Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel: “Do You Really Want to Eat That?” door Douglas S. Winnail, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van juli-augustus 2019.

 

Voor velen behoren de voedselwetten in Leviticus tot de meest raadselachtige instructies van de Bijbel. Deze wetten hebben millennialang degenen die ze volgen apart gezet van rest van de wereld en zijn daarmee een reden voor controverse geweest. Waarom verbood God mensen bepaalde voedingsmiddelen te eten? Moeten wij deze zelfde instructies ook vandaag nog volgen?

Door de eeuwen heen hebben critici de Levitische voedingsrichtlijnen als willekeurig en irrationeel beschouwd, veeleer stammend uit primitief bijgeloof dan afkomstig van God. Toch beschouwen vele anderen – vooral degenen die profijt van die wetten hebben ondervonden – ze als wijs en verstandig, zoals men zou verwachten van wetten die door God zijn gegeven.

Wat tegenstanders ook beweren, God heeft verklaard dat Zijn wetten voor ons bestwil zijn en ons leven verlengen (Deuteronomium 5:29, 33; 10:13). Zijn voedselvoorschriften waren niet willekeurig; hun doel was om ons tot voordeel te zijn. Als dat zo is, waarom zou God dan later in het Nieuwe Testament geschriften inspireren die ze lijken af te schaffen? Zou een alwijze Schepper Zichzelf tegenspreken?

Als u ooit over dergelijke vragen hebt nagedacht, zou u het onderwerp nader moeten onderzoeken om de waarheid voor uzelf te bepalen. De almachtige God daagt u uit om ‘alles te onderzoeken en het goede te behouden’ (1 Thessalonicenzen 5:21, Leidse Vertaling). De antwoorden zouden uw leven kunnen veranderen en uw gezondheid ten goede komen!

De Bijbel onthult allerlei belangrijke redenen voor zijn voedselwetten. In Exodus leren we dat God het volk Israël koos voor een speciaal doel (Exodus 19:5-6). God ontwierp de voedselwetten om de Israëlieten te onderscheiden van andere naties, maar waarom? God zei tegen Mozes: “… Ik ben de HEERE, uw God, Die u vanuit de volken afgezonderd heeft. U moet daarom onderscheid maken tussen de reine en de onreine dieren… U moet heilig voor Mij zijn, want Ik, de HEERE, ben heilig. Ik heb u van de volken afgezonderd om van Mij te zijn” (Leviticus 20:24-26). God koos Israël om een modelnatie te worden – een licht en voorbeeld voor de wereld voor het verschil tussen goed en verkeerd, heilig en onheilig (Deuteronomium 4:6-8).

God deed dit onder andere zodat andere volkeren de resultaten van Zijn wetten konden zien en Hem zouden zoeken voor de geweldige voordelen van Zijn rechtvaardige wegen. “Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen” (Spreuken 3:1-2). Een langere levensduur en betere gezondheid zouden slechts twee van de voordelen zijn van het volgen van Israëls voorbeeld (Deuteronomium 4:40; 7:12-15)!

God heeft de voedselwetten ook bedoeld om wijs en efficiënt gebruik van het milieu te bevorderen. De instructies over ‘rein’ en ‘onrein’ voedsel zijn belangrijk bij de vervulling van Gods gebod voor de mensheid om de aarde “… te bewerken en te onderhouden” (Genesis 1:28; 2:15). Om deze wetten volledig te begrijpen, moeten we ze zien in de context van Gods doel voor de hele mensheid.

Blijf op het gras!

In Leviticus 11 en Deuteronomium 14 zijn de meeste Bijbelse voedselwetten te vinden. Ze geven specifieke informatie, samengevat in eenvoudige principes. Zoals een bepaald commentaar observeert: “Dit waren strikte wetten die God in Zijn wijsheid aan een volk gaf dat de reden ervoor niet kon weten” (The Expositor’s Bible Commentary, 1990, vol. 2, p. 569). Tegenwoordig laat de moderne wetenschap echter zien hoe praktisch en belangrijk deze wetten werkelijk zijn.

