” (2 Petrus 3:18).

De pas bekeerde ‘baby in Christus’ zal continu fouten maken. Allen van ons die christenen zijn zullen fouten maken. Toch zullen we opstaan en het opnieuw proberen. Af en toe zullen we van ‘van het pad raken’. Maar elke keer zullen we met de hulp van de heilige Geest berouw krijgen en ons bekeren en teruggaan naar het pad van gehoorzaamheid aan de Tien Geboden. Want de grote spirituele wet van God — de Tien Geboden — is werkelijk de manier van leven. De man ‘naar Gods hart’, koning David van Israël, zei: “Hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking. Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij” (Psalm 119:97-98).

Wat zou u moeten doen?

Als u tot God getrokken bent door Zijn Geest en een ware christen wilt worden, wat zou u dan moeten doen? Het geïnspireerde antwoord werd gegeven door de apostel Petrus op de eerste nieuwtestamentische dag van Pinksteren. Nadat de berouwvolle Joden de afschuwelijkheid van hun zonde beseften, vroegen zij Petrus en de rest van de apostelen: “… Wat moeten wij doen, mannenbroeders? En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal” (Handelingen 2:37-39).

Denk goed na over deze fundamentele instructie uit Gods woord. We moeten ons laten dopen tot vergeving van de zonden.” Het is dus duidelijk dat we ons van de zonde moeten bekeren.

Maar wat is zonde?

De duidelijkste definitie van zonde in de Bijbel is te vinden in 1 Johannes 3:4: “Zonde is de wetteloosheid” [“wetsovertreding”, Leidse Vertaling]. We moeten ons dus bekeren van het overtreden van Gods spirituele wet, de Tien Geboden! En we moeten begrijpen dat Jezus Christus kwam om de wet ‘uit te vergroten’ en eerbiedwaardig te maken (Jesaja 42:21). In de Bergrede legde Jezus uit dat we niet alleen niet moeten doden, we moeten zelfs geen bitterheid en haat in ons hart koesteren — want dat is de ‘geest’ of houding van moord (Mattheüs 5:21-22). Christenen mogen niet alleen nooit overspel plegen, ze mogen zelfs een andere persoon niet ‘begeren’ (vv. 27-28).

Verre van Gods wet ‘af te zwakken’, heeft het onderwijs van Jezus de Tien Geboden zelfs meer bindend gemaakt!

Het is alleen doordat Jezus Christus Zijn leven in ons leeft dat wij steeds meer de geest van de Tien Geboden in ons dagelijks leven kunnen weerspiegelen. Zoals eerder gezegd, we moeten inderdaad voortdurend groeien in genade en kennis.

Door de heilige Geest wordt ons de geestelijke liefde van God gegeven om ons in staat te stellen Gods geboden te houden. “En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is” (Romeinen 5:5). En wat is de “liefde van God” die aan de ware christen gegeven is? Hoe functioneert deze? De apostel Johannes legt uit: “Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar” (1 Johannes 5:3, NBG.).

Dus de ware liefde van God stroomt door het kanaal of de rivierbedding van de Tien Geboden. De Tien Geboden zeggen ons hoe we God lief moeten hebben en hoe we onze naaste lief moeten hebben. En, in tegenstelling tot de slimme argumenten van veel religieuze leiders, zijn ze “niet zwaar.” Integendeel, als ze gehoorzaamd worden, worden ze de ‘wet van vrijheid’ zoals we hierboven zagen in de brief van Jakobus. Ze zouden de mensheid bevrijden van oorlog, misdaad, overspel, gebroken gezinnen, opstandige kinderen en tal van andere problemen, als ze door de hele mensheid in praktijk gebracht werden!

In het spoedig komende Koninkrijk van God zal de mensheid de Tien Geboden gehoorzamen als een manier van leven. Dat is precies de reden waarom er vrede, welvaart en vreugde zal zijn in de komende duizendjarige regering van Jezus Christus op deze aarde! “Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen vele volken en machtige heidenvolken vonnissen, tot ver weg. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren” (Micha 4:1-3).

Wees zeker dat u ‘de kosten berekent’

Terugkomend op Petrus’ preek op het eerste nieuwtestamentische Pinksteren, onthoud dat hij deze mannen aanspoorde om zich te bekeren. Bekering van zonde houdt meer in dan ‘spijt’ hebben. De Bijbel maakt duidelijk dat oprechte bekering inhoudt dat u volledig overtuigd bent van het feit dat u werkelijk een zondaar bent en dat u Gods wet keer op keer overtreden en gebroken hebt — in de geest of zelfs letterlijk. Het betekent niet alleen dat u ervan overtuigd bent verkeerd gedaan te hebben, maar dat u verkeerd bent! Zoals de apostel Paulus uitlegt: “Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen… niet.” (Romeinen 7:18). En hij zei later opnieuw: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere” (vv. 24-25).

