Dit misverstand over de doop van Jezus is vrij algemeen en wordt veelvuldig gebruikt door degenen, die geloven in de valse doctrine van "adoptie" en aannemen, dat Jezus niet God was vóór Zijn geboorte en die de pre-existentie van Jezus Christus in het eeuwig bestaan in de Godheid willen ontkennen of aantasten.

Jezus Christus bestond als de Logos - het "Woord" - vanaf het eerste begin. (Johannes 1:1) Ditzelfde goddelijke Wezen kwam naar de aarde "in het vlees" - en de Bijbel bestempelt het denkbeeld, dat Jezus niet volledig mens was, als "antichrist". ( 1 Johannes 4:3; 1 Timoteüs 3:16) De Bijbel maakt echter ook duidelijk, dat Jezus Christus naar de aarde zou komen als "God met ons". (Jesaja 7:14; Matteüs 1:23)

Hoe kon Jezus een mens zijn, die zich aanmeldt voor de doop en ook "God met ons" zijn?

Het in overeenstemming brengen van deze feiten zal ons niet alleen helpen om te begrijpen hoe en wanneer en waarom Jezus Christus Gods Heilige Geest ontving; het zal ons zelfs helpen om iets over Zijn natuur te begrijpen - een onderwerp dat weinig begrepen wordt door "het traditionele Christendom".

Wij weten uit de Bijbel dat Jezus uit een maagd werd geboren en dat Hij verwekt werd door Gods Heilige Geest. (Jesaja 7:14; Matteüs 1:20) In wat bekend is als Zijn kenosis (Grieks voor "ontledigen") gaf Hij - alhoewel de Logos God was - Zijn Godheid vrijwillig op, ontledigde Zich van goddelijkheid om een mens te worden. (Filippenzen 2:5-7) Inderdaad, toen Jezus Christus een man was, was Hij werkelijk een mens en toen Hij stierf verbleef Hij drie dagen en drie nachten in het graf, voordat Zijn Vader Hem opwekte tot eeuwig leven - als teken dat Jezus de Messias was. (Matteüs 12:40)

Merkt U op, dat Jezus tijdens Zijn dienaarschap keer op keer duidelijk maakte dat Zijn Vader groter was dan Hij. (Johannes 14:28) Christus beweerde niet wonderen te doen of Zijn leerstellingen aan te bieden op Zijn eigen gezag; Hij verwees duidelijk naar Zijn Vader als de bron: "De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken". (Johannes 14:10) Voor Hem Zelf waren er, zoals de Bijbel laat zien soms grenzen aan wat de menselijke Jezus Christus kon volbrengen als Hij tegenover ongelovigen stond, die Hem slechts kenden als de zoon van Maria, de timmerman. Let U op dit verslag van Zijn bezoek aan Nazareth: "en Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging". (Markus 6:5)

Enige tijd voordat Jezus' dienaarschap begon was een andere krachtige dienaarschap aan de gang in Judea, geleid door Johannes "de Doper". De Bijbel openbaart dat zes maanden voordat Maria wist dat zij zwanger was van Jezus, de engel Gabriël was verschenen aan de vader van Johannes, Zacharias en voorspeld had dat Johannes - de neef van Jezus - "met de heilige Geest zal hij vervuld worden, reeds van de schoot zijner moeder aan". (Lucas 1:15) De opdracht van Johannes zou zijn om de weg te bereiden voor het dienaarschap van Jezus.

Als een opmerking - wij zien hieruit dat zelfs vóór de geboorte van Jezus, God Zijn Heilige Geest gaf aan een klein aantal personen met wie Hij werkte op een speciale manier om Zijn plan op de aarde te bewerkstelligen. De vroegere koning David is een ander voorbeeld; hij bad tot zijn Heer, "verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij". (Psalm 51:13)

In tegenstelling tot Christenen van nu - die na bekering, waterdoop en handoplegging, verwekt worden door Gods Heilige Geest - ontving Jezus Christus - die geen zonden had waarvan Hij zich moest bekeren - de inwoning van Gods Heilige Geest vanaf het moment van Zijn verwekking. Hij was Emanuel - God met ons, God in het vlees. Zonder maat vervuld met Gods Heilige Geest (Johannes 3:34); Hij leefde een perfect, heilig en rechtvaardig leven, zelfs voordat Hij Zijn dienaarschap begon. Johannes had slechts gedoopt met water, maar bij de doop van Jezus - die het voorbeeld gaf voor allen, die zouden volgen - gaf God een teken - Gods Geest, neerdalend "als een duif" - kenbaar makend dat de volgelingen van Jezus niet alleen met water gedoopt zouden worden, maar ook met Gods Heilige Geest. Dit is de betekenis van de doop van Jezus door Johannes.