Beginnend in Leviticus 11:1-3 lezen we: “… Dit zijn de dieren die u eten mag van alle dieren die op de aarde zijn... Alle dieren met gespleten hoeven, waarvan de hoef in tweeën gespleten is en die bovendien bij de dieren horen die herkauwen ….” Dit beschrijft plantenetende zoogdieren (herbivoren), met gespleten hoeven en een gespecialiseerd spijsverteringssysteem, die worden gerangschikt als herkauwers.

Herkauwers hebben een maag met vier kamers die grassen, die oneetbaar zijn voor mensen en andere dieren, omzetten in voedzame, eiwitrijke producten – vlees en melk. Voorbeelden van dergelijke reine dieren zijn vee, schapen, geiten, herten, bizons, elanden, antilopen, gazellen, kariboes en giraffen. Dit zijn allemaal herbivoren die gras en andere planten eten.

Deze richtlijnen beheren het milieu op verstandige wijze. Weidegronden en savannes bestrijken uitgestrekte gebieden van de aarde, en worden vaak marginale gronden of velden genoemd omdat er onvoldoende regen valt voor gewassen zoals maïs of tarwe. “Herkauwers hebben een waardevolle rol gespeeld en zullen die blijven spelen in duurzame landbouwsystemen. Ze zijn met name nuttig bij het omzetten van grote hernieuwbare grondstoffen van weidegronden of weilanden en residuen van landbouwgewassen of andere bijproducten in voedsel dat eetbaar is voor de mens. Met herkauwers wordt land dat te arm is of te erosiegevoelig om te bebouwen productief.” (J.L. Beckett and J.W. Oltjen, “Role of ruminant livestock in sustainable agricultural systems,” Journal of Animal Science, vol. 74, no. 6, 1996, p. 1406). Ook produceren dieren die gras gevoerd krijgen vlees met een lager vetgehalte dan dieren die graan gevoerd krijgen, wat een bekend gezondheidsvoordeel oplevert. Het grootbrengen van vleesdieren op gras en andere planten is ook goedkoper.

God ontwierp deze ‘reine’ dieren om voedzaam voedsel te produceren op een economisch en ecologisch gezonde manier. Dit waren voordelen waarvan Hij wilde dat Zijn modelnatie ze aan de wereld zou laten zien – en Hij gaf deze richtlijnen aan Israël lang voordat de wetenschappen van ecologie, economie en voedingsleer ontstond.

De voedselwetten verbieden om logische redenen het eten van vleesetende dieren [carnivoren]. God schiep reine dieren om te voorzien in voedsel en bijproducten voor menselijk gebruik. Hij creëerde dieren die ongeschikt waren voor menselijke consumptie voor andere doeleinden. Carnivoren spelen als roofdieren een belangrijke rol bij het uitdunnen van andere dierenpopulaties. Wolven en poema’s bijvoorbeeld, die zich voeden met herten, controleren de groei en de gezondheid van kuddes herten door oude, zieke of zwakke dieren te verwijderen. Dat is één reden om geen carnivoren te eten; ze kunnen zieke dieren eten en ziekten doorgeven aan mensen.

Stop met spek

De Bijbel noemt met name varkens of zwijnen onrein – ongeschikt voor menselijke voeding (Leviticus 11:7-8; Deuteronomium 14:8). Terwijl sommige theologen niet begrijpen waarom God een uitzondering maakt voor varkens, vinden anderen veel logische redenen die verband houden met ecologie, economie, voeding en volksgezondheid.