Wanneer u tot dit soort echt berouw en bekering gebracht bent, is het tijd om gedoopt te worden! U zult oprecht ‘de kosten moeten berekenen’ zoals Jezus zei: “Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn. Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?” (Lukas 14:26-28).

Vraag uzelf af: zult u, met Gods hulp, God werkelijk vóór familie, vrienden, werk, geld en maatschappelijke positie zetten, of zult u als de Farizeeën van Jezus’ tijd zijn die “… de eer van de mensen meer lief [hadden] dan de eer van God” (Johannes 12:43)?

Is God werkelijkheid voor u geworden? Wilt u Hem echt vóór al het andere zetten? Of hebt u een geheime ‘afgod’ — iets dat u eigenlijk vóór God en uw relatie met Jezus Christus zet?

Bedenk dat bekering verandering betekent. Bent u persoonlijk klaar om in geloof het offer van Jezus Christus voor uw zonden te accepteren en uzelf dan volledig over te geven om Hem binnen te laten en ‘de leiding te nemen’ en uw hele leven te veranderen?

Bent u tot volle bewustheid gekomen van het feit dat Jezus Christus — de Zoon van God — afstand gedaan heeft van Zijn glorie en macht en in menselijk vlees gekomen is om voor uw zonden te sterven (zie Filippenzen 2:5-8) en dat Hij die eeuwig bij de Vader geweest was, bereid was om Zich van al die grandeur te ontdoen om u en mij te dienen — om het voor ons mogelijk te maken de eeuwigheid te delen met Hem en met de Vader in het Koninkrijk als volwaardige kinderen van God (zie Johannes 1:1-12)?

Zult u naarmate u verdergaat richting de doop — met Gods hulp — u eraan toewijden om totale liefde en loyaliteit aan Jezus Christus als uw Verlosser, uw Heer en Meester, uw Hogepriester en uw komende Koning te betonen? Zult u dat doen?

Dit zijn wezenlijke vragen die gesteld moeten worden — en dienen eerlijk bevestigend beantwoord te worden. Want wanneer u gedoopt wordt, sluit u een heilig verbond met uw Schepper om Hem en zijn Zoon Jezus Christus nu en voor altijd lief te hebben, te gehoorzamen en te dienen!

God is u niets verschuldigd. Hiertegenover zijn u en ik Hem en Zijn verheerlijkte Zoon alles verschuldigd. Want God is het “… Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus” (Efeziërs 3:9; Johannes 1:1-3). Hij heeft u en mij geschapen. Hij schiep en onderhoudt de aarde waarop we leven, de lucht die we inademen, het water dat we drinken, het voedsel dat we eten. God de Vader heeft door Jezus Christus ons verstand geschapen — het instrument dat wij mensen soms gebruiken om het feit te betwisten dat er iets groters moest zijn om ons verstand te scheppen! Verder ‘redeneren’ we soms net zo lang tot we een excuus hebben verzonnen voor dat we stelen, liegen, overspel plegen en allerlei dingen waarvan we weten dat ze verkeerd zijn. De apostel Paulus legt het uit in Romeinen 8:7-8: “Immers, het bedenken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.”

We hebben dus vergeving nodig. We hebben dringend een Heiland nodig. En we hebben de constante hulp nodig van onze Heiland en Hogepriester die ons niet in onze zonden zal verlossen, maar van onze zonden — en ons de geestelijke kracht zal geven om te overwinnen en te groeien in het karakter van God zelf. En dit alles kan alleen worden bereikt als we tot het punt komen dat we bereid zijn om ons volledig te bekeren van onze natuurlijke vijandigheid jegens God en om met ons hele hart het vergoten bloed van Jezus Christus — het leven zelf van de Zoon van God – van harte en welgemeend te aanvaarden als betaling voor onze zonden.

Bent u tot een dergelijk moment en punt in uw leven gekomen?

De sleutels tot het veranderen van uw leven

De Bijbel vermeldt verhalen van drastische veranderingen in de levens van veel individuen. Hoe waren zij in staat om zo’n totale ommekeer te maken in hun leven? Is het mogelijk voor u om in uw eigen leven even grote veranderingen aan te brengen? Er zijn twee cruciale sleutels. De meeste mensen zien deze helemaal over het hoofd. Zelfs degenen die ze onderkennen, begrijpen in het algemeen verkeerd wat ze in werkelijkheid inhouden.

In Handelingen 2 lezen we over de gebeurtenissen uit de beginjaren van de nieuwtestamentische kerk. Simon Petrus gaf een krachtige preek voor meerdere duizenden die samengekomen waren om Pinksteren te vieren. Een aantal van hen die hem die dag hoorden, hadden slechts zeven en een halve week eerder deel uitgemaakt van de menigte die zich verzameld had buiten de residentie van Pilatus. Op dat eerdere ogenblik hadden ze geroepen: ‘kruisig Hem!’, toen Pilatus aanbood om Jezus van Nazareth vrij te laten. Nu waren ze, omdat ze geloofden dat de boodschap van Petrus’ waar was, overtuigd van de verstrekkende gevolgen van wat ze gedaan hadden. Het was met een diep gevoel van schaamte en persoonlijke schuld dat zij hem nu nederig vroegen: “… Wat moeten wij doen ... (Handelingen 2:36-39). Hij antwoordde door hen te zeggen zich te bekeren. Geloof en bekering zijn de cruciale sleutels zonder welke echte verandering onmogelijk is.

