Wat zijn de belangrijkste dagen op de christelijke kalender? Veel mensen zouden zeggen Kerstmis en Pasen. Maar de eerste volgelingen van Jezus Christus vierden geen van deze dagen. Zij volgden Zijn voorbeeld en vierden dezelfde Heilige Dagen die Jezus Christus Zelf vierde!

De Heilige Dagen beschrijven feitelijk, in volgorde, Gods plan voor de bestemming van de hele mensheid. God zelf stelde als regel, voor heel Zijn volk, deze Heilige Dagen als onderdeel van een reeks jaarlijkse feestdagen te vieren.

 

Introductie

Heidense feestdagen vs. Gods Heilige Dagen

Waarom vieren de meeste belijdende christenen Kerstmis, Pasen en Halloween en blijven ze in gebreke de dagen te vieren die de Bijbel duidelijk gebiedt? Maakt het zoveel verschil uit welke dagen wij vieren? Is het van invloed op onze hoop op eeuwig leven? Heeft het een enorme weerslag op ons begrip van wat voor God wij vereren en welk groot doel hier op aarde wordt uitgewerkt?

Helaas ‘groeiden’ de meesten van ons ‘op’ in protestantse kerken – of in het katholicisme – en beschouwden eigenlijk alles wat ons werd onderwezen over God, Christus en religie als vanzelfsprekend. Heel weinig mensen nemen gewoonlijk de moeite, zelfs na het bereiken van volwassenheid, om daadwerkelijk te onderzoeken en te bewijzen waarom zij geloven wat zij geloven. Het lijkt veel eenvoudiger om hierin ‘de massa te volgen’ en mee te gaan met wat ons ook geleerd is.

Bent u zo geweest?

Hebt u achteloos aangenomen dat de Bijbel ons leert Kerstmis en Pasen te vieren? Hebt u aangenomen dat Christus, ons voorbeeld, en de oorspronkelijke geïnspireerde kerk uit de eerste eeuw Kerstmis en Pasen vierden?

Als dat zo is hebt u het helemaal bij het verkeerde eind!

Want bijna alle eerlijke theologen en historici geven volmondig toe dat Kerstmis en Pasen vele jaren na de dood van de oorspronkelijke apostelen in het ‘christendom’ werden ingebracht! In het artikel ”Christmas” [Kerstmis] verklaart de Encyclopædia Britannica: “De geschiedenis van dit feest hangt zo nauw samen met dat van Epifanie [Eng.: Epiphany] q.v.), dat wat volgt gelezen moet worden in samenhang met het artikel onder dat kopje. . . . De grote kerk adopteerde Kerstmis veel later dan Epifanie; en voor de 5e eeuw was er geen algemene overeenstemming van opinie met betrekking tot wanneer het op de kalender moest komen, op 6 januari, 25 maart of 25 december. . . . In 1644 verboden de Engelse puriteinen elke vrolijkheid of religieuze dienst door een wet van het parlement op grond van dat het een heidens feest was, en bevalen dat het als een vasten gehouden werd. Karel II blies het feest nieuw leven in, maar de Schotten hielden vast aan het puriteinse standpunt” (deel 6, 11e ed., pp. 293-294).

De Catholic Encyclopedia vertelt ons: “Kerstmis behoorde niet tot de vroegste festivals van de kerk. Irenaeus en Tertullianus vermelden het niet op hun lijst van feesten; Origenes beweert, wellicht met de blik op het verwerpelijke keizerlijke Natalitia (in Lev. Hom. viii in Migne, P.G., XII, 495), dat in de Schrift alleen zondaars, niet de heiligen, hun geboortedag vieren. . . . In Engeland werd in 1644 Kerstmis door een wet van het parlement verboden; de dag moest een dag van vasten en een marktdag worden; winkels werden gedwongen open te zijn, plumpuddingen en gehaktpasteitjes werden verworpen als heidens. De conservatieven boden weerstand; in Canterbury werd bloed vergoten; maar na de Restauratie [Periode in Engeland in de 2e helft van de 17e eeuw] bleven de Dissenters [zij die geen lid van de staatskerk waren] kerst een ‘dwaas feest’ noemen” (deel 3, pp. 724, 728).

Verwerping van het voorbeeld van Christus en de apostelen

Een belangrijke sleutel om te onthouden bij het trachten te begrijpen van wat er gebeurde is te beseffen dat het grootste deel van de ‘christelijke’ priesters en geleerden niet serieus geprobeerd hebben om het voorbeeld van Christus en de originele apostelen te volgen! Toen de belijdende christelijke kerk in het Romeinse Rijk groeide, probeerden zij hun godsdienst ‘comfortabeler’ te maken voor de heidenen om hen heen in een poging hen te winnen, en ook, soms, in een poging om vervolging te voorkomen. Dr. Rufus M. Jones legt uit: “Als Christus misschien zelf door Zijn latere volgelingen als model en voorbeeld voor de nieuwe weg zou zijn genomen, en er een serieuze poging gedaan zou zijn om Zijn leven en leer als de standaard en de norm voor de kerk te hanteren, zou het christendom iets heel anders zijn dan wat het geworden is. Dan zou ‘ketterij’ zijn geworden, wat het nu niet is, het afwijken van Zijn weg, Zijn leer, Zijn geest, Zijn koninkrijk. . . . Wat wij heel passend ‘Galilees christendom’ mogen noemen, had een kort leven, hoewel er opmerkelijke pogingen zijn gedaan om het nieuw leven in te blazen en het weer levend te maken; en hier en daar hebben geestelijke profeten erop aangedrongen dat alles dat anders is dan deze eenvoudige Galilese godsdienst ‘ketterij’ is; maar de hoofdlijn van historische ontwikkeling heeft een andere koers gekozen en een heel andere nadruk gelegd” (The Church’s Debt to Heretics [De schuld van de kerk jegens ketters], pp. 15-16).

En de protestantse schrijver Jesse Lyman Hurlbut – schrijvend over de periode tussen 313-476 n. Chr. – geeft toe: “De vormen en ceremoniën van het heidendom zijn geleidelijk in de godsdienst geslopen. Sommige oude heidense feesten werden kerkelijke feestdagen met de verandering van naam en godsdienst. Rond 405 n. Chr. begonnen beelden van heiligen en martelaren in de kerken te verschijnen, eerst als gedenktekens, vervolgens gerespecteerd, vergoddelijkt en aanbeden” (The Story of the Christian Church [Het verhaal van de christelijke kerk], p. 79).

Maar hoewel de vroege ‘christelijke’ leiders zich aanpasten aan de heidenen om hen heen, waarschuwde God onze geestelijke voorvaders tegen het volgen van de gebruiken van de omringende heidense volken door te zeggen: “. . . dat u niet vraagt naar hun goden, door te zeggen: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, zo zal ik het ook doen. U mag ten aanzien van de HEERE, uw God, niet doen zoals zij! Want alles wat voor de HEERE een gruwel is, wat Hij haat, hebben zij voor hun goden gedaan . . . (Deuteronomium 12:30-31).

Jezus Christus waarschuwde de religieuze leiders uit Zijn tijd, “. . . U stelt op een mooie manier Gods gebod terzijde om u aan uw overlevering te houden” (Markus 7:9). Let nauwkeurig op de opmerking van Jezus over het verwerpen van het gebod van God door het houden van menselijke traditie. Dit is zeer beslist het geval als wij bedenken welke dagen God heilig maakte, want praktisch niemand houdt de dagen die door de heidenen geïntroduceerd zijn en viert daarnaast ook de Bijbelse Heilige Dagen die God gebiedt – en die door Christus en de kerk van de eerste eeuw werden gevierd.

Daarom moet u een keuze maken.

U moet kiezen tussen het vieren van de ‘mis van Christus’ – die Christus uitbeeldt als een hulpeloos klein kind, en omringd wordt door heidense begrippen als het ’kersthoutblok’, de kerstboom, de kerstman en Rudolf het rendier met de rode neus – of, aan de andere kant, het vieren van de Bijbelse Heilige Dagen die, stap voor stap, het verbazingwekkende plan verbeelden dat God hier op aarde aan het uitwerken is. U zult moeten kiezen tussen het volgen van Christus en de oorspronkelijke apostelen, of het volgen van de katholieke ‘vaders’ uit de donkere middeleeuwen, die in toenemende mate, laag na laag, puur heidendom in belijdend christendom injecteerden.

Wat zult u kiezen?

Zoals ik in het boekje Welke dag is de christelijke Sabbat? uitleg dat, indien u op het spreekwoordelijke onbewoonde eiland zou zijn met slechts een heilige kalender en een Bijbel, u de Bijbelse Sabbat en Bijbelse Heilige Dagen zou moeten vieren, omdat dit de enige dagen zijn die de Bijbel gebiedt en er zelfs rechtstreeks over spreekt. Het woord ‘Kerstmis’ bijvoorbeeld staat niet in de Bijbel. En er is zelfs niet de geringste aanwijzing in de Bijbel dat wij de dag van de geboorte van Christus zouden moeten vieren, zelfs als wij wisten wanneer deze was – wat niet het geval is! En het woord ‘Pasen’ wordt opzettelijk niet genoemd in enige achtenswaardige moderne vertaling van de Bijbel. Het Engelse woord voor Pasen: ‘Easter’ wordt eenmaal onjuist genoemd in de King James Version in Handelingen 12:4. Maar alle geleerden geven toe dat de correcte vertaling van het woord ‘Pascha’ [in de Griekse grondtekst], waarvan ‘Easter’ hier een vertaling is, ‘Passover’ [Engels voor ‘Pascha’]  moet zijn en geen enkele relatie heeft met het wereldse Pasen. En praktisch alle wetenschappers erkennen dat het woord ‘Easter’ eenvoudig een afgeleid woord is van de naam van de vroegere godin Isjtar of ‘Isis’ – godin van de seks en vruchtbaarheid van het oude Midden-Oosten. Natuurlijk, dat is waar de ‘paaseieren’ vandaan komen – de heidense verering van seks en vruchtbaarheid.

Interessant is dat, hoewel ons op de zondagsschool waarschijnlijk niet werd onderwezen over Gods Heilige Dagen, de door God bevolen dagen heel vaak in de Bijbel worden genoemd! Deze dagen werden duidelijk geboden in het Oude Testament, en de viering ervan door Christus en de apostelen in het Nieuwe Testament bekrachtigt ze zeker voor de christelijke kerk.