In het wild zijn zwijnen vaak nachtdieren die naar voedsel wroeten. Hun nachtelijke eetgewoontes hadden hen weg moeten houden van mensen. Mensen houden echter al eeuwenlang varkens om ze als aaseters rond nederzettingen in te zetten. Het hebben van een alleseter [omnivoor] als huisdier die snel in gewicht kan toenemen door het eten van elke vorm van afval, vuilnis of dode dieren – en later kan worden geslacht om tot voedsel te dienen – lijkt een goede regeling voor veel samenlevingen. Maar is dat wel zo?

Tegenwoordig zijn “[goedkope] maïs en sojabonen goed nieuws voor varkensproducenten, omdat deze twee granen de belangrijkste ingrediënten in varkensvoer zijn” (Kevin Schulz, “Cheap corn, soybeans play well into hogs’ needs”, NationalHogFarmer.com, 2016).

Als niet-herkauwers evenwel met een spijsverteringskanaal vergelijkbaar met dat van mensen, kunnen varkens niet overleven op grassen. Dit maakt hen ecologische concurrenten van mensen wat betreft granen zoals tarwe, maïs en gerst. In Amerika voeren boeren ongeveer 20 procent van de geoogste maïs aan varkens. Dit is een onverstandig gebruik van grondstoffen omdat de wereldbevolking druk blijft uitoefenen op ons vermogen om voedsel te produceren. Dit is nog een mogelijke reden waarom God niet wil dat wij varkens eten: misschien voorzag Hij dat grote kudden varkens kostbaar graan zouden eten dat eigenlijk bestemd was voor de mond van arme mensen!

De wormen komen eruit!

Een van de belangrijkste ziekten die varkens en andere onreine dieren overbrengen is trichinose. Het is het resultaat van een kleine parasitaire spoelworm die het spierweefsel van dieren en mensen infecteert (Richard Pearson, MD, “Trichinosis”, MerckManuals.com, 2018). We moeten echter opmerken dat veel carnivoren en omnivoren de parasiet Trichinella spiralis dragen, en dat “infecties het gevolg kunnen zijn van het eten van varkensvlees... wild zwijn, beer of walrus” (ibid.). Aan de lijst zouden ook eekhoorn, rat, kat, hond, konijn, vos, paard en zeezoogdieren toegevoegd kunnen worden (Eugene Nester et al., Microbiology, 1995, p. 768; “Trichinosis-Fact Sheet”, Connecticut State Department of Public Health, 2019). Het is niet per ongeluk of toevallig dat Gods goddelijke voedselwetten het gebruik van deze dieren als voedsel verbieden.

Lintwormen vormen een ander ernstig gezondheidsprobleem dat kan ontstaan door het eten van varkensvlees. Met betrekking tot de lintworminfectie door varkens worden “de hoogste presentiecijfers gezien in landen waar varkensvlees een belangrijk onderdeel van het dieet is, zoals Mexico, Latijns-Amerika, Spanje, Portugal, Afrika, India, Zuidoost-Azië en China” (Ellen Jo Baron et al., Medical Microbiology, 1994, p. 887).

Hoewel het advies, dat vaak gegeven wordt om parasitaire infecties door varkensvlees en andere onreine dieren te vermijden, is het vlees voldoende te koken, is de meest effectieve manier om deze ziekten te vermijden het eten van onreine dieren te vermijden! God instrueerde Mozes en de Israëlieten in deze wijsheid 3.500 jaar geleden. Als mensen vandaag de Bijbelse voedingscode zouden toepassen, zou de wereldwijde last van parasitaire ziekte binnen één generatie dramatisch kunnen dalen!

Eet de schoonmaakploeg niet op

De tweede belangrijke reeks goddelijke voedingsinstructies heeft betrekking op waterdieren. “Dit mag u eten van al wat in het water leeft: alles wat in het water, in de zeeën en in de beken vinnen en schubben heeft, dat mag u eten”, “Alles wat in het water geen vinnen en schubben heeft, is voor u iets afschuwelijks” (Leviticus 11:9, 12).