Bekering begint met geloof. Het soort geloof waar we het over hebben is levend en echt. Het zorgt voor een gemoedstoestand waarin iemand rigoureus wil omkeren om zich tot God te wenden. Dit geloof is vertrouwen in een echte God en in de beloften die Hij doet. Het leidt tot actie! De apostel Jakobus scheef in zijn brief dat ‘geloof zonder werken dood’ is (Jakobus 2:17). Door werkelijk te geloven en te vertrouwen, maakt God het voor ons mogelijk om ons absoluut en onvoorwaardelijk aan Hem over te geven.

Hebreeën 11 wordt vaak het ‘geloofshoofdstuk’ van de Bijbel genoemd. In Hebreeën 11:4-13 zien we dat de mannen en vrouwen van geloof bepaalde dingen deden. Begrip van wat zij deden helpt ons om te begrijpen wat geloof is dat het leven verandert.. Ons wordt gezegd dat zij “... de vervulling van de beloften niet [hebben] verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren” (v. 13).

Ten eerste moeten we de beloften die God doet, zien en begrijpen, overtuigd worden van zowel hun waarde als hun realiteit, en dan moeten we ze omhelzen. Omhelzen betekent voor geliefd en kostbaar houden. Als we niet waarderen en koesteren wat God aanbiedt, zullen we gewoonweg niet vast blijven houden en volhouden tijdens alle voor- en tegenspoed in het leven. Omdat de mannen en vrouwen van geloof die in Hebreeën 11 worden genoemd, dierbaar was wat God beloofde, toonden zij door woord en daad aan dat zij geen deel van deze wereld waren.

We kunnen niet tegelijkertijd bij deze wereld passen en bij God passen (Jakobus 4:4). Teneinde te passen bij deze wereld en de acceptatie en goedkeuring van deze wereld te houden, moet een persoon in harmonie zijn met de waarden van dit tijdperk. Johannes vatte de waarden van deze wereld op samen als “... de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven . . .” (1 Johannes 2:16). Dit tijdperk en zijn corrupte, decadente waardesysteem zal voorbijgaan, maar er is een nieuwe wereld op komst die gebaseerd is op eeuwige waarden. Die nieuwe wereld, de wereld van morgen, zal voorgoed zijn.

Als we dat werkelijk geloven, dan zullen we ons met heel ons hart tot God willen wenden en leren hoe we voor altijd met Hem in harmonie blijven. Levend geloof zet aan tot actie en oprechte bekering is een van de eerste acties die het voortbrengt. Dat is wat Petrus’ toehoorders toonden toen ze hem vroegen: “Wat moeten wij doen?”. Ze probeerden zich niet te verontschuldigen. Ze probeerden niet hun acties te minimaliseren. Ze begonnen niet de schuld aan anderen te geven. Integendeel, ze waren nederig, zachtmoedig en gaven zich in hun hart en geest over. Petrus had het Evangelie gepredikt en zij geloofden zijn boodschap. Ze bewezen hun geloof door hun welgemeende verlangen om vanuit dat geloof te handelen. Zodoende stelden zij die dag de vraag die ieder die oprechte verandering in zijn leven verlangt, moet vragen: “Wat moeten wij doen?”

Verdient gehoorzaamheid behoud?

Gods wet laat ons weten hoe we als God moeten zijn (1 Petrus 1:15-16). Wij allen zijn echter ernstig tekortgeschoten waar het gaat om zoals God te zijn. Wat kunnen we doen? Geen enkele hoeveelheid goede daden in de toekomst kan ooit goedmaken wat we in het verleden gedaan hebben. Dit zou vanzelfsprekend moeten zijn zelfs wanneer we naar de wetten van de mens kijken. Als u wegens moord gearresteerd werd, zou u met de belofte dat u uzelf ervan zou weerhouden het ooit nog eens te doen uw vrijspraak verdienen? Natuurlijk niet! Als we ons in de toekomst aan de wet houden, doen we niets anders dan wat er van ons verwacht wordt. Geen enkele hoeveelheid van zich in de toekomst houden aan de wet kan ooit verzoening doen voor vroegere overtredingen van de wet.

Wij hebben allemaal gezondigd” (Romeinen 3:23) en het loon van de zonde is de dood (Romeinen 6:23). God heeft onze bevrijding van de doodstraf, de vloek van de wet, mogelijk gemaakt door Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, te geven om in onze plaats te sterven. Hij nam onze plaats in. Wij zijn daarom “… met God verzoend… door de dood van Zijn Zoon ...” (Romeinen 5:10).

