Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “The Truth About Anti-Semitism” door Stuart Wachowicz, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van april-mei 2021.

“We moeten ons resoluut verzetten tegen zowel openlijk als heimelijk antisemitisme, tegen de ontkenning en de relativering van de Holocaust... we eren de slachtoffers van de Holocaust door hen te herdenken en van hun lot te leren.” Aldus de Duitse Bondskanselier Angela Merkel op een conferentie van de Verenigde Naties op 27 januari, de Internationale Dag ter Herdenking van de Holocaust. Uitdrukking gevend aan wat zij noemde “diepe schaamte” voor Duitslands antisemitische verleden zei Merkel dat het de “eeuwige verantwoordelijkheid” van Duitsland is om de Holocaust en zijn slachtoffers te herdenken (News.UN.org, 27 januari 2021).

Is antisemitisme gewoon een verschrikkelijk overblijfsel uit het verleden van Europa? Tijdens een twee jaar eerdere bijeenkomst op de Dag ter Herdenking van de Holocaust deed Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, een schokkende uitspraak: “Op deze dag maak ik me grote zorgen. Ik zou nooit gedacht hebben dat tijdens mijn leven Joden bang zouden zijn om hun geloof in Europa uit te oefenen” (Europese Commissie, 24 januari 2019).

Tot afschuw van velen die ooit dachten dat de Tweede Wereldoorlog het einde betekende van het Europese antisemitisme duikt er nu een nieuwe golf van antisemitisme op. Niet alleen herontdekken sommige Europese extremisten de in diskrediet geraakte nazi-ideologie, maar ook hebben zich onder vluchtelingen die naar Europa vluchten in de nasleep van de Arabische lente en de Syrische burgeroorlog kleine, maar luidruchtige antisemitische elementen geroerd.

Moeten we verrast zijn? Misschien niet. Antisemitisch sentiment bestaat al heel lang. Deze oude haat heeft eeuwenlang het leven, de daden en de bewegingen van volkeren bepaald en aanleiding gegeven tot periodes van politieke en religieuze vervolging die nu een schandvlekken vormen – en toch, verontrustend genoeg, niet problematisch lijken voor een groeiend aantal onverdraagzame individuen over de hele wereld.

Velen vragen zich af waarom sommige mensen vervuld zijn van haat jegens personen die zij nog nooit hebben ontmoet. Helaas negeren anderen die denken dat zij er niets mee te maken hebben de kwestie en vinden, omdat deze hen niet persoonlijk raakt, dat zij er zich niet druk over hoeven te maken. Waarom is antisemitisme dan belangrijk als u niet Joods bent? Lees verder om hierop het antwoord te krijgen!

EEN OUDE, MIDDELEEUWSE MAAR OOK MODERNE HAAT

De moderne term antisemitisme werd in 1879 bedacht door de Duitse publicist en politieke activist Wilhelm Marr, als een ‘gezuiverde’ versie van de eerdere term ‘Jodenhaat’. Wereldwijd maken Joden minder dan een kwart procent van de bevolking uit. Waarom zijn deze mensen dan, die zoveel hebben bijgedragen op het gebied van exacte wetenschappen, geneeskunde, filosofie, muziek en religie, door zovelen en zo lang verguisd? Hoe kunnen dezelfde mensen ervan beschuldigd worden tegelijkertijd zowel vurige communisten als bedrieglijke kapitalisten te zijn? Hoe kunnen zij worden veracht als zowel te conservatief als te liberaal?

Het verhaal van de Jodenhaat gaat vele eeuwen terug. In 333 v.Chr. overrompelde de Macedonische veroveraar Alexander de Grote met zijn Griekse strijdkrachten het Perzische Rijk en nam in de loop van het conflict zowel Egypte als het Midden-Oosten op in zijn rijk. Alexander was de Joden zeer gunstig gezind, van wie velen, vooral geleerden en vakbekwame ambachtslieden, ervoor kozen zich te vestigen in de nieuwe stad die naar de keizer was vernoemd – Alexandrië. Hier floreerden zij vele jaren, maar in het begin van de jaren 200 v.Chr. stak in Egypte een golf van Jodenhaat de kop op.