Er zijn talloze – en soms fantasierijke – redenen gegeven voor deze richtlijnen. Terwijl sommige Bijbelgeleerden erkennen dat het eten van onreine organismen schadelijk kan zijn, suggereren anderen dat organismen zonder vinnen en schubben afschuwelijk waren om te eten, simpelweg omdat ze op slangen leken. Wetenschappelijke ontdekkingen onthullen echter de gedetailleerde wijsheid en voordelen van Gods duidelijke instructies omtrent geschikt voedsel.

Bijbels ‘reine’ vissen zwemmen over het algemeen vrij rond in open water zoals rivieren, zeeën, meren enz.. De meeste ‘onreine’ vissen zijn bodembewoners of roofzuchtige aaseters. De richtlijnen van de Bijbel beschermen tegen het nuttigen van vissen wier lichamen giftige stoffen produceren. In een handboek over overleven van het Amerikaanse leger staat: “De meeste giftige vissen hebben veel vergelijkbare fysieke kenmerken. Over het algemeen hebben ze een eigenaardige vorm – doosvormig of bijna rond – en hebben een harde huid (vaak bedekt met benige platen of wervelkolommen), piepkleine mondjes, kleine kieuwen en kleine of geen buikvinnen” (John Boswell, U.S. Armed Forces Survival Guide, 2007, p. 244). Veel zeedieren die als giftig worden bestempeld, hebben geen echte schubben (Roger Caras, Venomous Animals of the World, 1974, p. 103).

Bijbelse richtlijnen verwijzen mensen naar de veiligste soorten vis om te eten. Echter, zelfs reine vis moet voldoende worden gekookt. Rauwe of onvoldoende verhitte vis kan verschillende soorten parasitaire lintwormen en andere platwormen overbrengen (Jacquelyn en Laura Black, Microbiology, 1993, p. 624).

Een ander doel

Bijbelse voedselwetten verbieden ook de consumptie van schaaldieren, die zowel vinnen als schubben missen. Maar waarom worden kreeften, krabben, rivierkreeften en garnalen –delicatessen in veel delen van de wereld – verboden? Het antwoord ligt in het begrijpen van de natuurlijke rol waarvoor God dergelijke wezens heeft ontworpen.

Kreeften “zijn zee- en zeebodemdieren en de meeste zijn nachtdieren. Kreeften azen op dode dieren maar eten ook levende vis, kleine weekdieren en andere ongewervelde bodemdieren en zeewier” (“Lobster”, Encyclopaedia Britannica, 2018).

Krabben zijn aaseters die bijna alle afval eten, vooral dode vissen. Gewone garnalen leven overdag in de modder of zanderige bodems van baaien en riviermondingen over de hele wereld. ‘s Nachts zijn het roofzuchtige aaseters en “op de bodem levende eters van detritus [dood en rottend organisch materiaal]” (Keith Banister and Andrew Cambell, The Encyclopedia of Aquatic Life, 1988, p. 235).

God schiep deze organismen om de ‘schoonmaakploeg’ te zijn voor meren, rivieren, stranden, baaien en oceanen. Het was niet Zijn bedoeling dat mensen ze zouden eten. Dat is ook de reden waarom het eten van rauwe, gepekelde of onvoldoende verhitte krabben, rivierkreeften, slakken of garnalen mensen blootstelt aan het risico van parasitaire infecties zoals leverwormen, die tot 80 procent van sommige landelijke populaties in Zuidoost-Azië infecteren (Black, Microbiology, p. 624).

Gevaar van de halve schelp

Waarom heeft God kokkels, oesters, mosselen en sint-jakobsschelpen geschapen, maar ze ongeschikt voor menselijke consumptie verklaard? Deze wezens hebben een gespecialiseerde rol in meren, beken en kustgebieden. Als stilliggende filtrerende weekdieren “begraven ze zich in modderige sedimenten op een diepte van 10 tot meer dan 7.000 meter en consumeren micro-organismen en los organisch materiaal (afval)” (“Mollusk”, Encyclopaedia Britannica, 2019). Filtrerende organismen zijn de ‘stofzuigers’ voor aquatische omgevingen om het water te zuiveren.

