Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Good life” (een persoonlijk bericht van de hoofdredacteur) door Gerald Weston, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van maart-april 2024.

Het is natuurlijk om te verlangen naar een comfortabel leven zonder pijn en verdriet. Wie wil er geen gemakkelijk leven? Maar is een leven van non-stop comfort, gemak en vermaak het beste leven? Welke manier van leven brengt de grootste beloningen?

In zijn memoires Walden observeerde de Amerikaanse essayist Henry David Thoreau dat “de meeste mensen een leven leiden van stille wanhoop”. Hij verwierp de algemene nadruk op materiële rijkdom en status en ontdekte dat hij met zes weken arbeid per jaar in zijn fysieke basisbehoeften kon voorzien. Thoreau prees de waarde van introspectie en vrije tijd en zag deze als een remedie tegen misplaatste waarden en hebzucht.

De zesentwintigste president van de Verenigde Staten zag de waarde van het leven heel anders. Theodore ‘Teddy’ Roosevelt was als jongen ziekelijke geweest, lijdend aan zware astma, maar hij streefde een uitdagend leven na dat gekenmerkt werd door krachtige lichamelijke activiteit. Hij was een bekwaam politicus, schrijver, veeboer en “een dappere en goed bekend staande militaire leider’. De aanval van de Rough Riders (te voet) op Kettle Hill tijdens de Slag om Santiago maakte hem tot de grootste nationale held uit de Spaans-Amerikaanse Oorlog.” “In 1884 verliet hij, overmand door verdriet door de dood van zowel zijn moeder als zijn vrouw op dezelfde dag, de politiek om twee jaar door te brengen op zijn veeboerderij in de ‘Badlands’ [red.: ‘ruig natuurlandschap’] op het grondgebied van Dakota” (“Theodore Roosevelt,” Britannica.com, 27 december 2023).

Roosevelt zag in dat we zonder inspanning, moed en risico geen echt succes kunnen boeken. In een toespraak tot universiteitsstudenten in Parijs sprak hij de beroemde woorden: “Het is niet de criticus die telt; niet de man die erop wijst hoe de sterke man struikelt of waar de doener van daden het beter had kunnen doen. De eer behoort toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, wiens gezicht is aangetast door stof en zweet en bloed; die zich moedig inspant... die in het beste geval uiteindelijk de triomf van een hoge prestatie kent, en die in het slechtste geval, als hij faalt, in ieder geval faalt terwijl hij grote moed heeft getoond” (“Citizenship in a Republic,” 23 april 1910).

Thoreau en Roosevelt bewandelden verschillende paden naar een zinvol leven. Thoreau erkende terecht de nutteloosheid van bedrieglijke waarden waarbij de meeste mensen leven, maar hij miste het doel voor de oplossing hiervan. Hij leefde volgens een geloof dat bekend staat als het transcendentalisme, “een idealistisch denksysteem gebaseerd op geloof in de essentiële eenheid van de hele schepping, de aangeboren goedheid van de mensheid en de suprematie van inzicht boven logica en ervaring voor de openbaring van de diepste waarheden” (“Transcendentalism,” Britannica.com, 14 november 2023).

Het geloof dat de mensheid van nature goed is, houdt nauwelijks stand na nader onderzoek gezien de geschiedenis van oorlog en onmenselijkheid van de mensheid. Ook zijn Thoreau’s ideeën niet in overeenstemming met de Bijbel, die ons vertelt dat het hart van de mens verre van goed is (Mattheüs 15:18-20; Jeremia 17:9). Thoreau’s innerlijke zoektocht naar de waarheid was vruchteloos en hij zocht op de verkeerde plaatsen.

Roosevelts bewonderenswaardige pleidooi voor hard werken en “in de arena staan” is in overeenstemming met het advies van Koning Salomo: “Alles wat uw hand vindt om te doen, doe dat naar uw vermogen…” (Prediker 9:10). Ja, het zijn meestal de moeilijke dingen die we doen die de grootste beloningen opleveren – maar een echt zinvol leven moet verder gaan dan het hier en nu. Salomo’s refrein “… ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid”, weerspiegelt deze realiteit (Prediker 1:2, SV). En we moeten ons afvragen, wanneer de laatste adem wordt uitgeblazen, wat is dan het verschil is tussen een leven van hard werken en een leven van vrije tijd, als dit leven alles is wat er is? Uiteindelijk kan er geen blijvende betekenis zijn als het leven slechts tijdelijk is.

HET GROTERE PLAATJE

Filosofen en staatslieden geven vaak goed advies. Thoreau merkte terecht op dat veel levens leeg zijn, geleefd in ‘stille wanhoop’. Roosevelt hield, net als Thoreau, van de natuurlijke wereld, maar daagde ons door woord en voorbeeld uit om Thoreaus leven van vrije tijd opzij te zetten in ruil voor wat hij beschouwde als een meer lonend leven, dat gecreëerd wordt door krachtige inspanning. Maar wat in beide perspectieven ontbreekt, is het grote plaatje van waarom we hier op aarde zijn. Wat is de zin van het leven? Dat is het grote plaatje dat de Wereld van Morgen geeft aan degenen die bereid zijn het te accepteren.

