BRON: Tomorrow's World/ January - February 2009

  • Gaf God de Vader het oude Israël verouderde instructies, die Jezus Christus moest veranderen? 

  • Of werden de oude Israëlieten geleid door dezelfde Persoonlijkheid, die alsJezus Christus werd geboren?

Het antwoord zal U verbazen!

Vele Christenen proberen de God van het Oude Testament te onderscheiden van de persoon Jezus Christus. Uw Bijbel laat echter zien dat Jezus Christus, die eerder bestaan heeft met God de Vader van eeuwigheid af, Degene was die met Abraham en Mozes sprak en de Tien Geboden gaf!

De meeste religieuze wetenschappers en commentaren kennen de duidelijke schriftgedeelten, die wij in dit artikel zullen bespreken. Zij zijn zich bewust van wat een aantal bijbelse passages zeer duidelijk maakt. Maar de meeste van hen mijden deze verzen als een plaag! Of, aan de andere kant maken zij een "verbale dans" erom heen - behandelen zij deze verzen terloops in hun technische commentaren - maar glijden dan af naar "veiliger" onderwerpen, zonder hen op de een of andere manier volledig uit te leggen.

Waarom?

  • Waarom zouden traditionele Christelijke leiders bang zijn voor het feit dat Degene, die Jezus Christus werd - tevoren bestond met God de Vader vanaf eeuwigheid? 

  • Dat Jezus Christus de God van het Oude Testament was - de God, die met Abraham en Mozes sprak - de God van David - Degene die feitelijk de Tien Geboden uitsprak? 

  • Waarom angstig zijn voor deze duidelijke bijbelse leerstellingen?

Wij zullen de donkere herkomst van deze angst later uitleggen. Maar eerst moeten wij de duidelijke oorsprong van Jezus Christus begrijpen - Degene, die voor onze zonden stierf.

  • Wie was Jezus Christus werkelijk?

  • Waar kwam Hij vandaan?

  • Waarom is Zijn leven zo waardevol, dat het een betaling vormt voor alle levens - miljarden van ons - tezamen?

De waarheid over dit onderwerp is zeer belangrijk om te begrijpen. En het is echt inspirerend!

De Oorsprong van Jezus Christus 

De Apostel Johannes maakt duidelijk, dat Degene die Jezus Christus werd, vanaf eeuwigheid bestond. "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is". (Johannes 1:1-3)

Hier brengt Johannes naar voren dat het Woord - de Logos of Woordvoerder - vanaf het begin met God was. Hij was de creatieve "tussenpersoon" - waarnemend voor God de Vader in het scheppen van alles wat bestaat. Later, "was Hij in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven". (Johannes 1:10-12)

In verschillende verzen maakt de geïnspireerde Apostel Paulus hetzelfde punt. In Kolossenzen 1:15-16) spreekt Paulus over Jezus Christus: "Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen". En het boek Hebreeën zegt ons dat God, "nu in het laatst der dagen tot ons gesproken heeft in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft". (Hebreeën 1:2) En opnieuw, "Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap". (Hebreeën 1:8) En tenslotte, "Gij, Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen". (Hebreeën 1:10)

Merkt U op, dat bovenstaand in Hebreeën 1:8, Christus wordt aangesproken met"O, God". Hij wordt beschreven als Degene, die "de wereld geschapen" en de "de aarde gegrondvest" heeft. Er is absoluut geen aanwijzing dat één van deze verzen, geschreven door Paulus of door Johannes "poëtisch" of metaforisch / overdrachtelijk waren! Zij verklaren eenvoudig het feit, dat de Persoonlijkheid, die Jezus Christus werd, "in het begin" bij de Vader was; dat Hij het "Woord" was of Woordvoerder voor de Vader en dat alle dingen rechtstreeks geschapen werden door Hem, Jezus Christus!

  • Hoe kwam dit alles tot stand?

Als wij Genesis 1:1 opslaan, lezen wij "in den beginne schiep God de hemel en de aarde". Alle wetenschappers weten, dat het Hebreeuwse woord hier vertaald als God, "Elohim" is, een meervoudig zelfstandig naamwoord - zoals kerk, familie of gezin - hetgeen zou betekenen als een gezin met verscheidene leden. En merkt U nuGenesis 1:26 op, "en God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt".