Als u eenmaal begrijpt waarom God schaal- en schelpdieren heeft gemaakt, moet de reden waarom ze onrein zijn wel duidelijk zijn. Als u de inhoud van uw stofzuigerzak, ovenfilter of septische tank niet wil opeten, wil u ook geen schaal- of schelpdieren eten! “Schaal- en schelpdieren verzamelen bacteriën wanneer ze meerdere liters water per uur filteren. Inname door mensen van deze zeevruchten (ongekookt of heel kort gekookt) kan buiktyfus of een andere infectie door salmonella veroorzaken” (J.P. Cabral, “Water Microbiology. Bacterial Pathogens and Water”, International Journal of Environmental Research and Public Health, vol. 7, no. 10, 2010, pp. 3657-3703).

Hoe ernstig is de bedreiging door ziekte? De Amerikaanse Food and Drug Administration meldt dat “weekdieren  ̶ oesters, kokkels, mosselen en sint-jakobsschelpen  ̶ jaarlijks meer dan 100.000 ziektegevallen veroorzaken” (“Food Safety: Federal Oversight of Shellfish Safety Needs Improvement”, GAO-01-072, 9 juli 2001, p. 1). Uitbraken van cholera, tyfus, hepatitis A, besmetting met het norovirus, salmonella en verlammende schaal- en schelpdiervergiftiging zijn slechts enkele van de gezondheidsproblemen die vaak gepaard gaan met het eten van deze weekdieren. Gezondheidsdeskundigen zoals die van de Mayo Clinic adviseren over het algemeen dat mensen met een aangetast of kwetsbaar immuunsysteem – met name zwangere vrouwen – “ongekookte vis en schaal- en schelpdieren moeten vermijden” (“Pregnancy and fish: What’s Safe to Eat?”, MayoClinic.com, 17 juni 2016). Restaurants die de Bijbelse voedselwetten begrijpen en volgen, zullen automatisch al deze problemen vermijden – en meer!

Van vogels tot insecten

De laatste groep organismen die door de Bijbel wordt besproken zijn vogels, insecten en reptielen. De meeste uitgesloten vogels zijn roofvogels of aaseters zoals aasgieren en zeemeeuwen (Leviticus 11:13-19). Vleesetende vogels zijn belangrijk bij het beheersen van verschillende dierenpopulaties. Consumptie van het vlees en bloed van hun prooi – aas – maakt deze vogels tot potentiële oorzaak voor de overdracht van ziekten. Roofzuchtige visetende vogels stapelen dikwijls ook hoge niveaus van giftige chemicaliën in hun lichaam op.

Reptielen behoren ook tot de dieren die als onrein worden bestempeld (Leviticus 11:29-30; 42-43). Wat insecten betreft mogen alleen die van de sprinkhanenfamilie  ̶ lange tijd een gewaardeerde bron van voedsel in het Midden-Oosten  ̶ voor voedsel worden gebruikt (vv. 21-23).

De voedselwetten afgeschaft?

De Bijbelse voedselwetten zijn eenvoudig, rationeel, praktisch en diepgaand. Lang voordat mensen de bijzonderheden van micro-organismen, parasieten of mondiale ecologie kenden, onthulde God krachtige principes die het milieu zouden beschermen, zouden voorzien in veilig en gezond voedsel en de verspreiding van ziekten zouden voorkomen onder hen die deze instructies volgen.

Veel schrijvers en externe bronnen erkennen de intentie en het nut van deze richtlijnen. Deskundigen hebben opgemerkt dat “de meeste wetten duidelijk kunnen worden gezien als richtlijnen voor hygiëne en volksgezondheid” en dat “de wetten schitterend door God zijn gemaakt voor de algehele gezondheid van de natie” (The Expositor’s Bible Commentary, pp. 529, 569 ).