De vermaarde Cambridge geleerde en auteur Michael Grant merkt in zijn boek The History of Ancient Israel uit 1984 op dat ene Manetho van Heliopolis, een Egyptische priester die in de derde eeuw v.Chr. schreef, een aantal venijnige aanklachten tegen de Joden uitbracht, waarmee hij hen ten onrechte beschuldigde van wreedheid en het verspreiden van ziekten. Om de Egyptische trots op een hoger plan te brengen vervalste Manetho de lijst van Egyptische farao’s in een poging de geschiedenis van zijn natie verder terug te duwen dan die van de Grieken en het Bijbelse verslag van de Exodus te weerspreken.

De Joodse gemeenschap zag in dat zij een antwoord moest hebben op deze kwaadaardige aanval die de publieke opinie tegen hen opzette. Zich realiserend dat de Grieken zeer weinig wisten van de Joodse geschiedenis of godsdienst, begonnen de Joden van Alexandrië aan een zeer ambitieus project – een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Deze vertaling staat tegenwoordig bekend als de Septuagint, van het Latijnse septuaginta, dat 70 betekent – het aantal geleerden dat naar men zegt aan dit enorme karwei zou hebben gewerkt.

Dit was gedeeltelijk een hulp voor de gehelleniseerde [‘vergriekste’] Joden die de Bijbel niet in het Hebreeuws konden lezen, maar het was ook een poging om onwetendheid en vervolging te bestrijden. Als de Griekse wereld het Hebreeuwse denken en geschiedenis begreep, zo redeneerden de Joden van Alexandrië, zou dit kunnen dienen om het effect van de opzettelijke verspreiding van leugens en haat tegengaan. Helaas, de problemen bleven zich van tijd tot tijd voordoen en zijn zelfs tot op vandaag blijven bestaan.

Zeker, in vergelijking met wat men tegenwoordig in sommige delen van onze wereld aantreft, is de Engelssprekende wereld een relatief toevluchtsoord voor voortwoekerende Jodenhaat. Maar dit is niet altijd het geval geweest. Er waren weinig of geen Joden in Engeland totdat koning Willem I de Veroveraar hen uitnodigde zich te vestigen na de verovering van de Noormannen in 1066. Helaas brak een eeuw later anti-Joods geweld uit tijdens het bewind van koning Richard I. Ondanks aanvankelijke pogingen van de koning om het geweld de kop in te drukken, ebde de koninklijke steun weg en wakkerde ernstig anti-Joods elan menigten aan die hele Joodse gemeenschappen afslachtten. Geestelijken uit die tijd jutten de menigten op in naam van de godsdienst waarbij ze de Joden ‘Christusmoordenaars’ noemden. Op de een of andere manier vergaten zij Christus’ eigen gebed aan het kruis: “… Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen…” (Lukas 23:34).

In 1290, tijdens het bewind van koning Edward I van Engeland, werd bevolen alle Joden die weigerden zich tot het ‘christendom’ te bekeren uit zijn koninkrijk te verbannen, een patroon dat in de jaren daarna door andere Europese naties zou worden herhaald – Hongarije in 1360, Frankrijk in 1394, Oostenrijk in 1421, Spanje in 1492, en Portugal in 1497.

WAT ZET MENSEN APART?

Tegenwoordig is de overgrote meerderheid van ontwikkelde mensen bekend met de Holocaust en de goed gedocumenteerde, systematische en wrede slachting van miljoenen Joden door toedoen van Adolf Hitler en de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Uit opiniepeilingen blijkt echter steevast dat een klein maar belangrijk percentage van de bevolking niet weet of niet gelooft dat miljoenen Joden het slachtoffer zijn geworden van genocide in het Duitsland van Hitler. Velen erkennen niet dat antisemitisme niet alleen een kwaad is, maar dat het door heel de geschiedenis een hardnekkig kwaad geweest is.

