Maakte Jezus slechts druivensap toen Hij Zijn allereerste openbare wonder verrichtte in Kana en "toonde Hij zo zijn grootheid"? (Johannes 2:11)Als de bruiloft in Kana was verzorgd naar Joods gebruik, dronken de gasten zeker gefermenteerde wijn op het bruiloftsfeest. Toen de gasten geen wijn meer hadden tijdens de feestelijkheden, hielp Jezus hen door water in, wat de Bijbel noemt, "wijn" te veranderen. Als Jezus druivensap voor de gasten had gemaakt zouden zij nooit tegen de bruidegom hebben gezegd, hetgeen in de Bijbel is vermeld: "Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als er goed gedronken is, de mindere; gij echter hebt de goede wijn tot dit ogenblik bewaard"! (Johannes 2:10)

In bovenstaand vers gebruikte Johannes het Griekse woord oinos voor "wijn" - en het is belangrijk te erkennen, dat oinos altijd verwijst naar gefermenteerde drank. De Bijbel gebruikt 13 Hebreeuwse en Griekse woorden voor "wijn" en wij kunnen hun betekenis vinden door te letten op de samenhang waarin zij worden gebruikt. Het woord "wijn" wordt voor het eerst gebruikt in het Oude Testament, toen Noach "van de wijn gedronken had, werd hij dronken". (Genesis 9:21) Hier werd het Hebreeuwse woord yayin gebruikt. Door die wijn werd Noach dronken. Yayin betekent altijd "gefermenteerde wijn". God Zelf gaf "wijn" aan Abraham - de vader van de gelovigen: "En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn [yayin] brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste". (Genesis 14:18) Melchisedek was Degene, die Jezus Christus werd, de God van het Oude Testament. Als U niet bekend bent met de identiteit van Melchisedek kunt U ons artikel aanvragen: Wie was de God van het Oude Testament?

De zin: "de vrucht van de wijnstok" wordt in de Bijbel slechts drie maal gebruikt - Matteüs 26:29; Markus 14:25 en Lucas 22:18 - met betrekking tot de Paschadienst, die Jezus instelde in de nacht voordat Hij stierf. Het Pascha werd in het voorjaar gevierd, lang voor de jaarlijkse druivenoogst. De "vrucht van de wijnstok", die in die nacht gedronken werd zou gefermenteerd moeten zijn, omdat druivensap reeds lang bedorven zou zijn in de vaten, die in de tijd van Jezus voor opslag werden gebruikt.

Sommigen beweren belachelijk, dat hetgeen gedronken werd "melasse" was - een andere manier om druiven te bewaren zonder er wijn van te maken. Dit slaat nergens op, als wij er aan denken, dat het een maaltijd was en dat Jezus en Zijn discipelen geen melasse bij hun maaltijd zouden hebben gedronken.

Hetzelfde Griekse woord oinos, dat in Johannes 2:3-10 werd gebruikt, werd in Efeze 5:18 ook gebruikt: "En bedrinkt u niet in wijn, waarin bandeloosheid is". Druivensap veroorzaakt geen "losbandigheid". Let U ook op deze beschrijving van de Apostelen op het Pinksterfeest: "En anderen, spottende, zeiden: Zij zijn vol zoeten wijns [oinos]". (Handelingen 2:13 St. V.) Verder: "Het is goed geen vlees te eten of wijn [oinos] te drinken, nog iets, waaraan uw broeder zich stoot". (Romeinen 14:21) Paulus schreef aan Timoteüs: "Een opziener moet..... niet aan wijn verslaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig zijn". (1 Timoteüs 3:2-3) Als wij "druivensap" in deze samenhang zouden plaatsen, zouden deze verzen geen betekenis hebben Toen Paulus aan Timoteüs de medicinale waarde van wijn uitlegde, schreef hij: "Drink voortaan niet alleen water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden". (1 Timoteüs 5:23) Opnieuw wordt het Griekse woord oinos gebruikt - gefermenteerde wijn, geen druivensap. Hoewel de Bijbel dronkenschap veroordeelt, leert de Bijbel zoals U kunt zien ook, dat het acceptabel is om met mate alcohol te drinken.