Maar als deze wetten zo logisch en nuttig zijn, hoe is dan het idee ontstaan dat ze zijn afgeschaft? Waarom beweren sommigen dat de Bijbel dit idee ondersteunt? Het antwoord is dat mensen persoonlijke interpretaties geven aan passages die we vinden in Markus 7 en Handelingen 10. Het bestuderen van het ‘bewijs’ is leerzaam.

In Markus 7 vragen de farizeeën Jezus waarom Zijn discipelen aten zonder hun handen te wassen volgens de farizese tradities. Christus zette de farizeeën weg als hypocrieten (vv. 5-13), maar velen hebben wat erop volgt verkeerd begrepen. Het is belangrijk om te begrijpen dat sommige Bijbelvertalingen hun eigen woorden toevoegen aan Markus 7:19 – woorden die Jezus niet sprak en die niet worden gevonden in de Griekse tekst – ten onrechte suggererend dat Jezus de voedselwetten heeft afgeschaft. Het punt van Christus was dat het innemen van een beetje vuil een persoon niet spiritueel verontreinigt omdat dit niet in het ‘hart’ komt en zo het gedrag beïnvloedt. Het vuil gaat door het spijsverteringskanaal en verlaat het lichaam. Dit hoofdstuk bespreekt geen voedselwetten – en ook Mattheüs 15:10-20 niet, waar dezelfde gebeurtenis wordt beschreven. Lees deze teksten in verschillende vertalingen, dan kunt u dit zelf zien.

God gaf Petrus een visioen, dat wordt verteld in Handelingen 10, om hem te helpen Gods plannen voor de groei van de Kerk te begrijpen. Petrus zag een groep onreine dieren en hem werd driemaal verteld om die te eten. Elke keer weigerde hij vastbesloten omdat hij geloofde dat het verkeerd was (vv. 13-16). Bedenk nu dat dit de Petrus was die zoals wordt verondersteld Jezus de voedselwetten hoorde afschaffen in Markus 7, de Petrus die door Christus gedurende drie en een half jaar werd opgeleid – maar er toch nog steeds stellig van overtuigd was dat het eten van onrein vlees verkeerd was! Hij stond voor een raadsel over de betekenis van het visioen (Handelingen 10:17), totdat drie heidense mannen hem bezochten met een verzoek om uitleg van het Evangelie (vv. 21-27). Normaal gesproken zou Petrus niet zijn omgegaan met mannen van buiten de verbondsgemeenschap, omdat de Joden de heidenen als ‘onrein’ beschouwden.

Toen Peter deze puzzelstukjes samenvoegde, concludeerde hij: “… God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen” (v. 28). Hij zag Gods ware bedoeling. Christenen moesten het Evangelie aan de heidenen prediken, die zich op dezelfde voet bij de Kerk mochten aansluiten als christenen van Joodse afkomst. Petrus concludeerde niet in dit hoofdstuk, of ergens anders in het Nieuwe Testament, dat God wilde dat de voedselwetten werden afgeschaft. Het zogenaamde bewijs is er gewoon niet! Noch Jezus Christus noch Petrus hebben deze door God gegeven richtlijnen afgeschaft.

Onderliggende motieven?

Als het bewijsmateriaal voor het afschaffen van de voedselwetten door Christus en de apostelen zo zwak is – in feite niet bestaat – waar kwam dit idee dan vandaan? Er kan dan gewezen worden naar de sociale, politieke en religieuze factoren die de kerkdoctrines van de tweede eeuw na Christus beïnvloedden.