Lukas zegt ons: “En het Kind groeide op en Het werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem. En Zijn ouders reisden elk jaar voor het feest van het Pascha naar Jeruzalem” (Lukas 2:40-41). Dan vertelt het verslag dat toen zij “. . . die dagen tot het einde doorgebracht hadden . . . het Kind Jezus [achterbleef]” (v. 43). Alle geleerden beseffen dat “die dagen”, waarover hier gesproken wordt, de Dagen van Ongezuurde broden waren, die onmiddellijk op het Pascha volgen. Dus hoewel Jezus “gesterkt in de geest” was en in staat geestelijke principes op het hoogste niveau met de ‘doctors’ van de Joodse wet te bespreken, hield Hij met Zijn ouders de Dagen van Ongezuurde Broden.

Tijdens Zijn bediening zien wij dat Jezus naar Jeruzalem gaat om het Loofhuttenfeest te vieren. Hij zei tegen Zijn fysieke broers: “Gaat u naar dit feest . . .” (Johannes 7:8). Hun werd duidelijk door de Zoon van God opgedragen naar Jeruzalem te gaan om het Loofhuttenfeest te houden! Daarna ging Jezus zelf, in het geheim eerst, om geen vervolging uit te lokken (v. 10). “Maar toen het feest al half voorbij was, ging Jezus naar de tempel en gaf onderwijs” (v. 14).

Lukas vermeldt het volgende dat aan het einde van het menselijk leven van Jezus plaatsvond: “De dag van de ongezuurde broden brak aan, waarop men het Pascha moest slachten. En Hij stuurde Petrus en Johannes eropuit en zei: Ga heen, maak voor ons het Pascha gereed, zodat wij het kunnen eten.” Toen zei Hij tegen hen: “. . . Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden” (Lukas 22:7-8, 15). Jezus vierde dus als volwassene het Pascha, en was hierin een voorbeeld voor ons.

Dan zien wij dat de geïnspireerde apostolische kerk aan nog een andere van Gods Heilige Dagen begon, het Pinksterfeest, toen de heilige Geest werd uitgestort: “En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen” (Handelingen 2:1). Wat zou er gebeurd zijn als de discipelen Gods Heilige Dagen verworpen hadden en zelfs niet aanwezig waren geweest op de dag dat de heilige Geest werd gegeven?

Sommigen nemen wellicht aan dat dit het enige Pinksterfeest was dat de vroege kerk vierde. Dat is niet zo. Want in Handelingen 20:16 lezen wij: “Want Paulus had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te hoeven doorbrengen, want hij haastte zich om, als het mogelijk voor hem was, op de Pinksterdag in Jeruzalem te zijn”. En Paulus vierde nog een Pinksterfeest in Efeze: “Ik zal echter tot Pinksteren in Efeze blijven, want daar is voor mij een grote en krachtige deur geopend, en er zijn veel tegenstanders” (1 Korinthe 16:8-9).

Ook gebood de apostel Paulus de kerk uit de heidenen in Korinthe nadrukkelijk om de Dagen van Ongezuurde broden te vieren. Sprekend over deze dagen, schreef Paulus: “Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam* [*Letterlijk: Pascha] is voor ons geslacht: Christus. Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid” (1 Korinthe 5:7-8). Paulus sprak duidelijk over het vieren van het Feest van Ongezuurde Broden.

Alle volken zullen Gods Heilige Dagen vieren

Een krachtige eindtijd profetie maakt het buitengewoon duidelijk, dat alle volken spoedig zullen leren het Loofhuttenfeest te vieren! Merk op wat God de profeet Zacharia inspireerde te schrijven over de jaren die voor ons liggen: “Zie, er komt een dag voor de HEERE waarop de buit, op u behaald, in uw midden zal worden verdeeld. Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad. Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden”, “Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren. Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen. Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen regen is gevallen, niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee de HEERE de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren” (Zacharia 14:1-4, 16-19).

Aangezien ieder mens op aarde spoedig zal leren deze Bijbelse Heilige Dagen te vieren, rijst de vraag waarom nu niet leren God te gehoorzamen en ze nu al beginnen te houden? Waarom niet een geestelijke ‘pionier’ worden en helpen de weg te banen voor de miljarden anderen die spoedig na de terugkeer van Christus tot dit begrip zullen komen?

“Maar”, zult u zeggen, “ons werd geleerd dat dit Joodse Heilige Dagen zijn! Moeten christenen de Joodse Heilige Dagen houden?”

Welnu, ik heb zojuist uitgelegd dat alle volken, zowel Joden als heidenen, spoedig zullen leren de Bijbelse Heilige Dagen te houden, niet omdat ze ‘Joods’ zijn, maar omdat God alle leden van Zijn volk gebiedt om ze te vieren. En alle leden van Zijn volk hielden ze in de nieuwtestamentische kerk en, zoals wij hebben gezien, hield Christus ze – als voorbeeld voor ons. De oorspronkelijke apostelen hielden ze ook.

Ware christenen zijn het ‘Israël van God’

Een belangrijke sleutel tot begrip is de les van Jezus aan de Samaritaanse vrouw werkelijk te begrijpen. Hij zei tegen deze niet-Joodse vrouw: “U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden” (Johannes 4:22).

Hoewel zij dikwijls Zijn leer verwierpen, of er menselijke tradities overheen legden, bewaarde het Joodse volk de kennis van de Schepper God en de enige geschreven Bijbel die beschikbaar was voor de oorspronkelijke nieuwtestamentische christenen – wat wij tegenwoordig het Oude Testament noemen. Het is duidelijk dat aan de Joden “. . . de woorden van God [zijn] toevertrouwd” (Romeinen 3:1-2), zeker met inbegrip van Gods Heilige Dagen en met het begrip van hoe de heilige kalender samengesteld moest worden, waarop die dagen gebaseerd zijn. De Joden ‘wisten’ dus wie zij vereerden. En door Christus en een juist begrip van het Oude Testament was de verlossing ‘uit de Joden’. Want ondanks menselijke zwakheid en menselijk vervaardigde traditie hebben de Joden Gods geestelijke wet, de Tien Geboden, de ware Sabbat en de jaarlijkse Heilige Dagen die de Schepper geboden heeft, bewaard. En het Joodse ras bracht Jezus Christus voort – de geprofeteerde Messias.

De apostel Paulus werd geïnspireerd te schrijven: “Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God” (Romeinen 2:28-29). Alle ware christenen zijn dus geestelijke ‘Joden’! En wij zijn gehouden de geestelijke wetten en Heilige Dagen die God aan Israël gaf, en die opnieuw bekrachtigd werden door het voorbeeld van Christus en de geïnspireerde nieuwtestamentische kerk , in acht te nemen.

Zoals Paulus schreef: “Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn. En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God” (Galaten 6:15-16).

Het “Israël van God” wordt gevormd door de ware mensen van God – degenen die geestelijk besneden zijn en in wie Christus Zijn gehoorzaam leven leidt door de heilige Geest. Dus, wij moeten inderdaad onze vooroordelen zien kwijt te raken en ophouden met de dingen, die God voor al Zijn mensen van alle rassen en volken gegeven heeft, ‘Joods’ te noemen!

Ware christenen moeten de dagen heilig houden die God heilig maakte. En wij moeten het voorbeeld van Jezus en de oorspronkelijke apostelen volgen door hetzelfde te doen. Dan zullen het begrip en de inachtneming van Gods Heilige Dagen zoals we zullen zien ons verstand openen voor het grote doel en voornemen dat God hier beneden uitwerkt. God heeft inderdaad een groot plan in gedachten voor de hele mensheid. God openbaart dit aan ons door de brief van Paulus aan de Efeziërs: “toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte, om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil” (Efeze 1:9-11).

Een vooruitblik op het Plan

De meeste belijdende christenen vieren wat zij noemen het ‘Laatste Avondmaal’, de ‘mis’, de ‘Eucharistie’ of een dergelijk viering waarvan het deelnemen aan brood en wijn die het offer van Christus symboliseren onderdeel uitmaakt. Weinigen hebben ook maar enig begrip van waarom zij dit doen en – zoals ik zojuist aangaf – het brengt allerlei verschillende vormen van vieringen met zich mee als we de verschillende takken van het christendom bekijken.

Maar zoals wij zullen zien, zijn deze gelegenheden herdenkingsvieringen van slechts de eerste stap in Gods Plan. Voor de meeste belijdende christenen geldt dat alle andere fasen van Gods Plan door hen op geen enkele wijze gevierd worden – en daarom ook op geen enkele wijze begrepen! Door heel de Bijbel worden veel dingen die God doet geopenbaard in een zevenvoudig patroon. Want in het begin schiep God de zevendaagse week (Genesis 1). De zevende dag werd geopenbaard als Zijn Heilige Sabbat (Genesis 2:1-3). Later gaf Hij precies zeven jaarlijkse Heilige Dagen om Zijn allesomvattend plan en doel met betrekking tot de mensheid te openbaren (Leviticus 23). In het Nieuwe Testament worden de zeven gemeenten van Openbaring beschreven (Openbaring 2-3). Wij lezen over de zeven zegels, de zeven bazuinen, de zeven laatste plagen, enz.. Het is dus niet verwonderlijk dat Zijn Plan is geopenbaard in zeven stappen. Want zeven is het Bijbelse getal van voltooiing of perfectie.

Daarom is het, als we het begrijpen, gek om slechts één van Gods jaarlijkse Feesten die Zijn Plan uitbeelden te vieren en alle andere niet! Laat ons heel kort als ‘vooruitblik’ op wat komt alle zeven van Gods jaarlijkse, geestelijke Feesten onderzoeken, zodat wij Zijn Plan en doel die met deze Feesten gegeven zijn beter kunnen begrijpen als wij verder gaan.

Als eerste komt de plechtige viering van het lijden en de dood van Christus ten behoeve van ons. De Bijbel noemt dit het ‘Pascha’. Het beeldt onze aanvaarding uit van het gebroken lichaam en vergoten bloed van Christus dat Hij ons als onze Verlosser aanbood. Maar denk eraan dat dit slechts de eerste stap in Gods Plan voor ons is! Daarna dienen we te groeien in genade en kennis (2 Petrus 3:18) en beginnen met het volledig verwijderen van onze oude zondige wegen en gewoontes uit ons leven. Dit proces van ‘overwinnen’ wordt uitgebeeld door de Dagen van Ongezuurde Broden.