En we kunnen ons terecht afvragen: Waarom? Waarom is een dergelijke haat gericht tegen een kleine bevolkingsgroep van zeer capabele mensen die in feite zeer aanzienlijke bijdragen aan de beschaving hebben geleverd? Zeker zullen, zoals in elke bevolkingsgroep, sommige mensen problemen veroorzaken ̶  de Joden hebben echter geen groter aantal afwijkende mensen dan welke andere groep ook. Waarom zijn ze dan zo in het vizier gekomen?

Hitlers vertrouweling Hermann Rauschning schreef zijn voormalige leider deze opzienbarende bekentenis toe: “Het geweten is een Joodse uitvinding. Het is een smet, zoals besnijdenis.... Ik bevrijd de mensen... van de vuile en vernederende zelfkastijding door een hersenschim die geweten en moraal heet” (Hitler Speaks, 1939). Geleerden hebben de echtheid van dit citaat betwist, maar het geeft de kwaadaardige geest weer achter veel antisemitisch gedachtegoed  ̶ en achter het antisemitisch verlangen om de Joden in diskrediet te brengen en te vernederen, door hen apart te zetten van de rest van de samenleving.

Maar wat waren de factoren die ervoor zorgden dat de Joden door onverdraagzaamheid apart werden gezet van de samenleving om hen heen? Vier factoren die de orthodoxe Joden onderscheidden van de omringende bevolking springen in het bijzonder in het oog.

Onderwijs: Gedurende de Middeleeuwen en zelfs tot in de Renaissance was de overgrote meerderheid van de Europeanen analfabeet. Joodse families zorgden er daarentegen voor dat hun zonen niet alleen een vakopleiding kregen, maar ook konden lezen en schrijven teneinde hun geschriften te begrijpen. Als gevolg daarvan vergaarden geschoolde en geletterde Joodse bevolkingsgroepen rijkdom, waardoor sommigen verstrekkers van leningen konden worden. De Europese wetten in de Middeleeuwen verhinderden over het algemeen dat ‘christenen’ zich bezighielden met het verstrekken van geldleningen. Joden werd dit niet belet en zij raakten geleidelijk betrokken bij het verstrekken van leningen en vroege vormen van bankieren, waardoor zij grote invloed kregen maar hen ook tot voorwerp van jaloezie en wrok maakte..

Een cultuur van afscheiding: Naast hun eerbied voor wat velen de ‘oudtestamentische’ geschriften noemen, werd een groot deel van de Joodse samenleving gevormd door tradities die werden gedicteerd door de talmoed, een uitgebreide verzameling van commentaren en interpretaties van de Joodse wet en praktijk. De resulterende sociale afscheiding bevorderde de verspreiding van misverstanden over Joden. Heersers die een zondebok zochten voor sociale problemen vonden het gemakkelijk om wantrouwen aan te wakkeren dat zou leiden tot geweld. Interessant genoeg scheidden de Joden die de talmoed verwierpen – zoals de Karaïten –van Oost-Europa en Rusland – zich niet af van de bredere samenleving, wat kan verklaren waarom zij over het algemeen veel minder te lijden hadden van pogroms en onderdrukking.

Propaganda: Wanneer antisemieten er niet in slaagden haat te zaaien op grond van angst voor echte verschillen namen sommigen hun toevlucht tot regelrechte onwaarheden om achterdocht te wekken en zelfs aan te zetten tot geweld. Het meest beruchte voorbeeld is wellicht een document dat in 1905 in Rusland werd gepubliceerd, De protocollen van de wijzen van Sion. Tegenwoordig wordt het als een vervalsing beschouwd, maar ten tijde van de publicatie werd het algemeen aanvaard als een geheim verslag van de plannen van Joodse leiders om de samenleving te ondermijnen en deze onder de totale controle van Joodse machthebbers te brengen. Zelfs vandaag de dag blijven sommigen nog geloven in de echtheid van het document en verspreiden de onwaarheden ervan.

