Vraag: Wat bedoelde de apostel Johannes toen hij waarschuwde dat er "nu al veel antichristen gekomen" zijn? Wat is een antichrist?
Antwoord: Om de term 'antichrist' te begrijpen - die alleen in 1 Johannes en 2 Johannes voorkomt - is het nuttig om de Bijbelteksten te onderzoeken die deze term gebruiken. De woorden “veel antichristen” staan in 1 Johannes 2:18 : "Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.”
Het woord antichrist in dit vers betekent tegen Christus of in plaats van Christus, of verwijst naar een valse Christus die zich stelt tegenover de ware Christus (Vine’s Expository Dictionary). De apostel Johannes waarschuwde dat er reeds vele tegenstanders van de ware Christus en Zijn boodschap gekomen waren. Sommigen waren Gods ware Kerk binnengedrongen. Johannes zei verder : "Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn” (v. 19). Johannes gaat verder met de bevestiging hiervan, en geeft meer bijzonderheden.
Een misleider en een antichrist
Let op wat Johannes in zijn volgende brief schreef : "Want er zijn veel misleiders in de wereld gekomen, die niet belijden dat Jezus Christus in het vlees gekomen is [correct is: komende in het vlees, vgl. New King James Version, New International Version, Leidse Vertaling etc.]. Dat is de misleider en de antichrist” (2 Johannes 7). Hier beschrijft Johannes een antichrist als een misleider. Gedurende de evangeliebediening van de apostelen ontstond er een overvloed aan vals onderwijs. Een zo'n misleiding hield de gnostische ontkenning in van de komst van Jezus Christus in het vlees als de enige verwekte Zoon van God. De gnostische ketterij concludeerde dat Christus slechts in schijn de menselijke gedaante aannam (New Testament Introduction,, door Donald Guthrie, p. 870). Gnostische leraren behoorden daarom tot de vele antichristen die de komst van Christus in het vlees als de vleesgeworden Zoon van God afwezen. Gevolgen van zulke doctrines zijn het afzwakken van het offer van Christus, en het niet meer adequaat kunnen definiëren van zonde ̶waardoor genade wordt veranderd in toestemming om te zondigen (Judas 4).
Johannes schreef zijn brief om deze valse ideeën te bestrijden en Gods mensen in de waarheid te sterken. Let op hoe Johannes schreef dat deze misleiders de komst van Christus als 'komende in het vlees' ontkenden. De oppervlakkige lezer zou dit als de eerste komst van Christus kunnen begrijpen, maar er is een bijkomende betekenis.
Williams New Testament Translation [Engelse Bijbelvertaling] verduidelijkt dit vers door te vertalen als: 'blijft komen' ["continues to come"]. Met andere woorden, Jezus Chirstus was niet alleen in het vlees gekomen om het perfecte offer voor de zonde te worden, maar Hij blijft voortdurend in het vlees van christenen komen door Zijn leven in ons te leven. Wij lezen: "En wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft” (1 Johannes 3:24). Jezus Christus verblijft of leeft in ons door Zijn heilige Geest (Galaten 2:20). Hij verklaarde: “. . . Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen” (Johannes 14: 23).
De geest van wetteloosheid
In schril contrast hiermee belijdt de geest van de antichrist niet ". . . dat Jezus Christus in het vlees gekomen is . . .” (1 Johannes 4:3). Deze leugengeest ontkent de werkelijkheid van de eerste komst van Christus, en de prachtige waarheid dat Jezus Christus, door de heilige Geest, Zijn leven in ons kan leven – hetzelfde leven dat Hij leefde toen Hij op aarde was – een leven van gehoorzaamheid aan de wet van God! Daarom is een antichrist iemand die tegen Christus is – tegen Zijn wet, en tegen Zijn levenswijze. Deze ‘antichrist geest’ of geest van wetteloosheid, nu zo algemeen voorkomend, was ook al wijd verspreid in de dagen van de apostel Paulus: “Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. . . .” (2 Thessalonicenzen 2:7). Vraag voor meer informatie ons gratis boekje Wie of wat is de antichrist? aan.