Het antwoord is te vinden in het Evangelie van Jezus Christus – een boodschap die maar weinig belijdende christenen begrijpen. De bijna algemeen verkeerd begrepen boodschap van het Koninkrijk van God is ingebed in de teksten van het Nieuwe Testament. Dit goede nieuws van een komend Koninkrijk dat over de wereld regeert en waar we deel van kunnen uitmaken, markeerde het begin van Zijn bediening: “En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie” (Markus 1:14-15).

Dit was het goede nieuws waarvoor Jezus zei dat Hij gezonden was om het te verkondigen. In plaats van op één plaats te blijven, “… zei [Hij] tegen hen: Ik moet ook andere steden het Evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, want daarvoor ben Ik uitgezonden” (Lukas 4:43). Hoeveel zondagochtendpredikers vertellen hun publiek deze duidelijke waarheid? Hoeveel regelmatige kerkgangers begrijpen dit?

De boodschap van het Koninkrijk van God gaat niet over naar de hemel gaan. Mattheüs geeft veel gelijkenissen waarin de uitdrukking “Koninkrijk der [ofwel ‘van de’] hemelen” wordt gebruikt, maar er is een verschil tussen een koninkrijk van en een koninkrijk in. Markus en Lukas beschrijven dezelfde gelijkenissen van Jezus met de uitdrukking “Koninkrijk van God”. Het Koninkrijk der hemelen is hetzelfde als het Koninkrijk van God. Beide duiden op bezit, niet op locatie – dat Koninkrijk is niet in de hemel net zo min als het in God is. Het Koninkrijk der hemelen is het Koninkrijk van God, en Mattheüs gebruikt de twee uitdrukkingen door elkaar, zoals te zien is in Mattheüs 19:23-24.

Het Koninkrijk van God, de kern van Jezus’ gelijkenissen, gaat over meer dan krachtige inspanning of een leven van vrije tijd. De gelijkenis van het mosterdzaadje geeft ons een voorbeeld: “En Hij zei: Waarmee zullen wij het Koninkrijk van God vergelijken, of door welke gelijkenis zullen wij het voorstellen? Door een mosterdzaad dat, als het in de aarde gezaaid wordt, het kleinste is van alle zaden die er op de aarde zijn. En wanneer het gezaaid is, komt het op en wordt het grootste van alle tuingewassen, en maakt grote takken, zodat de vogels in de lucht in zijn schaduw kunnen nestelen” (Markus 4:30-32).

Maar wat is dat Koninkrijk? Wat behelst het meer dan wat Thoreau en Roosevelt voor ogen hadden? En hoe heeft het betrekking op uw leven?

Veel Bijbelteksten maken duidelijk dat het Koninkrijk dat Jezus verkondigde een koninkrijk is dat over de wereld heerst en waar u deel van kunt uitmaken. We lezen dat Jezus Koning zal zijn over de hele aarde en zal regeren vanuit Jeruzalem (Zacharia 14:8-9). We leren dat David koning zal zijn over heel Israël (Jeremia 30:9) en dat elk van de twaalf apostelen zal heersen over één van de stammen van Israël (Mattheüs 19:27-29).

WAT ZIT ER IN VOOR U?

Jezus kwam met de gelijkenis van de ponden omdat Zijn volgelingen het verkeerd begrepen en dachten dat Hij in hun tijd een letterlijk koninkrijk zou oprichten. “Hij zei dan: Een zeker mens van hoge geboorte reisde naar een ver land om voor zich een koninkrijk in ontvangst te nemen en daarna terug te keren. En hij riep zijn tien slaven, gaf hun tien ponden en zei tegen hen: Doe daarmee zaken totdat ik terugkom” (Lukas 19:12-13).

Toen de man van adel na vele dagen terugkeerde, verzamelde hij zijn slaven om te zien wat ieder had gedaan. “Toen verscheen de eerste en zei: Heer, uw pond heeft tien ponden winst opgeleverd. En hij zei tegen hem: Goed gedaan, goede slaaf! Wees, omdat u in het minste trouw bent geweest, machthebber over tien steden. Toen kwam de tweede en zei: Meester, uw pond heeft vijf ponden opgeleverd. En hij zei ook tegen hem: En u, wees machthebber over vijf steden” (Lukas 19:16-19).

Ja, er is een verbazingwekkende beloning voor de weinigen die vandaag gehoor geven aan Gods roeping. Of iemand nu een leven leidt van vrije tijd of krachtige lichamelijke activiteit, er is maar één arena die aan het eind telt: Zoals Jezus tegen de rijke jongeman zei: “… Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht” (Mattheüs 19:17).