Ten derde zijn wij allen in de geestelijk verwekte kerk – de “kleine kudde” (Lukas 12:32) – slechts de ‘eerstelingen’ van de grote geestelijke oogst die na de Tweede Komst van Christus zal plaatsvinden. Het derde jaarlijkse Feest van God, het Pinksterfeest of het Feest der Eerstelingen beeldt het feit uit dat slechts een zeer kleine geestelijke oogst op dit moment door God binnengehaald wordt. God probeert op dit moment niet de hele wereld te ‘behouden’. Anders zou Hij daar nu mee bezig zijn – en de miljarden ongelovigen van de afgelopen eeuwen en ook van tegenwoordig in China, India en andere landen zouden snel tot volledig begrip komen van de ware God en oprechte acceptatie van Zijn Zoon als hun Heer en Verlosser!

Eindtijd gebeurtenissen verbeeld in de zevende maand

Ten vierde: de rampzalige gebeurtenissen aan het einde van dit huidige tijdperk die leiden tot de terugkeer van Christus op aarde worden uitgebeeld door het Bazuinenfeest (Leviticus 23:24). In het oude Israël werden bazuinen letterlijk gebruik als alarmsignaal voor oorlog. In onze dagen zal op het hoogtepunt van een reeks oorlogen en wereldwijde opschudding Jezus Christus terugkeren en zullen de doden “bij de laatste bazuin” worden opgewekt (1 Korinthe 15:51-52).

Dan zal, direct na Christus’ terugkeer, Satan op bovennatuurlijke wijze gebonden en in de afgrond geworpen worden “. . . opdat hij de volken niet meer zou misleiden . . .” (Openbaring 20:3). Eindelijk kan de mens, wanneer Satan gebonden is, ‘één’ worden met God. Dit wordt duidelijk uitgebeeld door het vijfde geestelijke Feest – de Grote Verzoendag.

Na de terugkeer van Christus giet God Zijn Geest uit en begint de hele mensheid te verlichten met het ware begrip van Zijn grote plan. In die tijd, zegt God, zal “. . . de aarde [zal] vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt” (Jesaja 11:9). Dit wordt uitgebeeld door onze vreugdevolle viering van het zesde Feest in Gods plan – het zevendaagse Loofhuttenfeest of “Feest van de inzameling” (Exodus 34:22).

Gods kalender van de Heilige-Dagen is gebaseerd op de oogstseizoenen van Israël. Zoals aangegeven beeldt dit voor ons de geestelijke oogst uit die God voornemens is binnen te halen. Eerst de kleine voorjaarsoogst, uitgebeeld door het ‘Feest der Eerstelingen.’ Ten slotte, aan het einde van dit tijdperk, de massale herfstoogst, uitgebeeld door het “Feest van de Inzameling.”

Nu komen wij bij het zevende en laatste geestelijke Feest dat God aan Zijn volk gaf. “Maar welk deel van Zijn plan is er dan nog over om verbeeld te worden?”, zou u kunnen vragen. Zoals eerder uitgelegd zullen er zelfs aan het einde van de 1000-jarige regering van Christus onnoemelijke miljarden mensen uit verleden tijdperken zijn die vrijwel nooit iets over de ware God, over Jezus Christus of over Gods doel voor hun leven hebben begrepen. Wat zal met deze ‘ongeredde’ miljarden mensen gebeuren, aangezien er “. . . geen aanzien des persoons [is] bij God” (Romeinen 2:11)? Het plechtige zevende Feest van God beeldt de tijd uit wanneer God – voor de eerste keer – hun verstand zal openen om Zijn woord en Zijn wil te begrijpen en hun een echte kans te geven om hun namen in het “boek des levens” in te laten schrijven (Openbaring 20:11-12, 15).

Met de viering van dit zevende Feest dat wij de ‘Laatste Grote Dag’ (Johannes 7:37) noemen, beëindigen wij de beschrijving van het hele plan van onze Schepper. Van onze eerste aanvaarding van Christus als Verlosser tot de uitbeelding van Zijn Tweede Komst en oprichting van Gods Koninkrijk op aarde, helemaal tot de Laatste Grote Dag die de tijd uitbeeldt wanneer alle mensen eindelijk een echte kans op behoud zullen krijgen  —  deze door God gegeven, door God geïnspireerde Feesten beelden het werkelijke plan van God uit. De heidense religieuze feesten die Satan een misleide mensheid heeft opgedrongen, zijn inderdaad een goedkoop surrogaat. Want in werkelijkheid beelden zij een valse god en een valse Christus uit en leiden zij tot de aanvaarding van een vals evangelie, dat rechtstreeks in tegenspraak is met de ware boodschap die Christus en de apostelen predikten!

Deze zeven Feesten – waarvan er twee zeven dagen duren en vijf één dag – zijn opgeteld 19 jaarlijkse Feestdagen. Zeven van deze 19 dagen zijn speciale rustdagen of ‘Sabbatten’. Deze zeven jaarlijkse Sabbatten – ook bekend als Gods jaarlijkse Heilige Dagen – zijn de eerste en laatste dag van het Feest van Ongezuurde Broden, het Pinksterfeest, het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag, de Eerste Dag van het Loofhuttenfeest en de Laatste Grote Dag.

Zoals wij in dit boekje zullen zien, zijn Gods Heilige Dagen veel meer dan alleen maar dagen waarop wij stoppen met ons normale werk; zij zijn veel meer dan gewone burgerlijke feestdagen. Andere Joodse feestdagen, zoals Chanoeka en Poerim, speelden een belangrijke rol in het burgerlijk leven van de Joodse staat en zijn tegenwoordig belangrijk voor heel veel Joden. Maar deze burgerlijke feesten zijn geen Feesten van de Heere, zoals vermeld in Leviticus 23. Zij kunnen vreugdevolle nationale vieringen zijn, zoals de festiviteiten op Thanksgiving Day in de Verenigde Staten en Canada; maar zoals niemand van een Britse burger verwacht om Canada’s Thanksgiving te vieren, verwacht ook niemand dat een niet-Jood betekenis hecht aan een feestdag die door de Joodse staat is ingesteld. En God heeft niet geboden dat deze burgerlijke feestdagen gehouden werden, zoals Hij de inachtneming van de Feesten in Leviticus 23 heeft geboden.

Laten wij nu de betekenis en doel van elk van de zeven religieuze feesten, die God de hele mensheid gaf om te houden, nagaan en onderzoeken. Bedenk dat begrip en viering van deze Feesten ons helpen het grote meesterplan van onze Schepper in gedachten te houden, waardoor Hij voornemens is de grote meerderheid van de mensheid te verlichten en uiteindelijk te behouden.

 

Stap 1

Het Pascha

God besloot om mensen te scheppen naar Zijn eigen beeld  — met Zijn vorm en gestalte  — die Zijn echte zonen en dochters zouden worden, in het bezit van Zijn goddelijke natuur (2 Petrus 1:4) en met het karakter van Hemzelf in hen geplaatst door de heilige Geest.

De mensen zouden morele keuzevrijheid hebben – het vermogen om te kiezen tussen goed en kwaad. God zou de mensheid toestaan om te zondigen, onder invloed van Satan, en 6.000 jaar haar eigen weg te gaan. Mannen en vrouwen zouden de levenslessen leren door ervaring en lijden, tot de tijd dat God iedere persoon bovennatuurlijk zou ‘roepen’ tot oprecht begrip en berouw (Johannes 6:44).

Omdat zonde in elke vorm rebellie tegen God is, is het echt iets afschuwelijks. En omdat God bepaald heeft dat “. . . het loon van de zonde . . . de dood [is] . . .” (Romeinen 6:23), heeft God lang geleden besloten dat alleen de dood van Zijn eigen Zoon Jezus Christus waarlijk de afschuwelijkheid van zonde kon verzoenen. “Omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde”, “In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade” (Efeze 1:4, 7).

God zei tegen het oude Israël: “. . . het leven van het vlees is in het bloed” (Leviticus 17:11). Daarom bepaalde God dat het bloed van Zijn eigen Zoon vergoten zou worden. Christus zou het ultieme Paschalam worden – dat alle ware christenen met God de Vader verzoent. “. . . Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus” (1 Korinthe 5:7, SV). En opnieuw: “Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn” (Romeinen 5:9).

Weken voordat zij bij de berg Sinaï aankwamen en voordat het Oude Verbond ook maar werd voorgesteld, zei God het volk Israël een smetteloos, mannelijk lam apart te zetten (Exodus 12:3-6). Dit lam zou het ‘Paschalam’ zijn en moest geslacht worden op de avond van de 14e dag van Abib – de eerste maand van het jaar op Gods heilige kalender.

God had besloten om alle eerstgeborenen in Egypte te vernietigen vanwege de weigering van Farao om Zijn volk te laten gaan. Maar God zei tegen de Israëlieten dat indien zij Hem zouden gehoorzamen en het Paschalam zouden doden en eten – en de deurposten en bovendorpels van hun huizen met wat van zijn bloed zouden bestrijken – dan “. . . Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen. Deze dag moet voor u een gedenkdag worden. U moet hem vieren als een feest voor de HEERE. U moet hem vieren als een eeuwige verordening, al uw generaties door” (Exodus 12:13-14).

Meer dan 1400 jaar vóór de tijd leidde God een heel volk van ongeveer drie miljoen mensen om het ontzagwekkende offer uit te beelden dat Zijn eigen Zoon, Jezus Christus, later zou brengen ten behoeve van de hele mensheid. Want het slachten van het Paschalam stelt exact het offer van Christus voor – de eerste stap in Gods Plan om mensen tot Zijn volledige zonen en dochters te maken.

Het Pascha beeldt het feit uit dat wij “. . . om niet gerechtvaardigd [worden] door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn gerechtigheid te bewijzen vanwege het voorbij laten gaan van de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God” (Romeinen 3:24-25).

Iedere ware christen wordt door God geboden om het Pascha te houden! Het moet eenmaal per jaar gevierd worden precies zoals God gebood – in dezelfde nacht waarin Jezus werd overgeleverd om gekruisigd te worden. De apostel Paulus legt uit: “Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt” (1 Korinthe 11:23-26).

Bij de herdenking van het Pascha, wassen christenen elkaars voeten, zoals Jezus bevolen heeft (Johannes 13:5-15). Ten tijde van Jezus was het gebruikelijk dat een bediende de voeten van een gast waste in het huis van zijn meester. Door de rol van een dienaar op zich te nemen, riep Jezus christenen op tot nederigheid, en gaf Hij een jaarlijkse herinnering aan de houding van liefdevolle dienstbaarheid die wij jegens elkaar moeten hebben, evenals Christus voor ons had.