God nam het initiatief om ons in harmonie met Zichzelf te brengen, dat is wat verzoening betekent. Hij heeft Zijn liefde getoond door het ultieme offer te geven, het leven van Zijn Zoon, om de straf te betalen die u en ik hebben verdiend door onze gedachten, houdingen en daden (Johannes 3:16).

We moeten echter reageren op Gods genade door geloof en bekering. Gods voornemen is ons te verlossen van onze zonden, niet in onze zonden. “... Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?”, vraagt Paulus. “Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?” (Romeinen 6:1-2). Als wij Gods gratis aangeboden geschenk van eeuwig leven, dat we in geen duizend levens zouden kunnen verdienen (in de dubbele betekenis van het werkwoord), zullen accepteren, dan moeten we gehoor geven aan Hem door ons van onze wegen af te keren naar Zijn wegen (Handelingen 2:38).

Wat is bekering?

Een houding van onvoorwaardelijke overgave van ons leven en van onze wil is de houding van berouw en bekering. Als we de realiteit van de glorierijke toekomst die God aanbiedt echt gaan zien en Zijn woord serieus gaan geloven, dan zullen we God en Zijn wegen met heel ons hart willen zoeken. Dat is wat geleid heeft tot veranderingen in het leven van de mannen en vrouwen van geloof over wie we in Hebreeën 11 lezen. Levend geloof loopt altijd uit op actie! Bekering is een reactie op levend geloof. Hoewel het aan de binnenkant begint, zal het ook weerspiegeld worden in uiterlijke veranderingen. Als we de oude wegen werkelijk zijn gaan haten, dan zullen we ons ervan willen afkeren.

Heeft God u laten zien dat uw natuur verkeerd is? Bent u tot het punt gekomen dat u oprecht af wilt van uw eigen verrotte, egoïstische, zinnelijke menselijke natuur? Nogmaals, bent u er klaar voor om zich te bekeren niet alleen van wat u gedaan hebt, maar van wat u bent?

Koning David wist dat dit was wat God verlangde. Hij zei: “De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten” (Psalm 51:19). Voordat iemand — en dit betekent iedereen — werkelijk en waarlijk bekeerd is, moet hij vernederd worden, neergeslagen worden en tot het besef gebracht worden van zijn eigen nietigheid door God. Hij moet door een tijdsperiode heengaan waarin hij zichzelf verafschuwt, zijn zonden aan God erkent en zich ervan bekeert – zich omkeert in zijn hart, verstand en wil en besluit de andere kant op te gaan.

Wanneer het zover is, zal een persoon ophouden met God of met Zijn dienaren die Zijn werk doen te redetwisten en te redeneren. Hij zal niet wrokkig blijven vasthouden aan valse ideeën over God. Hij zal ophouden met te proberen om de gehoorzaamheid aan Gods geboden heen te redeneren en letterlijk leven volgens elk woord van de Bijbel. Hij zal geen ‘gekwetste gevoelens’ krijgen door een correctie of vermaning van door God gekozen dienaren. Integendeel, hij zal zijn leven aan God geven zoals de apostel Paulus ons allen opdraagt te doen: “Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid [“denken”, NBG] om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” (Romeinen 12:1-2). Paulus zegt dus dat zelfs onze gedachten veranderd moeten worden door de “vernieuwing” van ons denken!

U hebt waarschijnlijk weleens bepaalde evangelisten uit andere kerken van tijd tot tijd het woord ‘bekering’ horen gebruiken — hoewel lang niet zo vaak als ze zouden moeten. In bijna alle gevallen geven ze echter geen echte Bijbelse uitleg van waar bekering over gaat. Ware bekering houdt een totale overgave van iemands verstand, hart en wil aan de Schepper-God in en vereist de acceptatie van de dood van Zijn Zoon als betaling voor de zonde. Want zonde eist de dood. Daarom moest Christus de doodstraf voor ons ‘betalen’. Zoals de apostel Paulus schreef: “Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere” (Romeinen 6:23).

Jezus zei: “... Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht” (Mattheüs 19:17). Neemt u de Tien Geboden in acht? Of maakt u excuses? De apostel Johannes werd geïnspireerd om te schrijven: “en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is” (1 Johannes 3:22). Dit nieuwtestamentische vers laat ons duidelijk zien dat we antwoorden op onze gebeden ontvangen wanneer we Gods geboden houden!

Als u meer informatie wilt over hoe God te gehoorzamen, vraag dan alstublieft ons belangrijke en informatieve boekje getiteld Herstel van het oorspronkelijke Christendom aan. Het zal op uw verzoek geheel gratis worden toegezonden.