Merkt U op, dat God zei, "Laat Ons mensen maken naar ons beeld". De Vader en de Logos of "Woord" - die later werd geboren als Jezus van Nazareth - waren beiden hierbij betrokken. Handelend voor Degene, die wij God de "Vader" noemen werd Degene, die Jezus Christus werd vanaf het begin gebruikt door de Vader om zich bezig te houden met de mensheid.

Wij zien dit ook in Genesis 18. Hier verscheen de Logos aan Abraham. Hij verscheen niet in Zijn volledig glorie in het omgaan met Abraham, Mozes en anderen, maar meer in een menselijke vorm - maar kennelijk met een "verschil", zodat Abraham herkende dat hij te maken had met de "Heer". (Genesis 18:3, 27) Nadat de Eeuwige aan Abraham had uitgelegd dat Hij voornemens was om Sodom en Gomorra zou vernietigen, vanwege hun perverse zonden, vroeg Abraham, "zou deRechter der ganse aarde geen recht doen? " (Genesis 18:25)

Hier had Abraham zeker te maken met Degene, die Jezus Christus werd! Want Christus Zelf openbaarde later, "want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven". (Johannes 5:22) Abraham had zeker niet te maken met God de Vader. Want het geïnspireerde Woord zegt ons, "niemand heeft ooit God gezien". (Johannes 1:18)

Jezus Zelf zei: "Uw vader Abraham heeft zich erop verheugd mijn dag te zien en hij heeft die gezien en zich verblijd. De Joden dan zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar en hebt Gij Abraham gezien? Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, IK BEN". (Johannes 8:56-58) De Joden erkenden, dat de uitdrukking "IK BEN" verwijst naar de God van Israël. Zij dachten, dat Jezus loog en godslasterlijk sprak. Daarom "namen zij dan stenen op om naar Hem te werpen". (Johannes 8:59) Deze Joden waren blind voor het feit, dat Jezus de Persoonlijkheid was, die de God van Abraham, Izak en Jakob (Israël) was! Zij stonden daar en spraken met Degene, die hun "God" was! En zij wisten het niet.

Christus WAS de "God van Israël"

In Matteüs 22:42-45 daagde Jezus de religieuze leiders uit, "zeggende: Wat dunkt u van de Christus? Wiens zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon. Hij zeide tot hen: Hoe kan David Hem dan door de Geest zijn Here noemen, als hij zegt: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb. Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? " De Farizeeën waren niet in staat te antwoorden. Want zij wisten dat koning David van Israël geen menselijke "heer" had. Deze verzen moesten twee persoonlijkheden beschrijven in Gods Gezin - de ene groter dan de ander. En, zoals het voor de hand liggend moet zijn voor ons, werd aan Davids directe "Heer" - Degene, die later Jezus van Nazareth werd - gezegd om aan de rechterhand van de Vader te zitten totdat het tijd voor Hem was om Koning der koningen te worden.

De Joden wisten, dat de komende Messias een letterlijke "zoon van David" zou zijn. Hoe kon deze Davids "Heer" zijn en toch een nog "groter" Heer hebben, die Hem zei wat te doen?

In 1 Korintiërs 10:1-4 lezen wij dat het oude Israël werd gedoopt in Mozes en zij"allen hetzelfde geestelijke voedsel aten en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke Rots, welke met hen medeging, en die Rots was de Christus". Opnieuw, het is duidelijk - zoals een aantal commentaren erkennen - dat dezelfde Geestelijke Persoonlijkheid, die zich met het oude Israël bezighield, Degene was die Christus werd. Want, zoals wij hebben gezien, zei Jezus dat "niemand" ooit "God" had gezien - duidelijk verwijzend naar Degene, die wij de Vader noemen. Direct na het geven van de Tien Geboden en enige Statuten aan het oude Israël, zien wij dat de "God van Israël" verscheen aan enkele leiders van Israël!"En Mozes klom op met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid. Maar tot de vooraanstaanden der Israëlieten strekte Hij zijn hand niet uit; zij aanschouwden God en zij aten en dronken". (Exodus 24:9-11) Meer dan 70 leiders van Israël "zagen de God van Israël"Kan het nog duidelijker?