Vervolgens komt bij de viering van het Pascha de deelname aan het brood. Dit beeldt het lichaam van Christus uit dat voor ons “gebroken” werd (1 Korinthe 11:24). Gods Woord laat duidelijk zien dat Jezus een afschuwelijke mishandeling of ‘geseling’ moest ondergaan vlak voordat Hij werd gekruisigd. De geschiedschrijvers vertellen ons dat deze Romeinse geseling werd uitgevoerd met een leren zweep waarin scherpe stukjes metaal waren vastgemaakt, gemaakt om het vlees te verwonden en het open te rijten. Vanwege de gewelddadigheid van deze geseling en het resulterende bloedverlies, stierven vele veroordeelde gevangenen door de geseling zelf, al voordat zij gekruisigd konden worden.

Waarom moest Jezus deze vreselijke geseling ondergaan?

Ongeveer 700 jaar voordat dit gebeurde inspireerde God de profeet Jesaja om te beschrijven wat er zou gebeuren en waarom: “Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen” (Jesaja 53:4-5).

Door de striemen van Jezus worden wij genezen! In het Nieuwe Testament beschrijft Mattheüs hoe Jezus vele zieken genas en noemt dit de vervulling van de profetie van Jesaja: “. . en Hij dreef de boze geesten uit met een enkel woord, en Hij genas allen die er slecht aan toe waren, zodat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen” (Mattheüs 8:16-17).

Wanneer wij dus tijdens het Pascha het gebroken brood eten, herbevestigen wij onze aanvaarding van het gebroken lichaam van Christus voor onze fysieke genezing. Laten we deze wezenlijke symbolen van het offer van onze Verlosser diep nederig en met ontzag waarderen, en met geloof in de Grote God, Die onze fysieke genezing en onze geestelijke vergeving mogelijk heeft gemaakt!

Vervolgens moeten wij tijdens de Paschadienst deelnemen aan het drinken van de rode wijn die het vergoten bloed van Jezus Christus symboliseert als volledige betaling voor onze zonden. Het is belangrijk om te begrijpen dat Christus onze Schepper is. Daarom is Zijn leven meer waard dan al onze levens samen. Het evangelie van Johannes zegt ons het volgende over Jezus Christus: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is”, “Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen” (Johannes 1:1-3, 10-11). De Persoonlijkheid die van eeuwigheid bij de Vader was geweest ‘ontledigde’ dus Zichzelf (vgl. Filippenzen 2:7) van Zijn goddelijke glorie en macht en werd onze Verlosser. Maar in het begin was het Christus zelf die de mensheid en al het bestaande schiep – natuurlijk handelend namens de Vader. Efeze 3 zegt dat God “. . . alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus” (v. 9).

Geen wonder dat de Bijbel spreekt over het ‘kostbaar’ bloed van Jezus Christus! Want van Hem is het bloed van het Grote Wezen, Die namens de Vader handelde toen Hij de immense hemelen, de aarde en alles wat bestaat schiep.

Wanneer wij drinken van de rode wijn die deze ontzagwekkende daad van totale nederigheid van de kant van onze Schepper symboliseert, zou het ons moeten vervullen met een diep gevoel van dankbaarheid en verering ten aanzien van onze God en onze Verlosser. Indien we waarlijk berouw hebben van onze zonden en Christus als onze Verlosser hebben geaccepteerd, zouden we volledig geloof moeten hebben“. . . dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam” (1 Petrus 1:18-19).

 

Stap 2

Het Feest Van Ongezuurde Broden

Door het Paschaoffer van Christus zijn wij gerechtvaardigd, zijn onze vroegere zonden vergeven en is onze relatie met God ‘hersteld’. “Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn” (Romeinen 5:9). Maar hoe zullen wij, nu onze vroegere zonden vergeven zijn, ‘overwinnaars’ worden en zonde totaal uit ons leven bannen?

Het Feest van Ongezuurde Broden geeft het antwoord. En het staat voor de volgende stap in Gods Plan. Meteen nadat Hij het Pascha gebood, zei God tegen Mozes: “Zeven dagen moet u ongezuurde broden eten. Meteen op de eerste dag moet u het zuurdeeg uit uw huizen wegdoen, want ieder die iets ‘gezuurds’ eet, van de eerste tot de zevende dag, die persoon moet uit Israël worden uitgeroeid. Op de eerste dag moet er een heilige samenkomst zijn, en ook moet u een heilige samenkomst hebben op de zevende dag. Geen enkel werk mag op die dag gedaan worden. Alleen dat wat door iedere persoon gegeten wordt, mag door u klaargemaakt worden. Neem dan het feest van de ongezuurde broden in acht, want op deze zelfde dag zal Ik uw legers uit het land Egypte geleid hebben. Daarom moet u deze dag in acht nemen als een eeuwige verordening, al uw generaties door ” (Exodus 12:15-17).

Merk op! Zoals het Feest van Ongezuurde Broden de tijd was dat God Israël uit Egypte verloste – een symbool of ‘type’ van zonde – zo symboliseert dit Feest ook ware christenen die uit geestelijk Egypte – de zonde – komen! Zuurdeeg zelf is natuurlijk ook een symbool van zonde, want toen Jezus de discipelen wilde waarschuwen voor de bedrieglijke, zondige leringen van de Farizeeën, zei Hij tegen hen: “. . . Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën” (Mattheüs 16:6). Letterlijk zuurdeeg of gist zorgt voor het rijzen van brood, om het ‘op te blazen’, evenals de houding van zonde – of eigen wil – ons opgeblazen maakt en ‘onze eigen dingen laat doen’. En zuurdeeg verspreidt zich meestal door het deeg, net zoals ongecontroleerde zonde geneigd is zich door de kerk te verspreiden! Daarom zei de apostel Paulus tegen de Korinthiërs: “Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus” (1 Korinthe 5:6-7).

Vele traditionele christenen geloven dat wij ‘behouden’ zijn, als onze zonden vergeven zijn. En inderdaad zijn wij op dat moment behouden van de doodstraf die wij door onze vroegere zonden hadden verdiend. Maar wij kunnen alsnog terugvallen en ons behoud verliezen (Hebreeën 6:4-8; 10:26-31; 1 Korinthe 9:27). Behoud is een proces. Wij “worden” nu “behouden” (1 Korinthe 1:18) en zullen uiteindelijk ‘behouden zijn’ – als wij tot het einde volhouden (Mattheüs 24:13). Paulus legt uit: “Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn” (Romeinen 5:10). Als wij alleen het Pascha vieren, laten wij Gods plan onvoltooid. Wij laten Jezus dood aan het kruis hangen – einde verhaal! Maar denk er aan – onze Verlosser stond weer op! En het is door Zijn weer opgewekte leven dat wij behouden zullen worden.

Jezus zei tegen Zijn volgelingen, “. . . Maar wilt u tot het [eeuwig] leven ingaan, neem dan de geboden in acht” (Mattheüs 19:17). Hij zegt ons ook ons te ‘bekeren’ (Markus 1:15); dat betekent, ons totaal afkeren van zonde en de andere weg opgaan, de weg van rechtvaardigheid. Met andere woorden, God verlangt dat wij een verbond met Hem maken om zonde uit ons leven te verwijderen – te stoppen met het breken van Zijn geestelijke wet en beginnen deze te houden. En vervolgens verwacht Hij van ons dat wij hiermee doorgaan.

De apostel Paulus schreef: “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme” (Efeziërs 2:8-9, NBG 1951). Velen zullen zeggen dat dit vers bewijst dat wij niets anders meer hoeven te doen dan Gods vrije gift te ontvangen – dat wij Gods wet niet hoeven te houden. Maar wat een kortzichtig standpunt is dit, wanneer we alleen al het volgende vers bekijken, waarin Paulus uitlegde dat wij zijn “. . . in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (v. 10, NBG 1951). Inderdaad moet onze hele manier van leven veranderen van God ongehoorzaam zijn naar Hem gehoorzaam zijn. Natuurlijk weet Hij dat wij hierin niet perfect zullen slagen, zolang wij nog in het vlees zijn (Romeinen 7:18, 24; 1 Johannes 1:8-10). Maar Hij verlangt nog steeds dat wij in Zijn karakter groeien door een proces van strijden tegen en overwinnen van zonde (verg. 1 Korinthe 9:24-27; Openbaring 2:11; 3:21; 21:7). Ons oude zondige leven moet “met Christus gekruisigd” worden (Galaten 2:20). Onze doop symboliseert dat onze oude natuur figuurlijk met Christus begraven is en daarna opgestaan uit het ‘watergraf’ van de doop als een symbolische ‘opstanding’ tot een nieuw leven in Christus. Daarom moeten wij vanaf dat ogenblik af leven in overeenstemming met Zijn weg. Het Feest van Ongezuurde Broden staat voor dit proces van op Zijn manier te leven en zonde uit ons leven te bannen.

Paulus gebood daarom de heidense kerk in Korinthe: “Laten wij dus feestvieren [het Feest van Ongezuurde Broden], niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid” (1 Korinthe 5:8).

Kennelijk is dit een nieuwtestamentisch gebod om het Feest van Ongezuurde Broden te houden! En dit gebod werd gegeven aan een kerk die hoofdzakelijk uit mensen van heidense oorsprong bestond – hier was dus geen sprake van ‘Jodendom’! In vers 7 brengt Paulus het Feest van Ongezuurde Broden in verband met het Pascha dat er direct aan vooraf gaat, omdat het Pascha gaat over de vergiffenis van zonden uit het verleden, terwijl het Feest van Ongezuurde Broden gaat over het ‘vervolg’ – het vaste voornemen om met Gods hulp te groeien in genade en kennis “. . . tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus” (Efeze 4:13).

Hoe moeten christenen nu dit Feest houden? Ieder jaar, wanneer het Feest nadert, moeten ware volgelingen van het nieuwtestamentische christendom zuurdeeg en gist (en broodproducten, waarin al zuurdeeg of gist zit) uit hun huizen en eigendommen verwijderen. Dan mogen zij zeven dagen lang geen zuurdeeg eten. (Overigens is er niets mis met zuurdeeg op zich. Het is gedurende dit Feest eenvoudigweg een symbool voor zonde.) En als zij gedurende dit Feest wat zuurdeeg in hun huizen tegenkomen, waar zij eerder overheen hebben gekeken, moeten zij dat alsnog ook weg doen (Exodus 13:7).

