Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Treaty of Versailles: Examining a Legacy” (This Is London Calling) door John Meakin, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van september-oktober 2019.

Een eeuw geleden, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, werd in Frankrijk een ongekende en historische vredesconferentie belegd. Parijs werd de virtuele zetel van de wereldregering toen leiders uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en vele andere landen samenkwamen om de puinhoop als nasleep van de oorlog op te ruimen. De impact van de oorlog was verwoestend: meer dan 50 miljoen soldaten en burgers waren gestorven en miljoenen anderen waren gewond geraakt bij het gruwelijke bloedvergieten.

De conferentie bracht vijf verdragen voort, maar wordt vooral herinnerd vanwege het Verdrag van Versailles, waarin zaken met Duitsland afgehandeld werden, de belangrijkste tegenstander in de oorlog. Dit verdrag werd ondertekend op 28 juni 1919, in de beroemde Spiegelzaal van het paleis van Versailles, en werd het jaar daarop van kracht.

Het verdrag bevatte steevast veel compromissen, maar het worstelde op gedegen wijze met de uitdagende problemen die op tafel lagen, waar partijen onder moeilijke omstandigheden de best mogelijke resultaten probeerden te bereiken. Duitsland was ontwapend en gebieden werden teruggegeven aan hun rechtmatige eigenaren terwijl de kaart van Europa opnieuw werd getekend. Ook lag de Volkenbond, geesteskind van de Amerikaanse president Woodrow Wilson, verankerd in het verdrag en werd deze opgericht op 10 januari 1920. Dit zou een openbaar forum bieden waar toekomstige klachten, inbreuken en argumenten konden worden gehoord en opgelost.

Een van de belangrijkste doelstellingen van het Verdrag van Versailles was ervoor te zorgen dat Duitsland de enorme omvang en gevolgen van haar acties onder ogen zag. Dit bleek uiterst moeilijk te zijn, maar het was de cruciale kwestie van schadevergoeding en herstelbetalingen die meer controverse veroorzaakte dan iets anders. De Britse premier David Lloyd George en de Franse premier Georges Clemenceau bepleitten bij president Wilson met grote inspanning voor uitgebreide schadevergoedingen. Wilson bepleitte een vast, betaalbaar bedrag, te betalen over een vastgestelde periode, zodat Duitsland precies wist wat van haar werd verlangd en dienovereenkomstig kon begroten. Lloyd George en Clemenceau waren het hier volstrekt mee oneens, uit vrees dat het vragen van een te laag bedrag niet voldeed om “de Britse en Franse publieke opinie te sussen” (“Keynes and the First World War”, Libertarian Papers, Vol. 9, Nr. 1, 2017, p. 15). Intussen zag Duitsland helemaal geen reden waarom het schadevergoedingen zou moeten betalen (“Did the Versailles peace treaty trigger another world war?” HistoryExtra.com, 26 juni 2019). Uiteindelijk werden er schadevergoedingen opgelegd, maar – misschien onvermijdelijk – de geschiedenis vermeldt dat sommige mensen de eisen te mild vonden terwijl anderen ze te zwaar vonden.

Wat de meeste mensen die bekend zijn met het verdrag zich echter herinneren, is dat het op de een of andere manier wel de opkomst van Hitler en de nazi’s, leidend tot de Tweede wereldoorlog, veroorzaakte, of er tenminste toe bijdroeg. Is dit waar? Waren de bepalingen van het Verdrag van Versailles, inclusief de schadevergoedingen, te streng?

KEYNES’ BEROEMDE VOORSPELLING

Iemand die er algemeen bekend zo over dacht, was John Maynard Keynes, een briljante Britse econoom en afgevaardigde naar de conferentie die ook nauw betrokken was bij het opstellen van het verdrag. Hij liep weg van de conferentie en voorspelde onmiskenbaar dat het verdrag te hard was, de schadevergoedingen te zwaar en dat een nieuwe oorlog binnen een generatie hiervan het resultaat zou zijn. Keynes schreef zijn conclusies in flamboyante stijl met een spervuur aan economische gegevens in zijn boek The Economic Consequences of the Peace.

Zijn boek werd het definitieve verslag van de Vredesconferentie van Parijs en de ‘te lezen bron’ over het Verdrag van Versailles. Het was enorm invloedrijk, gelezen door velen in leidinggevende posities, en “Duitsers hielden nooit op het aan te halen” toen Adolf Hitler aan de macht kwam (Libertarian Papers, Vol. 9, Nr. 1, 2017, p.25).