Wees alstublieft eerlijk tegen uzelf. Het is gemakkelijk om deze zeer duidelijke Bijbelse lering over het gehoorzamen van Gods wet rationeel te benaderen of er zich omheen te ‘redeneren’. Maar als u echte antwoorden op uw gebeden wilt hebben, dient u zich te bekeren van het schenden van de Tien Geboden — wat als zonde gedefinieerd wordt (1 Johannes 3:4). En u moet Jezus Christus als uw persoonlijke Verlosser aannemen (Handelingen 2:38). Dan zult u zich  — met behulp van de beloofde heilige Geest — elke dag meer en meer moeten overgeven om Jezus Christus Zijn gehoorzame leven in u te laten leven. Houd in gedachten wat de apostel Paulus aangaf: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20). Dit is de houding van verstand en hart die u moet hebben, dat uw ‘oude zelf’ — uw voormalige anti-Goddelijke gedachten en wegen – zich volledig aan Christus zal overgeven die dan Zijn eigen rechtvaardige leven in u zal leven!

De symboliek van de doop

“Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt …”, schrijft Paulus in 1 Korinthe 12:13. Johannes de Doper zei dat de Messias twee dopen zou aanbieden — Geest en vuur (Mattheüs 3:11-12). Zij die niet door Gods Geest in de Familie van God ‘gedompeld’ zullen worden, zullen uiteindelijk in een poel van vuur ondergedompeld worden die van hen “wortel noch tak zal overlaten” (Maleachi 4:1). Jezus Christus vergeleek de heilige Geest met “... Stromen van levend water …” (Johannes 4:14; 7:38-39).

Paulus legt in Kolossenzen 2:12 uit dat de doop een begrafenis symboliseert. De ‘oude persoon’ wordt symbolisch ter dood gebracht. We komen op als nieuw wezens. Het oprijzen uit het watergraf van de doop beeldt ons geloof in de verrijzenis uit, die onze uiteindelijke hoop is om een nieuw schepsel te worden.

In Romeinen 6:4-5 lezen we: “Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.” De doop is geen leeg ritueel of magische rite. Het is echter een zeer belangrijk symbool en is niet iets waartoe we lichtvaardig zouden moeten overgaan.

Gebaseerd op geloof en bekering is de doop een uiterlijk teken van onze toewijding. Hij vertegenwoordigt een nieuw begin. De oude persoon met geheel zijn zondige verleden wordt symbolisch begraven en een nieuw schepsel komt tevoorschijn. Het water van de doop symboliseert het feit dat we innerlijk schoongewassen worden door de heilige Geest. Het offer van Christus heeft voor onze zonden betaald en we komen schoon tevoorschijn uit de doop, zoals God het ziet. Dit is echter niet het einde, maar slechts het begin van het echte bekeringsproces!

De rol van Gods heilige Geest

Na de doop zien we dat het de praktijk was van Christus’ dienaren in de eerste-eeuw om de handen op te leggen (Handelingen 8:18; Hebreeën 6:2). Dit opleggen van handen symboliseerde een speciale apartzetting door God. Het zette na de doop de zojuist gedoopte persoon apart om Gods heilige Geest te ontvangen. In Handelingen 19:1-6 lezen we dat Paulus te Efeze enige mensen tegenkwam die in zijn prediking geloofden en die al eerder gedoopt waren. Ze hadden het Evangelie echter niet volledig begrepen toen ze gedoopt werden en hadden de heilige Geest nooit ontvangen, en hadden er zelfs niet van gehoord. Nadat hij er met hen over had gesproken, doopte Paulus hen opnieuw in Jezus’ naam en legde hun de handen op voor het ontvangen van Gods heilige Geest. God toonde door een ongewoon wonder, zoals gebeurd was op het eerste pinksterfeest van de nieuwtestamentische era, dat zij inderdaad de Geest deze keer ontvingen. Waarom was dit alles nodig?

Petrus zei op de dag van Pinksteren tegen zijn toehoorders dat zij na bekering en doop “… de gave van de Heilige Geest [zouden] ontvangen” (Handelingen 2:38). Waar is de ontvangst van de heilige Geest voor bedoeld om in ons leven te volbrengen?

Petrus legt uit dat het door de heilige Geest, Gods Goddelijke kracht, is dat we “... deelkrijgen aan de Goddelijke natuur …” (2 Petrus 1:4). Het is door de heilige Geest dat Jezus Christus in ons woont en ons de kracht geeft hetzelfde soort leven te leven dat Hij leefde toen Hij als mens de aarde bewandelde (Galaten 2:20, Filippenzen 2:5).