Terwijl zij hun eigendommen doorzoeken tijdens deze ‘voorjaarsschoonmaak’, moeten zij er aan denken dat, net zoals kruimels van zuurdesem- of gistbrood in verschillende hoeken en gaten van hun huizen kunnen vallen, zo ook zonde onzichtbaar aanwezig kan zijn in de verborgen hoeken van hun leven. Zij kunnen inderdaad erg verrast zijn over sommige plaatsen waar zij zuurdeeg vinden! Christenen zouden God moeten vragen om hen geestelijk grondig te reinigen en schoon te boenen – en hen zelfs delen van hun gedachten laten zien, waarvan zij niet wisten, dat deze zonde in zich herbergden.

Zeven dagen lang – het getal van perfectie – moeten ware volgelingen van het nieuwtestamentische christendom zuurdeeg uit hun huizen en hun bezittingen weghalen. Ze moeten hun aandacht er speciaal op richten om de zonde volledig uit hun leven te verwijderen. Ze moeten door de inachtneming van deze door God geboden handelingen zichzelf eraan herinneren dat zij een voortdurende verantwoordelijkheid ten opzichte van God hebben om zichzelf, de wereld en Satan de duivel te overwinnen. Dit is de ware betekenis van de Dagen van Ongezuurde Broden!

 

Stap 3

Het Pinksterfeest

Zoals we hebben gezien, bouwt elk van Gods geboden Heilige Dagen op de voorgaande voort met het uitbeelden voor ons van het grote Meesterplan dat God voor de mensheid in gedachten heeft. Pascha staat voor onze aanvaarding van het gebroken lichaam en vergoten bloed van Christus – onze vergeving en verzoening met God. Ongezuurde Broden staat voor de noodzaak om uit de zonde te komen en te groeien in genade en kennis.

In zijn beschrijving van hoe nieuwtestamentische christenen heel veel verder kunnen komen dan de ‘vleselijke’ Israëlieten uit de oudheid zegt de geïnspireerde schrijver van Hebreeën ons: “Laten wij er dan beducht voor zijn dat iemand van u ooit schijnt achter te blijven, terwijl de belofte om in Zijn rust binnen te gaan nog van kracht is. Want ook aan ons is het Evangelie verkondigd, evenals aan hen. Maar het gepredikte woord bracht hun geen voordeel, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen die het hoorden” (Hebreeën 4:1-2). Door de beloofde heilige Geest te ontvangen, kunnen nieuwtestamentische christenen oprecht geloof in God hebben – Zijn doel veel vollediger begrijpen – en een zekere mate van Gods eigen karakter krijgen om hen te helpen zonde te overwinnen en te groeien in genade en kennis.

Sprekend over de indrukwekkende beloften van God, schrijft Petrus: “. . . opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur . . .” ( 2 Petrus 1:4). Door de kracht van de heilige Geest plaatst God Zijn eigen natuur in ons – Zijn goddelijke karakter – naarmate wij met Hem wandelen en geestelijk groeien. Dit is wat ons in staat stelt om daadwerkelijk zonde te overwinnen – in tegenstelling tot de oude Israëlieten, die nooit de belofte van de heilige Geest kregen.

Het Pinksterfeest of “feest der eerstelingen”’ (Exodus 34:22, SV), dat direct na de Dagen van Ongezuurde Broden komt, herinnert ons eraan dat God nu slechts een kleine geestelijke oogst van “eerstelingen” roept, maar dat Hij deze kleine oogst zal zegenen met de kracht van Zijn Geest, zodat wij kunnen overwinnen en geestelijk groeien, ondanks dat wij in “de tegenwoordige slechte wereld” leven (Galaten 1:4).

Bij het gebod aan het oude Israël om het Feest der Eerstelingen te houden, gaf God de Israëlieten de opdracht om een schoof van de ‘eerstelingen’ van de voorjaarsgraanoogst naar de priester te brengen (Leviticus 23:10). Hij moest deze schoof – tijdens een plechtige ceremonie – bewegen om door God aanvaard te worden, om zodoende Gods zegen te verkrijgen over deze voorjaarsoogst; en om geestelijk de opgestane Christus voor te stellen die door de Vader aanvaard wordt als de ‘eerste van de eerstelingen’ – de eerste mens, die daadwerkelijk geboren zou worden uit God door een opstanding. De ‘beweegceremonie’ vond plaats op de zondag die direct volgde op de wekelijkse Sabbat gedurende de dagen van Ongezuurde Broden (v. 11). Als u Mattheüs 28:9 vergelijkt met Johannes 20:17, ziet u dat Christus na Zijn opstanding de avond daarvoor Zichzelf presenteerde aan de Vader (1 Korinthe 15:20, 23; Romeinen 8:29; Kolossenzen 1:15, 18).

De Israëlieten moesten, te beginnen met deze zondag, 50 dagen tellen: “U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn. Tot de dag na de zevende sabbat moet u vijftig dagen tellen. Dan moet u de HEERE een nieuw graanoffer aanbieden. Uit uw woongebieden moet u twee broden meebrengen, bestemd voor een beweegoffer. Ze moeten van twee tiende efa meelbloem zijn, met zuurdeeg gebakken; het zijn de eerstelingen voor de HEERE” (Leviticus 23:15-17). Pinksterfeest [Eng.: ‘Pentecost’] betekent letterlijk ‘50ste’. Door precies 50 dagen te tellen vanaf een aangewezen zondag, zouden zij altijd op een zondag zeven weken later eindigen – maar duidelijk niet op een vaste dag van de maand. Als het Pinksterfeest op een specifieke dag van de maand gehouden had moeten worden, zou de Bijbel dit duidelijk gezegd hebben – en zou het niet nodig zijn om te ‘tellen’!

Daarna moesten zij op het Pinksterfeest of ‘Feest der Eerstelingen’ twee ‘beweegbroden’ offeren. Er staat dat deze beweegbroden “de eerstelingen voor de HEERE’ zijn (Leviticus 23:17). Deze ‘eersteling’-broden stelden duidelijk het oudtestamentische en het nieuwtestamentische volk van God voor – want zelfs de oudtestamentische profeten hadden Gods heilige Geest (vgl. 1 Petrus 1:10-11).

Een wezenlijke les van de ‘eerstelingen’ is dat God slechts een klein aantal mensen roept – de ‘eerstelingen’ – in dit tijdperk. Zoals wij hebben gezegd, was de vroege voorjaarsoogst in Israël een kleine oogst in vergelijking met de grotere oogst die in de herfst kwam.

Zo is het vandaag ook, maar dan geestelijk. Jezus Christus zei: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden” (Mattheüs 7:13-14). En Johannes geeft de krachtige waarschuwing van Christus door: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” “En Hij zei: Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is” (Johannes 6:44, 65).

Het mag voor miljoenen ‘belijdende’ christenen aan wie geleerd is dat God de wereld nu tracht te ‘behouden’ vreemd lijken, maar de ware God van de Bijbel tracht dat helemaal niet te doen! Als dat wel zo zou zijn, zouden de vele miljarden mensen die duizenden jaren in India, China, Afrika en elders geleefd hebben, ‘geroepen’ zijn tot het christendom. Maar het grootste deel van hen leefde en stierf zonder ooit de naam van Christus gehoord te hebben!

Het Pinksterfeest of ‘Feest der Eerstelingen’ herinnert ons er ieder jaar aan dat de enkelingen die nu uit deze wereld geroepen worden slechts de ‘eerstelingen’ zijn en dat een veel grotere oogst van stervelingen later zal plaatsvinden – zoals wij zullen zien. En als wij lezen over het ‘uitstorten’ van de heilige Geest op het eerste nieuwtestamentische Pinksterfeest, kunnen wij geïnspireerd worden, omdat wij ’uitgeroepenen’ van vandaag  —  hoewel klein in aantal  —  de kracht van Gods heilige Geest hebben om Gods Werk te doen, alsook om onszelf te overwinnen met hulp die nooit tevoren aan mensen gegeven is.

Want de geïnspireerde Petrus verkondigde: “. . . Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal” (Handelingen 2:38-39). Ook lezen wij de geïnspireerde woorden van Paulus in Romeinen 5: “En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is” (v. 5).

En welke soort liefde wordt uitgestort door de heilige Geest? De apostel Johannes stelde heel duidelijk: “Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last” (1 Johannes 5:3). Door de heilige Geest ontvangen wij de geestelijke liefde van God – de soort liefde die wij moeten hebben om aan Gods grote geestelijke wet, de Tien Geboden, te beantwoorden, die te vervullen en het karakter van God zelf te ontwikkelen. Jaarlijks herinnert de dag van Pinksteren ons aan onze unieke roeping en aan de kracht die ons door Gods Geest wordt gegeven om onze “. . . roeping en verkiezing te bevestigen . . .” ( 2 Petrus 1:10, NBG 1951).

 

Stap 4

Het Bazuinenfeest

De eerste drie van Gods geboden Feesten vallen in het voorjaar. Zij beelden elk geestelijke aspecten uit van Gods Plan. De laatste vier Feesten vallen allemaal in de zevende maand – de maand van finaliteit of voltooiing – en staan voor de voltooiing van Gods Plan op aarde.

Het Bazuinenfeest vindt plaats op de allereerste dag van de zevende maand van Gods heilige kalender. Het kondigt de laatste gebeurtenissen aan van Gods Plan. Het verbeeldt de indrukwekkende interventie van God in de menselijke aangelegenheden – met als hoogtepunt de tweede komst van Christus als Koning der koningen. Let op het originele gebod van God aan oud-Israël: “Spreek tot de Israëlieten en zeg: In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst” ( Leviticus 23:24).

Het blazen van bazuinen werd in Israël gebruikt als een teken voor de mensen om zich te verzamelen, om een of andere actie te ondernemen – of als een waarschuwing voor oorlog (Numeri 10:1-10). Het Bazuinenfeest, dat niet voor niets vlak voor de eindgebeurtenissen van dit tijdperk geplaatst is, duidt daarom duidelijk de spoedig komende tijd van ontreddering, chaos en oorlog in de wereld aan die onmiddellijk zal voorafgaan aan de terugkeer van Christus, zoals vrijwel alle profetieën in de Bijbel laten zien.