Gods wetten: Alleen al door enige van Gods wetten te gehoorzamen zouden orthodoxe Joden onvermijdelijk in een enigszins afgescheiden positie komen van niet-Joden die zelfs niet de eenvoudigste Bijbelse wetten betreffende gezondheid en reinheid volgden. Tijdens de donkere Middeleeuwen, toen cholera, tyfus en de builenpest de Europese steden teisterden, merkten niet-Joden op dat de Joden vrijwel niet, of in het geheel niet, aangetast werden door deze ziekten. Tegenwoordig kunnen we zien dat het de naleving door de Joden van Bijbelse wetten over praktische zaken als quarantaine van de zieken, het veelvuldig wassen en het begraven van menselijke uitwerpselen, die ziekte tot een minimum beperkten. In die tijd echter trokken de lijdende menigten de snelle conclusie dat aangezien de Joden nauwelijks door deze ziekten werden getroffen, zij ze wel moesten hebben veroorzaakt – wat tot nog meer antisemitische vervolgingen leidde.

EEN DIEPERE OORZAAK: AFWIJZING VAN GOD?

Al het bovenstaande kan echter niet de werkelijke oorzaak van antisemitisme verklaren. Het is de moeite waard op te merken dat de Bijbelse wetten waarnaar in het laatste punt wordt verwezen veel meer omvatten dan quarantaine. Deze Bijbelse wetten werden – in tegenstelling tot de talmoedische wetten, ontwikkeld door het rabbijnse Jodendom, die in hoge mate dienden om de wetten in acht nemende Joden af te scheiden van de maatschappij – werden ook in acht genomen door de vroege Kerk van God zoals onderwezen door de apostelen van Jezus Christus, een feit waarvan de geschiedenis melding maakt. Toch zijn deze Bijbelse wetten vandaag de dag vrijwel afwezig in de meeste ‘christelijke’ kerkgenootschappen. Waarom? Zou Jodenhaat eeuwen geleden een krachtige rol hebben gespeeld in de vertroebeling van het christelijk geloof?

De middeleeuwse menigten die tegen de Joden tekeer gingen waren meestal analfabeet en wisten niets van de christelijke Kerk van de eerste eeuw. Zij begrepen niet dat Jezus Christus zich aan veel van dezelfde wetten hield als de Joden die zij probeerden te vervolgen. Waarom niet? Na meer dan duizend jaar van verdraaiing door een valse kerk die de naam van Christus gebruikte was de gemiddelde ‘christen’ onwetend over de leringen en morele waarden van Jezus Christus zelf.

In de eeuwen na de dood en verrijzenis van Christus kwamen er leiders op die het christendom op afstand trachtten te brengen van Jezus Christus en de wetten die Hij – als de God van het Oude Testament (1 Korinthe 10:1-4) – zelf had gegeven en nageleefd. Net zoals het oorspronkelijke Jodendom vervormd werd door de talmoed en zijn superstructuur van door mensen gemaakte wetten die Gods eigen wetten aan het oog onttrokken, verloor het reguliere christendom het zicht op Jezus’ leringen onder invloed van roomse kerkleiders als Hiëronymus, Johannes Chrysostomus en Augustinus, wiens ideeën meer te danken hadden aan Plato en andere heidense denkers dan aan de apostel Paulus.

Deze scheiding van Christus van Zijn eigen leringen is ook de kern van de moderne antisemitisme, zoals Adolf Hitlers haat tegen de Joden krachtig illustreerde. Professor David Nirenberg, auteur van Anti-Judaism: The History of a Way of Thinking, wijst erop dat antisemitisme in feite een verwerping van Joodse waarden is en dat zijn kerndoel is de morele principes te ontkennen waarop het Jodendom is gebaseerd – dezelfde principes volgens welke Jezus Christus leefde.

