De "liefde" waarover Paulus schrijft is geen sentimenteel gevoel van menselijke oorsprong; hij legt uit dat het de liefde van God zelf is die door de heilige Geest aan onze geest wordt gegeven (Romeinen 5:5; Galaten 5:22). Dit is de liefde die iemand in staat stelt de Tien Geboden te houden of te vervullen. Maar precies hoe vervult Gods liefde Zijn geboden?
Jezus Christus gaf het voorbeeld dat alle Christenen moeten volgen (1 Petrus 2:21). Hij hield zich aan de geboden van zijn Vader, en Hij leerde anderen die in acht te nemen (Johannes 14:15; 15:10; Mattheüs 19:16–19).
Jezus vatte de Tien Geboden samen als de uitdrukking van liefde voor God en voor onze medemens (Mattheüs 22:35-40). De eerste vier geboden laten ons zien hoe we God moeten liefhebben, en de laatste zes geboden laten ons zien hoe we onze naasten moeten liefhebben. Aangezien de apostel Johannes ons zegt dat het meest fundamentele kenmerk van Gods aard en karakter "liefde" is (1 Johannes 4:8, 16), de Tien Geboden daarom uitdrukkingen zijn van de goddelijke liefde van de hoogste Wetgever, omdat ze Zijn eigen karakter weerspiegelen, dat met liefde wordt samengevat. Deze liefde is geen vorm van door mensen bedachte genegenheid, maar is in plaats daarvan de ware, goddelijke liefde die rechtstreeks van God komt door Zijn heilige Geest (Romeinen 5:5).
Omdat God liefde is, liet Jezus zien dat de geestelijke bedoeling en het doel van Gods wet liefde is. De goddelijke liefde van God, die door Zijn heilige Geest aan ware Christenen wordt gegeven, vindt uitdrukking binnen het mechanisme van Zijn wet – de Tien Geboden. Ze komt tot uiting in verering en aanbidding van God en in gelovige gehoorzaamheid aan Hem, maar ook in uitgaande zorg, mededogen, vriendelijkheid en dienstbaarheid aan de mensen om ons heen. De liefde van God stelt ons in staat om niet alleen aan de fysieke maar ook aan de geestelijke bedoeling van Zijn wet te voldoen.
… want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld", legt Paulus uit. "Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet. (Romeinen 13:8-10)
God openbaart dat wij Zijn liefde uiten door het in acht nemen van Zijn geboden. Johannes legde duidelijk uit hoe Gods liefde tot uitdrukking komt, en hij definieerde die liefde als volgt: "Hieraan weten wij dat wij de kinderen van God liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last." (1 Johannes 5:2–3).
De wet definieert liefde
Dit alles gezegd zijnde, zou er dan enige waarheid kunnen schuilen in het wijdverbreide geloof dat ‘liefde’ de wet van God op zo'n manier vervult dat het in acht houden van de Tien Geboden niet meer nodig is?
Johannes schreef nadrukkelijk dat het antwoord nee is:
En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen. Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft" (1 Johannes 2:3-6).
Johannes benadrukte zeker de noodzaak van Gods liefde, maar nooit heeft hij, noch enige andere schrijver van de Bijbel, geleerd dat deze liefde de wet van God vervangt, terzijde schuift of ongeldig maakt. Johannes, een van Jezus' discipelen en Zijn hartsvriend, verklaarde duidelijk dat iemand die werkelijk de liefde van God heeft, de geboden van God zal houden: "… En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden…" (2 Johannes 5–6).
Binnenkort komt de tijd wanneer de hele wereld, geregeerd door Jezus Christus, zal begrijpen en waarderen wat een ongelooflijke zegen de wet van God werkelijk is. Een glorieuze wereld van vrede en harmonie zal voortkomen uit het zich houden aan Gods wet (Jesaja 2:2-3).