Er dient bovendien opgemerkt te worden dat bazuinen ook gebruikt werden voor de aankondiging van de kroning van een nieuwe koning, zoals in het geval van koning Salomo van Israël (1 Koningen 1:34, 39). En de vreedzame regering van Salomo, die volgde op de oorlogen van zijn vader David, was een ‘type’ of model van de komende heerschappij van de Prins van de Vrede, Jezus Christus (vgl. 1 Koningen 4:25; 1 Kronieken 28:5).

Dit boze tijdperk van menselijke zelfheerschappij zal eindigen met het menselijk ras staande op de drempel van massavernietiging. Inderdaad heeft de Bijbel heeft veel te zeggen over een komende verschrikkelijke Wereldoorlog die de hele aarde in de nabije toekomst zal overspoelen. Om meer te weten over deze afschuwelijke tijd die de “grote verdrukking” wordt genoemd (Mattheüs 24:21) en de omstandigheden die deze teweegbrengen, kunt u onze informatieve boekjes aanvragen: Het beest van Openbaring en De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën. Beide zijn gratis verkrijgbaar.

Gelukkig zal – voordat alles voorbij is – Gods interventie de mensheid verhinderen zichzelf totaal te vernietigen (Mattheüs 24:22). Want dan zal de dag van de mens voorbij zijn en zal de ‘Dag des Heren’ beginnen. Toch zal deze niet beginnen met vrede en vreugde voor iedereen. Integendeel, de Almachtige zal de opstandige mensheid tot vrede moeten dwingen – door eerst haar koppige wil te breken. Daarom zal onze Schepper tussenbeide komen om Zijn macht te tonen en een eigenzinnige beschaving eraan te herinneren dat Hij de ultieme Heerser over hemel en aarde is.

Let op de geïnspireerde profetie van Joël: “Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij!” (Joël 2:1). Met het blazen van de bazuinen wordt hier dus het ‘alarm’ afgegeven dat de geprofeteerde “dag van de HEERE“ nabij is!

De tijd beschrijvend wanneer de Israëlieten worden bevrijd uit gevangenschap bij de tweede komst van Christus en teruggebracht worden naar het land Israël verkondigde de profeet Jesaja: “Op die dag zal het gebeuren dat op een grote bazuin geblazen zal worden. Dan zullen zij komen die verloren waren in het land van Assyrië, die verdreven waren naar het land Egypte. En zij zullen zich voor de HEERE neerbuigen op de heilige berg in Jeruzalem” (Jesaja 27:13).

De ‘bazuinplagen’ worden beschreven in Openbaring 8 en 9. Volgend op de Grote Verdrukking zullen deze ontzagwekkende plagen de aarde letterlijk schudden, zoals niets ooit tevoren heeft gedaan! Op een moment wanneer het voorspelde “beest” en de ‘valse profeet’ (vgl. Openbaring 13:15-18) zojuist miljoenen levens hebben vernietigd met ontzagwekkende technologische oorlogswapens, komt de grote God tussenbeide om Zijn macht te tonen en een opstandige beschaving eraan herinneren dat Hij de ultieme heerser van hemel en aarde is. “En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen. En de eerste engel blies op de bazuin, en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en dat werd op de aarde geworpen. En het derde deel van de bomen verbrandde, en al het groene gras verbrandde” (Openbaring 8:6-7).

Uiteindelijk grijpt de levende Jezus Christus op bovennatuurlijke wijze in om een opstandige mensheid te redden en echte vrede in de wereld te brengen. “En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid” (Openbaring 11:15).

Christus zal dus bij de zevende bazuin terugkeren! “En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan” (Mattheüs 24:29-31).

Wat betekent het dat Christus engelen stuurt om op dit moment Zijn uitverkorenen te verzamelen? De apostel Paulus schreef met betrekking tot de terugkeer van Christus bij de laatste bazuin: “Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn” (1 Korinthe 15:20). Maar let op wat hij verder zei: “Want omdat de dood er is door een mens [Adam], is ook de opstanding van de doden er door een Mens [Christus]. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling [d.w.z. de eerste van de eerstelingen], daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst [d.w.z. de rest van de eerstelingen]” (1 Korinthe 15:21-23). En wanneer zal dit alles gebeuren? Paulus schreef: “Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden” (vv. 51-52). Er is wellicht niets meer bemoedigend dan dit verbazingwekkende feit.

Kunnen wij ons een groot verblindend licht voorstellen, zo stralend dat mensen er zelfs niet naar kunnen kijken? Zo zal het gezicht van de verrezen Christus eruitzien als Hij in glorie terugkeert. Kunnen wij ons een enorme bazuinstoot voorstellen dat letterlijk de aarde zal schudden om de terugkeer van Christus als Koning der koningen aan te kondigen? Kunnen wij ons voorstellen hoe de ware heiligen van God – die Hem volgen waar Hij ook naartoe gaat (Openbaring 14:4) – opstijgen om Christus in de lucht te ontmoeten, zich voor eeuwig bij hun Verlosser te voegen en Hem te assisteren bij het besturen van deze rebellerende planeet (Openbaring 2:26-27)?

Al deze dingen zullen aangekondigd worden door de zevende bazuin! Want hoewel het Bazuinenfeest de verschrikkelijke ellende, oorlogen en plagen aan het einde van deze menselijke beschaving verbeeldt, wijst het ook vooruit naar het glorieuze goddelijke ingrijpen van de Schepper die uiteindelijk de orde zal herstellen en echte vrede en vreugde zal brengen aan een gelouterde mensheid, die uiteindelijk klaar is om te ‘luisteren’ naar God en Zijn rechtvaardige wegen te volgen.

 

Stap 5

De Grote Verzoendag

In vervolg op het enorme ‘schudden’ van de volken en de terugkeer van Christus in uiterste macht is de volgende stap in Gods Meesterplan dat de volken van de aarde ‘één’ worden met God. Dan kunnen zij gewillig Gods wegen leren en gezegend worden.

Maar vandaag rebelleren de volken tegen God en Zijn wegen, omdat zij misleid zijn. In Zijn wijsheid en oneindige barmhartigheid heeft God alle mensen een vrije wil gegeven. Hij wist dat de mensheid uit alle macht de dingen op haar eigen manier zou willen proberen te doen, voordat zij uiteindelijk zou leren dat Gods weg de juiste is. Daarom heeft God het toegestaan dat de mensheid misleid werd – om hoofdzakelijk ‘afgesneden’ te zijn van God gedurende deze afgelopen 6.000 jaar van menselijke geschiedenis.

In Zijn geopenbaarde Woord zegt God ons duidelijk dat Satan de duivel de “god” van deze tegenwoordige wereld is. “Maar in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen” (2 Korinthe 4:3-4). Paulus werd ook geïnspireerd te schrijven: “Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Efeze 2:1-2).

Satan de duivel, de “vorst van deze wereld”, zoals Jezus hem noemde (Johannes 14:30), maakt overuren om de mensheid te misleiden. Als de vorst of “aanvoerder van de macht in de lucht” ‘zendt’ Satan ‘uit’ – net als radio en televisie. Maar hij zendt geestelijk verkeerde houdingen en ideeën uit. Hij geeft de mensheid het gevoel dat God ‘dood’ is of dat Hij niet ‘werkelijk’ is, dat Hij een etherische God is, een ‘blinde kracht’ ergens ver weg en, altijd, dat de mensen Gods wet niet hoeven te gehoorzamen en Zijn wegen, de Tien Geboden letterlijk hoeven te volgen noch Zijn wekelijkse Sabbatten en jaarlijkse Feesten heilig te hoeven houden, terwijl Christus en de originele apostelen dit wel deden – ons tot voorbeeld.

De geliefde apostel Johannes schreef: “En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen” (Openbaring 12:9).

De apostel Petrus werd geïnspireerd ons te waarschuwen: “Wees nuchter en waakzaam, want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. Bied weerstand aan hem, vast in het geloof, in de wetenschap dat hetzelfde lijden ook aan al uw broeders in de wereld opgelegd wordt” (1 Petrus 5:8-9).

Daarom moet aan het begin van de regering van Christus – indien er echte vrede en een juiste geest onder de mensen wil zijn – Satan de duivel verbannen worden! Let op het gebod met betrekking tot de Grote Verzoendag in Leviticus 23:27-28: “Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen [volledig afzien van eten en drinken] en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen”. Deze dag moest voor eeuwig een ‘inzetting’ zijn voor Gods volk. Zoals wij gezien hebben, hield zelfs de apostel voor de heidenen de Grote Verzoendag op een Romeins schip voor gevangenen, midden op de Middellandse Zee – jaren nadat sommigen zeggen de viering ervan ‘aan het kruis genageld’ was (Handelingen 27:9)!

Een heel duidelijke aanwijzing voor de ware betekenis van de Verzoendag wordt in Leviticus 16 gegeven. Hier zien wij een oudtestamentisch ritueel waarbij twee geitenbokken voor de Hogepriester moesten worden gebracht. In Israël betekende het werpen van het lot een verzoek aan God doen om in een zaak te beslissen. Aäron moest dus het lot werpen om te weten wat elk van deze bokken vertegenwoordigde (Leviticus 16:8). Eén moest ‘de HEERE’ vertegenwoordigen – de God van Israël die Zichzelf later ‘ontledigde’ en onze Verlosser werd (1 Korinthe 10:4). De andere bok moest Azazel vertegenwoordigen, wat een term is – zoals vele Hebreeuwse naslagwerken uitleggen – voor de ‘tegenstander’, Satan de duivel!

De bok, die de ‘HEERE’ symboliseerde moest sterven. God zei Aaron “. . . hem als zondoffer [te] bereiden” (Leviticus 16:9), evenals Jezus Christus Zijn leven gaf voor onze zonden. Maar met betrekking tot de ‘tegenstander-bok’ gebood God: “Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem door de hand van een man, die daarvoor gereedstaat, de woestijn in sturen. Zo draagt de bok al hun ongerechtigheden op zich weg naar een onbewoond gebied. Hij moet dan de bok de woestijn in sturen” (vv. 21-22). Daarna moest de man die deze bok, die Satan symboliseerde, de “woestijn’ in had geleid, zijn lichaam en zelfs zijn kleding wassen (v. 26), omdat hij, symbolisch, in direct contact was geweest met de belichaming van het kwaad zelf – Satan de duivel!

Hij was gebruikt om Satan van Gods volk te scheiden. Hij had de ‘tegenstander’-bok naar een woestenij geleid – ver weg – waar hij (Satan, symbolisch) Gods volk geen kwaad meer kon doen en niet meer kon misleiden!

