Vraag: Bewijst het verhaal van Lazarus en de rijke man niet dat mensen naar de hemel of de hel gaan wanneer zij sterven?

Antwoord: Deze parabel of gelijkenis wordt vaak verkeerd begrepen. Om te kunnen begrijpen wat Jezus leert, dient men eerst helder te begrijpen wat Gods woord leert over de toestand van de doden.

De Bijbel zegt duidelijk: ". . . De mens die zondigt, die zal sterven" (Ezechiël 18:4), en Jezus Zelf zei dat hij die in Hem gelooft “. . . niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16). Hier in de Bijbel wordt het opnieuw heel duidelijk dat het lot van de zondaar is om te vergaan - te sterven - niet om te leven en voor altijd te lijden! En Prediker 9 zegt heel duidelijk dat de doden helemaal niets weten  (v. 5) en dat er . . . geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf [is], waar u naartoe gaat" (v. 10). Als de ziel die zondigt sterft, en als er geen kennis of wijsheid is - geen ‘bewustzijn’ of ‘denken’ - voor degenen die gestorven zijn, dan is het onmogelijk dat de gelijkenis van Lazarus en de rijke man kan betekenen dat de zondaar naar eeuwige pijniging in de hel gezonden wordt. Dus, wat betekent het dan wel?

Toen Jezus de parabel van Lazarus en de rijke man sprak, wilde Jezus een belangrijke les verduidelijken die de meesten niet begrijpen. Volgens het verhaal van Jezus stierf Lazarus en werd hij door engelen in “de schoot van Abraham” gedragen (Lukas 16:22). We moeten ook begrijpen dat God Abraham en zijn “nageslacht” de belofte van de aarde als een eeuwige erfenis gaf (Romeinen 4:13). De apostel Paulus zei dat als we van Christus zijn, we door God als Abrahams nageslacht beschouwd worden  ̶ en dat we dan ook erfgenamen met Abraham zijn om deze belofte te ontvangen (Galaten 3:29). Christenen zouden een intieme relatie of een hechte band met Abraham hebben door het delen van deze belofte. Christus vergeleek het met in Abrahams schoot gebracht werden. Dit is wat er met Lazarus in de gelijkenis van Christus gebeurde. Het is ook belangrijk om te begrijpen dat Abraham deze beloften nooit ontvangen heeft en ook niet ontvangen zal tot een toekomstige datum (Hebreeën 11:13, 39-40). Hij zal ze erven bij de opstanding van de rechtvaardigen, wanneer Christus terugkeert om het Koninkrijk van God te vestigen. In die tijd zullen alle christenen, die, geestelijk gesproken, deze intieme relatie met Abraham hebben, de beloften ontvangen bij de eerste opstanding. Lazarus staat model voor Abrahams kinderen die, hoewel ze vaak onaanzienlijk zijn en vertrapt worden in dit leven, de beloften bij die betere opstanding zullen ontvangen (Hebreeën 11:35).

Maar hoe zit het met de rijke man? Merk op dat hij stierf en begraven werd (Lukas 16:23). Daarna sloeg hij zijn ogen op in het graf, niet een vurige hel van eeuwige pijniging. Het woord “hel” dat hier gebruikt wordt, is de vertaling van het Griekse woord Hades, dat ‘graf’ betekent. Het is niet de vertaling van het Griekse woord Gehenna, dat de toekomstige poel van vuur vertegenwoordigt die de slechte goddeloze mensen voor altijd zal vernietigen (Openbaring 20:14-15). De rijke man wordt voorgesteld als opkomend uit zijn graf  ̶ door een herrijzenis  ̶ op weg naar die poel van vuur.

We moeten nota nemen van belangrijke tijdskaders waarnaar in deze gelijkenis verwezen wordt. Wanneer Christus komt, zullen alle rechtvaardigen tot onsterfelijkheid opgewekt worden (Openbaring 20:4-5). Ze zullen meer dan 1000 jaar onsterfelijk geweest zijn voordat de rijke man wordt opgewekt om verbrand te worden in de poel van vuur (vv 14-15). Hij was daarvóór in het graf zonder zich bewust te zijn van het verstrijken van de tijd (Prediker 9:5). Bij zijn opstanding uit het graf ziet hij de omringende vlammen.

Als onsterfelijke zonen van God waren Abraham en Lazarus aan de ene kant van de “kloof” in de gelijkenis (Lukas 16:26), en de rijke man, als iemand die Gods weg afwees, was aan de andere kant en stond oog in oog met de eeuwige dood. Sommigen beschouwen de grote kloof van de gelijkenis als het verschil tussen hemel en hel, maar dat is niet wat de Bijbel leert. Deze kloof betekent het verschil tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid. Nogmaals: ". . . De mens die zondigt, die zal sterven" (Ezechiël 18:4), maar zij die onsterfelijk gemaakt zullen worden in de opstanding zullen daarna nooit sterven omdat zij dan uit God geboren zullen zijn door die toekomstige opstanding (Openbaring 20:6). Met het lot van de rijke man beschreef Jezus Christus de tweede en eeuwige dood in de poel van vuur  ̶  de eindbestemming voor hen die het goede nieuws van het Evangelie weigeren te aanvaarden en ernaar te handelen.