Daar Christus door de heilige Geest in ons woont, worden onze lichamen als de tempel van God beschouwd (1 Korinthe 3:16) en wordt ons gezegd God te verheerlijken in alle aspecten van het leven (1 Korinthe 6:20). Het hebben van Gods Geest in ons is wat ons tot een heilig volk maakt, of wat de Bijbel ‘heiligen’ noemt. Wij kunnen onszelf (of iets anders!) niet heilig maken. God is heilig en alleen Hij kan heiligheid schenken. Als we ons waarlijk bekeren en ons in geloof tot God wenden, belooft Hij ons niet alleen ons verleden te vergeven, maar ook zijn heilige Geest aan ons te geven. Gods Geest, ons gegeven als een geschenk, is bedoeld om onze levens te transformeren door ons denken te vernieuwen (Titus 3:5; Romeinen 12:2). Wij worden een nieuwe schepping omdat God ons verandert door Zijn wetten in ons hart en verstand te schrijven (Hebreeën 8:10).

Hoewel het de kracht van God is die deze transformatie mogelijk maakt, moeten wij toch ons deel doen. Wij moeten oefenen met Gods Geest, we moeten de leiding van Gods Geest volgen — kortom, we moeten wandelen met God. Gods Geest zal ons leiden en kracht geven, maar zal ons niet bezitten of macht over ons hebben. We moeten ernaar streven en verlangen om Gods leiding in ons leven te volgen. Onze inspanningen zijn los van Gods Geestkracht nutteloos, maar Gods kracht zonder onze inspanningen is alleen maar potentiële energie. Het is als een lichtschakelaar in de uitstand; het potentieel om de kamer te verlichten is aanwezig, maar het stroomcircuit is open en er gaat geen stroom door. Het is de inwonende aanwezigheid van de Geest van God die uiteindelijk de voltooiing van onze verlossing mogelijk zal maken, zodat we behouden kunnen worden.

Door geloof en bekering worden we gerechtvaardigd, onschuldig gemaakt en in juiste status voor God gebracht, door het vergoten bloed van Jezus Christus (Romeinen 5:9). Vervolgens, omdat we ons nu tot God hebben gewend, heiligt Hij ons — maakt ons heilig — door Zijn heilige Geest in ons te plaatsen. De Geest is er om ons een dieper inzicht in geestelijke dingen te geven en om ons in staat te stellen een Goddelijk leven te leiden. Als christenen moeten we doorgaan met groeien in genade en kennis (2 Petrus 3:18). Als we de aansporing van Gods Geest volgen, dan zal de gerechtigheid van God, zoals gedefinieerd in Zijn wet, in ons leven vervuld worden (Romeinen 8:4).

Alhoewel we gerechtvaardigd en met God verzoend zijn door de dood van Christus, worden we uiteindelijk behouden door Zijn leven (Romeinen 5:9-10). Christus leeft nu aan de rechterhand van de Vader, in de hemel! Hij bemiddelt actief voor ons als onze levende Hogepriester wanneer we in de fout gaan en zondigen (Hebreeën 4:14-16) en Hij leeft in ons Zijn leven van overwinning van zonde in het vlees, door de inwoning van de heilige Geest (Galaten 2:20). Het ware feit van Zijn triomf over de dood door Zijn opstanding is het bewijs dat ons uiteindelijk een onsterfelijk leven zal worden gegeven bij Zijn terugkeer (1 Korinthe 15:20-23).

God ‘installeert’ u in Zijn kerk

Door de doop en de ontvangst van Gods heilige Geest wordt u automatisch in de ware kerk van God gedoopt. “Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.” (1 Korinthe 12:13), want Gods kerk is samengesteld uit die mensen die vervuld zijn met en geleid worden door de heilige Geest (Romeinen 8:14).

U kunt niet eenvoudig tot de ware kerk van God ‘toetreden’! God moet u ‘trekken’ of ‘roepen’ en u dan in Zijn kerk plaatsen door u Zijn heilige Geest te geven. Herinner u wat Jezus zei: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag” (Johannes 6:44).

Toch heeft God een georganiseerde kerk — en heeft die altijd! Jezus Christus zei: ... Ik [zal] Mijn gemeente [kerk] bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” (Mattheüs 16:18). Dat ‘hades’ of het graf Gods ware kerk niet zou overweldigen, kan op twee manieren worden begrepen: ten eerste zal God nooit toestaan dat Zijn kerk volledig wordt vernietigd of ophoudt te bestaan. Ten tweede is de fundamentele hoop van alle ware christenen de verrijzenis uit de dood. Dus hoewel individuele christenen kunnen sterven, zij zullen opnieuw leven bij de zevende bazuin, wanneer Christus terugkeert naar deze aarde als Koning der koningen! “Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.” (1 Korinthe 15:51-52).

Paulus onderricht ons dat zij die in de kerk zijn het geestelijke “lichaam” van Jezus Christus zijn (1 Korinthe 12:27). Zoals handen en voeten en ogen en oren en het verstand van onze fysieke lichamen moeten samenwerken om het lichaam naar behoren te laten functioneren, zo moet ook het geestelijke lichaam — de kerk van God — georganiseerd zijn en moeten de leden ervan samenwerken om de toegewezen taken van de kerk voort te zetten. Jezus Christus is het levende, actieve Hoofd van de ware kerk (Efeziërs 1:22-23). Hij stelt de doelen en opdrachten voor Zijn kerk vast. Na Zijn opstanding en vlak voor Zijn hemelvaart beval Jezus: “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mattheüs 28:19-20, NBG).