Wanneer moest deze ceremonie en vastendag plaatsvinden? “Dit is voor u tot een eeuwige verordening: . . . in de zevende maand, op de tiende dag van de maand . . .” (v. 29). Hoewel de oud-Israëlieten begrepen dat deze ceremonie een deel moest zijn van de viering van de Grote Verzoendag, begrepen slechts enkelen de ware geestelijke betekenis die deze moest hebben voor nieuwtestamentische christenen. En hoe konden zij dit weten, als zij zelfs al verblind waren voor de betekenis van de eerste bok – de Messias – toen Hij naar deze aarde kwam om voor hun zonden te sterven?

Toch laat het Nieuwe Testament zien dat dit precies is wat gebeurt als Christus terugkeert. De terugkeer van Jezus als Koning der koningen wordt beschreven in Openbaring 19:11-21. Daarna lezen wij in Openbaring 20 dat een machtige engel wordt aangesteld om Satan te verwijderen. “En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten” (vv. 2-3). Het is duidelijk, Satan – de ‘Azazel’ of tegenstander – wordt afgesneden van de mensheid zodat hij niet in staat is om de mensheid gedurende de duizendjarige regering van Christus te misleiden!

Daarom zal de mensheid snel ‘één’ worden met Gods wegen – geen Satanische invloed meer. Daarom zal men gedurende de glorieuze regering van Christus, “. . . nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt” (Jesaja 11:9).

En verder legt Jesaja uit hoe in die tijd de blindheid van de mensheid volledig zal worden verwijderd. “En Hij zal op deze berg verslinden de sluier waarmee het gezicht van alle volken omsluierd is, en de bedekking waarmee alle naties bedekt zijn. Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken” (Jesaja 25:7-8). Wanneer ‘Satans uitzendingssysteem’ is uitgeschakeld en de blindheid van de mensheid is weggenomen, kan de mens inderdaad ‘één’ worden met God. Christus zal ons aandeel in onze zonden betaald hebben, en Satan de duivel zal totaal verbannen zijn naar een symbolische ‘woestijn’  — de “put van de afgrond” (Openbaring 9:1-2, 20:3) en gevangenzitten in deze conditie voor zijn aandeel in onze zonden.

God is rechtvaardig! Hij zal de enorme schuld op Satans eigen hoofd plaatsen die hij draagt voor het opzetten van de mensheid tegen God, voor het misleiden van de mensen dat ze zijn gaan denken dat God ‘onrechtvaardig’ is en dat Zijn wetten en rechtvaardige wegen niet goed zijn. En ten slotte zullen de mensen leren God en Zijn wegen te waarderen, de ware God van de Bijbel oprecht lief te hebben en te vereren. Want op dat moment zal de ‘verzoening’ van de zonden van de mensheid compleet zijn.

 

Stap 6

Het Loofhuttenfeest

Nadat Satan is gevangengezet, is de volgende stap in Gods Plan de duizendjarige regering van Jezus Christus als Koning der koningen. Dit betekent onder meer dat Christus en de verrezen heiligen de hele mensheid Gods wegen gaan leren. Het gaat om de omvangrijke ‘herfstoogst’ van heiligen – de tijd waarin iedereen die dan leeft, eindelijk de wegen van God zal leren en de volledige kans heeft om – zonder Satans misleidingen – de Schepper te dienen en te gehoorzamen.

In Leviticus 23:34 gebood God het oude Israël dit Feest te houden. “Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de HEERE”. Het Loofhuttenfeest moest dus zeven dagen duren. Het stelt de zevende millenniale dag of 1000-jarige periode voor van de menselijke geschiedenis – die nu vlak voor ons ligt. In Leviticus 23 wordt dit het Loofhuttenfeest genoemd – om de Israëlieten eraan te herinneren dat zij ‘bijwoners’ waren in het land. Geestelijk herinnert het christenen eraan dat zij – net als hun vader Abraham – “vreemdelingen en bijwoners op aarde” (Hebreeën 11:13) zijn en uitzien naar het Koninkrijk van God.

Maar in Exodus 23:16 vinden wij een herfstfeest dat beschreven wordt als “. . . het Feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt”. Door het Loofhuttenfeest wordt dus ook de grote herfstoogst in Israël voorgesteld en gevierd  —  voor christenen staat het voor de grote geestelijke oogst van mensen die gedurende de duizendjarige regering van Christus binnengehaald wordt!

Zoals wij al gezien hebben zal de aarde in die tijd “. . . vol zijn van de kennis van de HEERE . . . “Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg . . .” (Jesaja 11:9). Er zal een uitstorting van vrede en vreugde zijn, zoals de wereld nog nooit heeft meegemaakt: “Daar zal geen leeuw zijn, geen verscheurend dier zal erop komen; ze zullen daar niet aangetroffen worden, maar de verlosten zullen die bewandelen. Want wie door de HEERE zijn vrijgekocht, zullen terugkeren; zij zullen Sion binnenkomen met gejuich. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten” (Jesaja 35:9-10).

De geïnspireerde Petrus noemde deze periode “de tijden waarin alle dingen worden hersteld, waarover God gesproken heeft bij monde van al Zijn heilige profeten door de eeuwen heen” (Handelingen 3:21). Inderdaad tientallen profetieën door heel het Oude en Nieuwe Testament heen spreken over de tijd van Christus’ terugkeer, dat de hele wereld tot begrip komt en tot echte vrede en veiligheid waarmee de aarde doortrokken zal worden, omdat de mensheid Gods rechtvaardige wetten zal leren en Zijn hele manier van leven in praktijk zal brengen:

“Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob, dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren” (Jesaja 2:2-4).

Wanneer de tegenwoordige Israëlieten terugkeren uit hun gevangenschap in de eindtijd: “. . . zullen [zij] verwoeste plaatsen van weleer herbouwen, de woeste plaatsen van vroeger weer oprichten, de verwoeste steden vernieuwen, die verwoest lagen, van generatie op generatie”, “In plaats van uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel. Daarom zullen zij in hun land het dubbele in erfelijk bezit hebben, zij zullen eeuwige blijdschap hebben” (Jesaja 61:4, 7).

De duizendjarige regering van Christus is beslist de tijd waarvan Jeremia profeteerde: “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn” (Jeremia 31:31-33).

Want Gods magnifieke geestelijke wet, de Tien Geboden, is nooit afgeschaft! Gods wet is ‘groter gemaakt’ door Jezus Christus en zelfs meer bindend gemaakt, zodat wij niet alleen de letter van de wet moeten houden, maar ook haar geestelijke intentie. Wij onthouden ons dus niet alleen van het doden van iemand, maar ook van vijandschap en haat en van een moorddadige gezindheid (Mattheüs 5:21-22). Ons wordt onderwezen niet alleen geen overspel te plegen, maar zelfs niet naar een vrouw ‘te kijken’ om haar te begeren (Mattheüs 5:27-28).

Tijdens het Millennium zullen Gods wetten geschreven worden in de harten en het verstand van Zijn volk over de hele wereld. Want Gods wetten drukken Zijn eigen karakter uit – het karakter dat Hij verlangt dat wij ontwikkelen teneinde voor eeuwig koningen en priesters te zijn in Zijn Koninkrijk! Deze zegen zal aan de hele mensheid verleend worden gedurende het schitterende ‘Feest van Inzameling’, de 1000-jarige regering van Christus hier op deze aarde. Openbaring 20 zegt ons: “Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang” (v. 6).

Alle ware christenen moeten zich dus nu voorbereiden om Gods wetten en Zijn levenswijze te leren en in praktijk te brengen, zodat zij in staat zullen zijn om deze dingen aan anderen te onderwijzen in de spoedig komende wereldregering van Christus. De geïnspireerde apostel Paulus waarschuwt ware christenen: “Weet u niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als door u de wereld geoordeeld wordt, zou u dan ongeschikt zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken? Weet u niet dat wij engelen zullen oordelen? Hoeveel te meer dan alledaagse dingen?” (1 Korinthe 6:2-3).

Zullen alleen de ‘ware christenen’ of de Israëlieten het Loofhuttenfeest houden? Lees Zacharia 14:1-4: “Zie, er komt een dag voor de HEERE waarop de buit, op u behaald, in uw midden zal worden verdeeld. Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad. Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg . . . .” Lees ook vers 9: “De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige.” En de verzen 16-19: “Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren. Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen. Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen regen is gevallen, niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee de HEERE de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren.

De bovenstaande verzen maken het heel duidelijk, dat binnen enkele jaren alle volken zullen leren het Loofhuttenfeest te houden onder de rechtstreekse leiding van Jezus Christus. Zelfs de Egyptenaren, die misschien eerst wrok koesteren tegen alles wat ‘Joods’ is, zullen leren het Loofhuttenfeest te vieren – en alle door God geboden Feesten.

 

Stap 7

De Laatste Grote Dag

Is dit de enige dag van behoud? De overgrote meerderheid van dienaren, priesters en ‘traditionele’ christenen zouden dit met een krachtig ‘ja’ beantwoorden.

Maar deze zelfde mensen schieten volkomen tekort in het besef van de diepte, breedte en omvang van de grootschalige misleiding van een verwarde mensheid waaraan Satan de duivel zich heeft schuldig gemaakt. Zoals wij gezien hebben zegt de Bijbel duidelijk dat Satan de hele wereld misleidt” (Openbaring 12:9). Satan is “de god van deze eeuw” (2 Korinthe 4:3-4). Over het algemeen volgen mensen de wegen van Satan – niet van God.

De Laatste Grote Dag verbeeldt de verbazingwekkende waarheid dat God niet probeert nu de wereld te behouden! Als de grote God die het universum maakte werkelijk zou ‘proberen’ de mensheid nu te behouden, zou Hij slagen. De miljarden mensen in Azië, Afrika en elders zouden heel snel goede christenen worden! Maar feit is dat de overgrote meerderheid van de mensen door de menselijke geschiedenis nooit enige vorm van christendom heeft onderschreven – of er zelfs mee in contact is geweest. En zo is het tot op de huidige dag!

Wat is het werkelijke antwoord op dit dilemma?