Hoewel de verwoesting van de tweede Tempel in 70 n. Chr. – minder dan 40 jaar na de dood en opstanding van Christus – een einde had gemaakt aan veel, lang gehanteerde Joodse gebruiken en religieuze beperkingen, bleven de vroegste discipelen van Christus de wetten en praktijken die hun Verlosser hield, naleven, deze erkennend als tijdloze leringen van de Bijbel (vgl. Lukas 4:16, Edward Gibbon, Decline and Fall of the Roman Empire, 1952, pp. 129-131). Naarmate echter meer heidenen in de Kerk kwamen, kregen christenen het te stellen met sterke anti-Joodse gevoelens die in die tijd in het hele Romeinse rijk opkwamen. Vanwege de aanvallen op en het belachelijk maken van Joodse gebruiken door Latijnse en Griekse auteurs “verbraken vele christenen hun banden met het Jodendom” (Samuele Bacchiocchi, From Sabbath to Sunday, 1977, p. 185).

Veel belijdende christenen probeerden zich radicaal te onderscheiden van alles dat Joods leek te zijn. Ze wilden als apart en afgescheiden van de Joden gezien worden. In hun pogingen om een nieuwe identiteit te creëren, begonnen ze er nieuwe gebruiken voor in de plaats te stellen – vele geleend van de omringende heidense cultuur – om de oorspronkelijke, Bijbelse, zogenaamde ‘Joodse’ praktijken te vervangen (Will Durant, Caesar and Christ, 1944, p. 595). Voorbeelden hiervan zijn het vervangen van de Sabbat door de zondag, de Bijbelse heilige dagen door heidense feestdagen en Gods voedselwetten door lokale voedselvoorkeuren.

Van hier tot in eeuwigheid

Een van de treurigste consequenties van de wijdverbreide verwerping van Gods voedselwetten door de mensheid is dat miljoenen mensen hebben geleden en zijn gestorven aan ziekten die zijn opgelopen door het eten van wat God nooit als voedsel heeft bedoeld.

De Bijbel zegt dat Satan de hele wereld misleid (Openbaring 12:9). Deze misleiding omvatte ook het geloof dat theologische, rationele en nuttige instructies over voeding, die God aan Israël gaf zodat het een modelnatie voor de rest van de wereld zou kunnen worden, niet langer geldig zijn.

Deze situatie zal echter spoedig veranderen. Wanneer Jezus Christus terugkeert, zullen “…alle dingen worden hersteld …” (Handelingen 3:20-21), met inbegrip van de voedselwetten die in de Bijbel worden gevonden. Profetieën in Jesaja 65:1-10 en 66:15-20 onthullen dat de Verlosser van de mensheid onjuiste opvattingen zoals dat Hij of iemand anders deze heilzame wetten heeft afgeschaft, zal corrigeren. Alle mensen zullen dan leren waarom God Zijn wetten heeft ingesteld en zullen de voordelen ervaren van leven in harmonie met deze goddelijk geïnspireerde principes (Jesaja 2:2-3). De Bijbel geeft aan dat wanneer dit herstel plaatsvindt, het zal duren zolang het Koninkrijk van God duurt – voor eeuwig (9:5-6)!

Het goede nieuws is dat u niet hoeft te wachten op de tweede komst van Jezus om de instructies van uw Schepper te volgen. U kunt vandaag beginnen – en dat zou u ook moeten doen! Personen van wie God de geest heeft geopend voor de werkelijke betekenis van de Bijbel kunnen er nu van profiteren en zullen spoedig de gelegenheid hebben om deze principes die het leven in stand houden met de hele mensheid te delen (Jesaja 30:20-21).

Degenen die praktische kennis van de toepassingen en voordelen van Gods manier van leven ontwikkelen, zullen met Jezus Christus regeren in het Koninkrijk van God op deze aarde (Openbaring 11:15; Daniel 2:44; 7:27). De voedselwetten maken deel uit van Gods plan voor welzijn. Ze zijn nog steeds van toepassing en ze zullen van fundamenteel belang zijn voor een gezond leven in de wereld van morgen.