Dus de primaire functie van de ware kerk is om naar alle naties te gaan en dezelfde krachtige boodschap te prediken die Jezus predikte over het komende Koninkrijk van God! Verder moet de kerk de mensen alle dingen ‘onderwijzen’ die Christus zijn discipelen onderwees — de gehele Weg van God gebaseerd op welgemeende gehoorzaamheid aan Gods grote geestelijke wet en op volledige overgave, teneinde Jezus Christus Zijn leven te laten leven in ieder van Gods mensen.

Wij dienen allen onderricht, onderwezen, aangemoedigd en geleid te worden naar het Koninkrijk van God. Daarom wordt ons geboden: “En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24-25). Merk op dat wij onze onderlinge bijeenkomst niet moeten nalaten! Integendeel, we moeten regelmatig op Gods Sabbatten en op Zijn Heilige Dagen samenkomen, net zoals Jezus en de vroege apostelen deden (Lukas 4:16, Handelingen 17:2).

Hoewel sommige mensen er trots op zijn ‘onafhankelijke christenen’ te zijn, is dat nooit Gods weg geweest. Het hele verhaal van het boek Handelingen beschrijft een verenigde kerk die samenkomt en waarin wanneer maar mogelijk allen samenwerken! Wij allen hebben de gemeenschap, de liefde, de voorbeelden en aanmoediging van medechristenen die toegewijd zijn om ‘naar elk woord van God te leven’. De ware kerk — twaalfmaal de “gemeente [ofwel: ‘kerk’] van God” genoemd in het Nieuwe Testament — biedt deze gelegenheid voor een goede geestelijke gemeenschap, groei en dienst.

Weigeren om bijeen te komen met hen die groeien en hen die het Werk van God doen, is het volledig tegengestelde van wat Christus en de apostelen onderwezen en in praktijk brachten. Want we moeten allemaal leren elkaar lief te hebben, elkaar te vergeven en — door Gods heilige Geest in ons —— te groeien in die liefde. Want Gods woord zegt ons: “Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.” (1 Johannes 4:20-21).

Een verbond met uw Schepper

Gods woord maakt het heel duidelijk dat de echte christelijke doop een volwassen beslissing is die genomen moet worden na diepe bezinning en oprecht berouw en bekering. Want, nogmaals, het beeldt werkelijk de dood en begrafenis van ons oude egoïstische zelf uit. En met deze beslissing en actie sluiten we een verbond met onze Schepper om het vergoten bloed van Jezus Christus als betaling voor onze zonden te aanvaarden en Hem werkelijk te erkennen als onze Heer, of Meester, en onze komende Koning die we voortaan zullen gehoorzamen!

Van Gods kant wordt ons de kostbare “gave van de Heilige Geest” beloofd (Handelingen 2:38). Het ontvangen van Gods heilige Geest houdt in dat u geïmpregneerd wordt met Zijn natuur en karakter. De apostel Paulus legt dit zo uit: “… de liefde van God [is] in onze harten uitgestort door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.” (Romeinen 5:5). En we lezen in Galaten 5:22-23 dat de “vrucht” of het resultaat van de heilige Geest in ons leven “... liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” is.

Gods heilige Geest geeft ons de geestelijke liefde en geestelijke kracht om God te gehoorzamen, om onze lusten te beheersen, en om in Zijn geboden te wandelen, als een manier van leven. “Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last” (1 Johannes 5:3). Dus het zijn niet wij — met onze menselijke kracht — die Gods geboden houden, het is Christus die in ons Zijn leven leeft door de inwonende aanwezigheid van de heilige Geest.

Jezus Christus zei in Mattheüs 24:13 [NBG]: “Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.” Als we het Koninkrijk willen beërven dat God voorbereid heeft voor hen die Hem liefhebben, moeten we tot het einde trouw blijven. We doen dit door voortdurend in Christus te blijven (Johannes 15:3-4). Hoe blijft u in Christus? Let op wat Johannes in 1 Johannes 2:3-6 uitlegde: “En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.

Blijven of volharden betekent trouw verankerd en gevestigd blijven in de waarheid van God. Bedenk dat de Bijbel laat zien dat de waarheid niet louter een lijst van leerstellingen is waarover geredetwist moet worden, maar veeleer een levenswijze die gehoorzaamd en geleefd moet worden (Galaten 3:1; 2 Petrus 2:2, 21).

De meeste belijdende Christenen denken dat verlossing slechts een eenmalige aangelegenheid is. Velen die beweren Gods vertegenwoordigers te zijn, hebben Gods beloften en Zijn doel gebagatelliseerd. Zij hebben een goedkope genade aangeboden die de gelovige niets kost. Ze hebben ‘vrijheid’ beloofd door te onderwijzen dat Gods wet een slavenjuk is en dat echte gehoorzaamheid daaraan niet nodig is. In werkelijkheid laat hun ‘gemakkelijke genade’-leer dat Christus op de een of andere manier alles voor ons heeft gedaan, hun aanhangers alleen maar verstrikt in de verdorvenheid van de zonde. (2 Petrus 2:19).