Allereerst stelde de Zoon van God duidelijk: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie de schaapskooi niet door de deur binnengaat, maar van elders naar binnen klimt, die is een dief en een rover”, “Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de Deur voor de schapen” (Johannes 10:1, 7). En Hij inspireerde de apostel Petrus om over Hemzelf te verklaren: “Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig [behouden] moeten worden” (Handelingen 4:11-12). Of u accepteert dus Christus – de ware Christus van de Bijbel – of u doet dat niet. En als u werkelijk Christus accepteert als uw Verlosser en uw Heer, dan zult u zich aan Hem overgeven en Hem uw leven laten besturen. U zult de Tien Geboden houden als een manier van leven, zoals Christus gebood (Mattheüs 19:17). U zult Christus Zijn gehoorzaam leven in u laten leven door Zijn heilige Geest (Galaten 2:20). En als u dat niet doet, bent u geen christen en bent u waarschijnlijk zelf verblind. Zo simpel is het!

De overgrote meerderheid van de mensheid is blind gemaakt voor de kennis van de ware God en de ware Christus. En toch zegt Gods geïnspireerd Woord ons: “Want er is geen aanzien des persoons bij God” (Romeinen 2:11). Toen God enkele heidenen tot berouw en bekering begon te roepen, verklaarde de apostel Petrus: “Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt” (Handelingen 10:34).

Spreekt God Zichzelf tegen? Natuurlijk niet! Want God heeft nooit gezegd dat Hij ‘nu’ iedereen probeert te behouden! God heeft gezegd: “De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen” (2 Petrus 3:9). Het is Gods wil, dat allen “tot bekering komen” – maar dat heeft men zeker niet gedaan in dit tijdperk! Let ook op hoe de apostel Paulus hierover schreef : “. . . God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:3-4).

Het is eenvoudig een zaak van timing.

Want op Gods tijd – zoals wij zullen zien – zal aan alle mensen die ooit geleefd hebben, werkelijk begrip gegeven worden van Gods Meesterplan en voornemen en de grootste meerderheid zal Gods waarheid accepteren wanneer hun ogen volledig geopend zijn. Neen, het is niet een ‘tweede kans’, zoals sommigen hier tegenin zouden brengen. Het zal de eerste echte gelegenheid zijn voor deze mensen om tot begrip te komen van de ware God en de ware Jezus Christus en Hun grote doel!

De Bijbel spreekt telkens weer over een tijd van ‘oordeel’ voor de hele mensheid. En zoals de term ‘oordeel’ wordt gebruikt, betekent deze doorgaans niet veroordeling, maar liever een tijd van onderscheiden en beslissen – een tijd van beproeving en testen (vgl. 1 Petrus 4:17). Let op Jezus Christus’ eigen uitspraken tot de steden uit Zijn eigen tijd die Hem en Zijn leer afwezen: “Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaïda! Want als in Tyrus en Sidon de krachten gebeurd waren die in u plaatsgevonden hebben, dan zouden zij zich allang in zak en as bekeerd hebben. Maar Ik zeg u: Het zal voor Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor u” (Mattheüs 11:21-22).

De heidense steden die nooit van Christus gehoord hebben zullen een ‘verdraaglijker’ gelegenheid krijgen in de komende dag van het oordeel. Merk op hoe zelfs de stad Sodom tot deze categorie behoorde: “Maar Ik zeg u dat het voor het land van Sodom verdraaglijker zal zijn op de dag van het oordeel dan voor u” (Mattheüs 11:24).

Als God deze mensen met dezelfde maatstaf oordeelt als anderen – wat Hij zal doen, zoals de Bijbel duidelijk aangeeft – dan zouden de heidenen uit de oudheid geen kans op eeuwig leven hebben, omdat zij duidelijk Christus niet accepteerden als hun Verlosser en Gods wegen niet gehoorzaamden. Het enige antwoord is dat hun – in een komende oordeelsperiode – de gelegenheid gegeven zal worden om werkelijk Gods grote doel te begrijpen, om Jezus Christus als hun Heer en Verlosser te accepteren en dan, op die tijd, te worden ‘geoordeeld’ naar hoe zij reageren, gebaseerd op deze eerste echte kans op behoud.

Maar geeft de Bijbel aan dat zo’n tijd komt?

Jazeker! In Openbaring 20, na de beschrijving van het Millennium en de korte periode na het Millennium, wanneer Satan voor een “korte tijd” (v.3) wordt losgelaten, beschrijft God verder een tijd van ‘oordeel’ voor de doden die stierven voordat het Millennium begon en zich nooit bekeerd hadden. Let op wat de apostel Johannes na de beschrijving van een grote “witte troon” (v. 11) onder inspiratie schreef: “En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken” (vv. 12-13).

Dat Johannes de doden zag “staan” betekent een opstanding! En merk op dat vers 12 ook zegt dat de “boeken” werden geopend. Hier wordt het Griekse woord biblia gebruikt, dat ook het Griekse woord is voor ‘Bijbel’. Dus het verstand en de harten van deze mensen worden  —  voor de eerste keer — geopend voor de Bijbel. Zij hebben ook de kans om behoud te verkrijgen – om hun namen in het “boek des levens” te laten inschrijven. In deze periode van het oordeel van de “grote witte troon” worden zij echt ‘geroepen’. Satan is opnieuw verbannen. Hun verstand is nu geopend voor werkelijk begrip. In deze oordeelsperiode zullen zelfs de inwoners van Sodom en honderden andere heidense of misleide steden uit het verleden wellicht een betere kans hebben dan sommigen die in de tijd van Christus leefden, aangezien deze heidenen uit de oudheid tevoren in hun tijd zo goed als niets over de ware God of Zijn wegen hadden begrepen. Zij waren niet verantwoordelijk voor hun ‘verblinding’!

Ontelbare miljoenen van deze mannen en vrouwen van de afgelopen eeuwen zullen wellicht ijverig aan de Waarheid vasthouden, wanneer zij deze volledig begrijpen. Zij kunnen betere christenen worden – betere dienaren van God – dan velen van ons die soms Gods kostbare Waarheid als iets vanzelfsprekends beschouwen en niet zo ijverig zijn als wij zouden moeten zijn.

Hoe duidelijk!

God zal de ontelbare miljoenen tot leven brengen die leefden en stierven lang voordat Christus kwam en het volle begrip van verlossing en behoud bracht. Daarbij komen nog miljarden die leefden en stierven sinds Jezus Christus, of die nu leven en verblind zijn voor de kennis van de ware God en Zijn doel – zij zullen allen tot werkelijk begrip en bekering gebracht worden! Hun zal Gods heilige Geest gegeven worden – de natuur en het karakter van God zelf die hun toebedeeld zal worden na echte bekering en doop – net zoals vandaag aan ons. Daarna zullen ook zij gedurende enige jaren de gelegenheid hebben om te “. . . [groeien] in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus . . .” (2 Petrus 3:18).

Zij zullen een kans hebben op volledig behoud – eeuwig leven in het Koninkrijk en Gezin van God zelf. Het is alleen een kwestie van dat het moment van hun ‘roeping’ later komt dan dat van velen van ons – maar het komt zeker!

Dan, eindelijk, zal elk mensenkind dat ooit geademd heeft een echte kans gehad hebben op behoud! En zo staat het zevende Feest van Gods Heilige Dagen, de mysterieuze ‘achtste dag’, die onmiddellijk volgt op het Loofhuttenfeest, maar een aparte Feestdag is (Leviticus 23:36), voor deze fantastische tijd direct na het Millennium wanneer aan de hele mensheid eindelijk de gelegenheid wordt gegeven de Waarheid te begrijpen.

Dit is duidelijk de tijd waarnaar Jezus refereerde in Johannes 7:37-38: “En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien”. Bij het oordeel van de Grote Witte Troon zullen van ‘wie dan ook’ – iedereen die ooit geleefd heeft – eindelijk zijn of haar ogen geopend worden en hem of haar de gelegenheid worden gegeven aan God gehoor te geven en Zijn heilige Geest te ontvangen.

Met dit zevende door God bevolen Feest is het beeld van Gods Plan nu compleet. In het besef van Gods wonderbare wijsheid en barmhartigheid in Zijn hele Plan kunnen wij oprecht zeggen met de apostel Paulus in Romeinen 11:32-33: “Want God heeft hen allen in hun ongehoorzaamheid opgesloten om Zich over allen te ontfermen. O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen”!

 

Conclusie

Volg Gods Plan

Als de levende God uw verstand voor Zijn Waarheid opent, dan is het uw verantwoordelijkheid daarnaar te handelen (Jakobus 1:22; 4:17). Om u hierbij te helpen heeft de Levende Kerk van God, die dit boekje en het tijdschrift [alleen in het Engels] en de tv-uitzending van Tomorrow’s World sponsort, geordineerde dienaren en lokale kerkgemeenschappen of videogroepen over heel de wereld. Zij komen in de regel voor een eredienst bijeen op de Sabbat en op de jaarlijkse Heilige Dagen.

Als u belangstelling heeft om deze dagen met ons te vieren, kunt u via de website wereldvanmorgen.nl of tomorrowsworld.org contact met ons opnemen. Als u dat wenst zal een van onze vertegenwoordigers een afspraak met u maken op een tijd en plaats van uw keuze. U zult niet onder druk worden gezet om u ergens bij ‘aan te sluiten’. In feite kan onze dienaar of plaatselijke vertegenwoordiger voorstellen om nog meer te lezen en te studeren, uw tijd te nemen om zeker te weten dat u werkelijk wilt leven bij elk woord van God.

Vervolgens, wanneer u begint met diensten bij te wonen met Gods mensen en werkelijk Zijn wekelijkse en jaarlijkse Sabbatten begint te vieren, zult u verbaasd staan over hoe geestelijk verkwikt en opgebouwd u zich zult voelen.

Diensten bijwonen, iedere week Gods Waarheid horen spreken en de gelegenheid hebben om te gaan met gelukkige, vooruitkijkende mensen van hetzelfde geloof zal echt een genoegen zijn. Door dit alles zult u een geestelijk ‘pionier’ zijn. U zult uw Schepper tonen dat u bereid bent om ‘een stap in geloof te nemen’, om Zijn geïnspireerde Woord te gehoorzamen, ondanks mogelijke obstakels en oppositie.

Zodoende zult u zich voorbereiden op de eerste opstanding, “een betere opstanding” (Hebreeën 11:35). En als u standvastig bent in deze manier van leven, zult u aan het einde deze bemoedigende woorden van Jezus Christus horen: “. . . Goed gedaan, goede en trouwe slaaf, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer” (Mattheüs 25:21).

Wij hopen spoedig van u te horen!

GODS jaarlijkse Feestdagen