De diepere motivatie achter het antisemitisme is dat het probeert de godsdienst in diskrediet te brengen die God aan geheel Israël heeft gegeven. Dit was een godsdienst gebaseerd op het begrip en de wetten die God aan de Hebreeën had gegeven die God zelf – geïncarneerd als de mens Jezus Christus – volmaakt gehoorzaamde en vervulde. Veel belijdende christenen maken de fout te denken dat Jezus Zijn eigen wetten weer introk nadat Hij ze vervuld had. De waarheid is echter dat Jezus, door ons een voorbeeld te geven van hoe de wet vervuld dient te worden, deze meer bindend maakte in de nieuwtestamentische toepassing ervan. Er is niet langer een tempel voor offers omdat Christus in plaats daarvan ons offer is en de christenen nu zelf de tempel van God zijn.

De wetten naar welke Christus leefde zijn de wetten naar welke ware christenen vandaag leven. Het zijn principes die absoluut zijn en niet voor verandering vatbaar. Zij kunnen niet worden gewijzigd om ze aan te passen aan de veranderende stemming van de samenleving. De God van de Bijbel die deze instructies gaf, maakt duidelijk dat Zijn Goddelijke wetten en normen niet kunnen worden herzien om aan de normen van de samenleving te voldoen: “Want Ik, de HEERE, ben niet veranderd…” (Maleachi 3:6).

God gebood de Israëlieten trouw te zijn aan Zijn wetten en principes en beloofde hen te zegenen en voor hen te zorgen als zij dat waren. Sterker nog, als zij ijverig waren in gehoorzaamheid zouden zij Zijn wetten en levenswijze als voorbeeld voorleven en onderwijzen aan de rest van de mensheid.

Neem ze in acht en doe ze; want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn voor de ogen van de volken, die al deze verordeningen horen zullen en zullen zeggen: Werkelijk, dit grote volk is een wijs en verstandig volk! Want welk groot volk is er waar de goden zo dichtbij zijn als de HEERE, onze God, bij ons is, altijd als wij tot Hem roepen? En welk groot volk is er dat zulke rechtvaardige verordeningen en bepalingen heeft als heel deze wet, die ik u heden voorhoud? (Deuteronomium 4:6-8).

Het is vooral belangrijk om te onthouden dat de  ̶ oorspronkelijke  ̶  christelijke Kerk van de eerste eeuw het principe begreep dat de wet van God absoluut is. Zij redeneerden dat, als God God is en Schepper van alles, Zijn wet absolute waarheid moet vertegenwoordigen – waarheid die gevolgd moet worden en die boven elke tegenstrijdige menselijke wet dient te staan.

De halfbroer van Jezus Christus, de apostel Judas, verklaarde: “Geliefden, toen ik mij er met alle inzet toe zette u te schrijven over de gemeenschappelijke zaligheid, werd ik genoodzaakt u te schrijven met de aansporing om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is” (Judas 3).

Deze verplichting om als norm voor geloof en gedrag de levenswijze te handhaven die God had ingesteld was een sterk fundamenteel principe van de Joodse samenleving  ̶  evenals van de Kerk die door Christus en de apostelen was gesticht. Beide groepen geloofden dat goed en kwaad alleen door God kunnen worden vastgesteld, via Zijn Heilige Schrift. Zij deelden een gemeenschappelijk waardestelsel dat niet openstond voor herinterpretatie wanneer de maatschappij haar waarden veranderde. Het vasthouden aan Bijbelse normen maakte beide groepen tot constante buitenstaanders in hun gemeenschappen. Hoe meer de sociale orde om hen heen afweek van de feitelijke Bijbelse leer, des te groter de wrok tegen hen werd.