Jezus zei daarentegen dat degenen die achter Hem aan zouden willen komen, bereid moesten zijn om alles op te geven, zelfs hun eigen leven (Mattheüs 16:24-25). Christus verlangt niets minder dan totale, onvoorwaardelijke betrokkenheid en toewijding van degenen die Hem als hun Heer en Verlosser zouden willen aanvaarden. “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt ...”, zei Christus. “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.” (Mattheüs 7:13, 21). Dit is het verbond dat we bij de doop met onze Schepper sluiten.

De Bijbel laat een grote en ontzagwekkende bestemming zien voor hen die Gods heil beërven. Het laat ook het proces zien waardoor God Zichzelf in ons reproduceert. Bekering is de sleutel tot dat proces. Ware bekering houdt de totale overgave van ons leven en van onze wil aan de almachtige God in.

Voor hen die zich op deze manier tot Hem wenden, maakt God vergeving en de transformatie van binnenuit mogelijk, en de uiteindelijke toegang tot Zijn glorierijke Koninkrijk als een van Zijn ware zonen. Zullen we moeilijkheden tegenkomen en zelfs soms worden vervolgd omdat we proberen te leven volgens Gods instructies in plaats van de tradities en gebruiken van de wereld om ons heen? Dat zullen wij zeker! Maar we mogen de aansporing van de apostel Paulus nooit vergeten dat “... het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden” (Romeinen 8:18).

Ons persoonlijk verbond met onze Schepper bij de doop houdt een levenslange toewijding aan een leven van verandering in. Er zullen veranderingen komen in hoe we ons voelen, in wat we doen, en vooral in wat we aan de binnenkant zijn. Ware bekering leidt ertoe dat wij “… aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig … [worden], opdat Hij {Christus] de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders” (Romeinen 8:29).

Handel naar de waarheid

God zegt ons dat we niet enkel ‘geïnteresseerd’ moeten zijn in Zijn waarheid, maar dat we ernaar moeten handelen! “Leg daarom af alle vuilheid en elke uitwas van slechtheid en ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante Woord, dat uw zielen zalig kan maken. En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt” (Jakobus 1:21-23). Ongetwijfeld beginnen duizenden van u die dit lezen te beseffen dat God u op de een of andere manier in contact gebracht heeft met Zijn kerk op deze aarde vandaag. U hebt door het Werk van de Levende Kerk van God, via het Tomorrow’s World televisieprogramma of het magazine, het werkelijke doel van het menselijke bestaan en de levenswijze die God voorschrijft leren kennen. Nu is het wellicht tijd om naar deze kostbare Waarheid te handelen. Spring er niet slordig mee om! Treuzel niet en stel niet uit als u eenmaal begrepen hebt wat Gods doel in uw leven is. Wacht niet totdat u denkt dat u al overwonnen hebt of totdat u een ‘volledig’ begrip hebt of ‘volmaakt’ berouw, want u kunt niet eens beginnen de weg naar perfectie te gaan totdat u gedoopt bent en Gods beloofde heilige Geest ontvangen hebt om u te leiden en kracht te geven!

Dus zodra u oprecht berouw hebt en ‘de kosten berekend hebt’ en beseft dat u gedoopt dient te worden, laat ons dan van u horen. De Levende Kerk van God heeft dienaren of getrainde vertegenwoordigers in de meeste delen van de wereld. Als u hierom vraagt, zullen zij u bellen en een afspraak met u maken voor doopadvisering. Zij zullen niet onverwachts komen opdagen. Zij zullen van tevoren contact met u opnemen en met u afspreken op het voor u beste tijdstip en meest geschikte plaats.

U zult niet onder druk worden gezet om ergens ‘bij te gaan’! In feite zullen onze dienaren gewoon met u praten, uw vragen beantwoorden en u wat materiaal geven om te lezen en te bestuderen voordat u daadwerkelijk gedoopt wordt. Wij willen er zeker van zijn — evenzeer als u — dat u werkelijk klaar bent om gedoopt te worden. Maar dit eerste bezoek zal u de gelegenheid geven — waarschijnlijk voor de eerste keer in uw leven — om een ware dienaar van God te raadplegen die de volle waarheid van God echt begrijpt en onderwijst.

Dus neem vandaag nog contact met ons op.

Onze adressen en telefoonnummers over de hele wereld staan achterin dit boekje. Nogmaals, we zien ernaar uit van u te horen en u te dienen, want u bent nu in contact met de Levende Kerk van God. Moge God u het begrip, de liefde en de moed geven om te handelen naar de kostbare waarheid die u gegeven is.