Keynes’ analyse werd de algemeen aanvaarde wijsheid en het definiërende verhaal van de Vredesconferentie, maar zijn boek werd door sommigen ook gezien als een onbetrouwbare polemiek – zelfs een tirade – tegen het verdrag (“The Economic Consequences of John Maynard Keynes”, LawLiberty.com, 11 maart 2019). Met het verstrijken van de jaren kwamen veel van zijn ernstige voorspellingen niet uit, en er wordt gezegd dat hij privé aan historicus Elizabeth Wiskemann heeft toegegeven dat hij spijt had het boek geschreven te hebben (Libertarian Papers). Duitsland was niet tot bedaren gebracht, noch verzoend, noch permanent verzwakt, en velen vonden dat het zich de in het verdrag gevraagde schadevergoedingen heel goed kon veroorloven. Binnen slechts een kort aantal jaren herstelde Duitsland zich en ging herbewapenen. In 1926 had Duitsland zijn grote machtige status herwonnen en werd lid van de Volkenbond, waar het een permanente zetel kreeg in de Raad van de bond. De kwestie van schadevergoedingen smolt eenvoudig weg – met slechts een fractie betaald van wat daadwerkelijk gevraagd was (LawLiberty.com).

De controverse rond het Verdrag van Versailles leeft voort terwijl historici hun debatten voortzetten. Wat onze mening ook moge zijn, het feit blijft dat – vanwege of ondanks Versailles – Duitsland onder de nazi’s zich in flagrante schending van het Verdrag opnieuw militariseerde en een nieuwe ronde van Duitse agressie lanceerde in de Tweede Wereldoorlog. En dit leidt ons tot de vraag: Waarom? Schuilt er iets diepers achter de koers die de geschiedenis koos na het Verdrag van Versailles?

DE SPIRITUELE BETEKENIS

De echte betekenis van de oorlog, evenals van de vrede die erop volgde, is dat het politieke, economische en militaire zwaartepunt van de wereld ontegenzeglijk verschoof van de Oude Wereld van Europa naar de Nieuwe Wereld van Amerika. Deze grote transitie zou een beslissende invloed hebben op de vervulling van Bijbelse profetieën.

Het Russische Rijk stortte in als een macht om rekening mee te houden, en het Oostenrijks Hongaarse Rijk (1918) en het Ottomaanse Rijk (1922) hielden gewoonweg op te bestaan – met de voetnoot dat zodra Jeruzalem van het laatste werd bevrijd, de weg vrij was voor de vestiging van de staat Israël. Dit zou op zichzelf dramatische profetische gevolgen hebben.

Frankrijk was aanzienlijk verzwakt en het Britse rijk bloedde door economische en politieke klappen waarvan het nooit volledig herstelde. Duitsland werd gedwarsboomd in zijn wereldwijde ambities, maar rond het midden van de jaren dertig zou het opnieuw opstaan in weer een nieuwe poging om Europa te domineren.

Dit liet Amerika toe ongehinderd door te gaan in zijn opmars als grootmacht in de wereld naar de status van supermacht. Amerika heeft inderdaad een eeuw aan de zijlijn van de wereld gestaan – een voorbeeld van geschiedenis die zich herhaalt, aangezien de nederlaag van Napoleon de deur had geopend voor een eeuw van wereldwijde dominantie van Groot-Brittannië. Was er iets van dit alles voorspeld?

Het boek Genesis kent een opmerkelijke profetie aangaande de kinderen van Jozef, de zoon van Jakob, wiens naam door God werd veranderd in ‘Israël’. Op de rand van zijn dood droeg Israël de zegeningen van Abraham over op zijn twee kleinzonen en zei: “… [God] zegene deze jongens, zodat door hen mijn naam en de naam van mijn vaderen, Abraham en Izak, genoemd zal blijven …” (Genesis 48:16). Volgens de geprofeteerde zegen van Israël zou de jongste kleinzoon, Efraïm, “… een grote menigte van volken …” worden, terwijl de oudste, Manasse, een grote afzonderlijke natie zou worden – maar Efraïm zou de grootste van de twee zijn (v. 19).

Naar welke moderne landen verwijzen deze profetieën? Er is geen duidelijke vervulling in de Bijbelse geschiedenis – maar profetisch gezien passen Groot-Brittannië en Amerika, in de moderne geschiedenis, op wel heel overtuigende wijze. Deze twee broers hebben samen de wereld voor het grootste deel van 400 jaar gedomineerd en ondertussen aanvallen van Spanje, Frankrijk, Duitsland en Rusland afgeslagen. God gaf hun de overwinning over hen die hen wilden vernietigen, zoals was geprofeteerd aan Abraham (Lukas 1:71–74; zie ook Genesis 22:15–17).

Toch staan deze landen voor dramatische veranderingen! Lees het artikel “Bereid Europa zich voor op oorlog?” door Rod McNair, voor profetisch inzicht in de toekomst van Duitsland – en de wereld.