In 66 n.Chr. en opnieuw in 135 n.Chr. begonnen Joodse strijdkrachten grote opstanden tegen de Romeinse overheersing. Dit waren enkele van de moeilijkste oorlogen in de geschiedenis van Rome, en de Romeinse verliezen waren zeer zwaar, vooral in de opstand van 135 n.Chr. De Romeinen trokken zich niets aan van het feit dat de opstanden waren geprikkeld door keizerlijke onderdrukking en de haat tegen de Joden en alles wat met de Joden te maken had kookte over. Deze haat sloeg over op de prille christelijke Kerk, die voor buitenstaanders veel leek op een Joodse groep, omdat beide groepen de Sabbat van de zevende dag hielden, de jaarlijkse Heilige Dagen, en de voedselwetten die in de Heilige Schrift stonden, die beide groepen vereerden.

Geconfronteerd met Romeinse vervolging trachtten sommige angstige christenen zich van de Joden te distantiëren. Velen zagen af van het Bijbelse Pascha ten gunste van de oude en heidense Paasfeestviering. Zij verplaatsten hun dag van aanbidding van de zevende naar de eerste dag van de week, en namen verschillende nieuwe leerstellingen en praktijken aan om zich verder van de Joden af te scheiden. En toch hielden sommigen trouw vast aan hun geloofsovertuigingen, vaak met gevaar voor martelaarschap. Sommigen slaagden er zelfs in te ontsnappen over de grenzen van het Romeinse Rijk naar het niet door Rome gecontroleerde Europa.

Zelfs nog tijdens de Spaanse inquisitie namen onderzoekers die fel tegenstander waren van het Joodse geloof enkele Joden op in hun vervolgingen, maar hun haat was voornamelijk gericht tegen die paar mensen die zich moedig christenen noemden terwijl zij vasthielden aan de eigenlijke onderwijzingen van Jezus Christus in plaats van de heidens- en rooms-geïnspireerde compromissen. Vandaag de dag blijven zij die volharden in het volgen van het voorbeeld van Christus een uitdaging voor het geweten van een wereld die de Bijbelse moraliteit en de onveranderlijke en gelijkblijvende waarheid van de Bijbel ontkent.

GODS WEG OVERWINT!

Onze wereld als geheel – vroeger, in de Middeleeuwen, en vooral vandaag – heeft nooit willen horen over moraliteit zoals God die definieert. Zij wil de wetten niet horen die op onvoorwaardelijk goed en kwaad definiëren – en die dat voor eeuwig zullen doen. Maar noch degenen die haat prediken of daden uit haat begaan tegen de Joden, noch degenen die de door Jezus Christus gestichte Kerk vervolgen, zullen daarin slagen. De moraal die op de pagina’s van de Bijbel bewaard is gebleven, is absoluut, onveranderlijk en waar. Zij zal standhouden ondanks alle pogingen om God, Zijn volk en Zijn Weg te bestrijden, en ondanks de veranderingen die in het belijdende christendom zijn ingebracht na de dood van de oorspronkelijke apostelen, om de oudtestamentische waarheden die Jezus onderwees en staande hield te onderdrukken.

Helaas zullen de vervolgingen voortduren tot aan het einde van dit tijdperk. Maar geen mens – zelfs niet de grote afvallige krachten waarvan geprofeteerd is dat zij zullen opstaan vóór de terugkeer van Christus – zal in staat zijn om de Levenswijze zoals deze beschreven is in de Bijbel uit te roeien.

Terwijl wij antisemitisme zijn onwetende kop zien opsteken, zullen kort daarna nog krachtiger pogingen volgen om de wereld af te keren van de waarheid en de moraal van de Bijbel. Antisemitisme moet, net als alle andere aanvallen op de moraal zoals die gedefinieerd wordt door de wet van de God van de Bijbel, gezien worden voor wat het is – een poging om het geweten van de mensheid te vernietigen. We moeten deze kwaden kennen en verwerpen voor wat ze zijn. Gelukkig verzekert Gods woord ons dat zij zullen falen, en dat de wet van God voor altijd zal standhouden!