  • Hij was Degene, die Jezus Christus werd, die met Adam en Eva wandelde en sprak in de Hof van Eden.

  • Hij was Degene, die rechtstreeks omging met Abraham, Izak en Jakob.

  • Hij was Degene, die "persoonlijk" sprak met Mozes. (Numeri 12:8)

  • Hij was Degene, die de Tien Geboden uitsprak vanaf de top van de berg Sinai!
WAAROM wordt deze Waarheid zo zelden erkend?

Als U de laatste zin van bovenstaande alinea begrijpt, kunt U beginnen te begrijpen waarom zovele traditionele priesters en dienaren uit de weg gaan voor het uitleggen van de ware oorsprong van Jezus Christus. Want bijna allen werden onderwezen dat de Tien Geboden een voortbrengsel waren van een of ander hardvochtige "God van het Oude Testament" en dat Jezus hoe dan ook "beter wist" dan Zijn Vader. In plaats daarvan zeggen zij in vele gevallen, dat de Apostel Paulus op de een of andere manier "het beter wist" dan of Jezus of de Vader - en dat hij Gods wet, de Tien Geboden afschafte.

Deze misleide mannen kunnen oprecht zijn. Maar zij zijn "verblind" (2 Korintiërs 4:3-4) - zoals de hele wereld. Denkt U aan de instructie van Jezus over de meeste religieuze leiders van Zijn tijd: "laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden. Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een put vallen". (Matteüs 15:14)

Het is pijnlijk - voor mannen, die onderwezen werden dat de Tien Gebodenwaren "afgeschaft" - te erkennen dat het Degene was, die Jezus Christus werd, die de Tien Geboden in gecodificeerde vorm aan Mozes gaf. Hij is Degene, die als een integraal deel van Gods grote geestelijke wet, gebood: "Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die". (Exodus 20:8-11)

Tegenwoordig begrijpen de meeste dienaren dat God, door Christus, Zijn volk specifiek gebood om de zevende dag te houden - niet zomaar een dag. Zij weten, dat Jezus tijdens Zijn hele leven de zevendedag Sabbat hield - dezelfde dag, die andere Joden vierden! En zij realiseren zich waarschijnlijk dat de originele Apostelen de zevendedag Sabbat hielden. Samen met talloze andere gerespecteerde wetenschappers erkent de historicus van de voornaamste Protestantse Kerk, Jesse Lyman Hurlbut: "Zolang de kerk voornamelijk Joods was, werd de Hebreeuwse Sabbat gehouden". (The Story of the Christian Church - [De Geschiedenis van de Christelijke Kerk] - pag. 45)

De meeste dienaren begrijpen dat de geïnspireerde schrijver van het boek Hebreeën ons zegt, "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid". (Hebreeën 13:8) En zij weten, dat noch Christus, noch de Apostelen ooit geprobeerd hebben om de bijbelse Sabbat "af te schaffen". Als zij zo'n poging hadden ondernomen om zo'n belangrijke leerstelling teniet te doen, die van Gods hand kwam, zouden de Joden die hen omringden hen onbarmhartig hebben bedreigd en vervolgd hebben. Zij zouden hen niet toegestaan hebben om in de Tempel te blijven vereren, zoals zij dit vele jaren deden en hen onmiddellijk uitgeroepen hebben als ketters en wettelozen. De enorme opstand, die erop zou hebben gevolgd na zo'n daad zou, in vergelijking, de ontsteltenis van de Joden over de besnijdenis - beschreven in Handelingen 15 - gemaakt hebben tot een "theekransje"!

Natuurlijk is een dergelijke verandering in Gods grote geestelijke Wet nooit besproken of ingesteld door Christus of de Apostelen. Want een kwart eeuw na de kruisiging van Jezus en nadat Gods Heilige Geest over de vroege Kerk was gekomen om haar te leiden, waren de originele Christenen nog steeds "ijveraars" voor de Wet. (Handeling 21:20) Zelfs de Apostel Paulus was nog gehoorzaam aan de geestelijke wet van God, de Tien Geboden. Let U op het geïnspireerde verslag over de instructie aan Paulus, gegeven door de Apostel Jakobus van "het hoofdkantoor":"....dan zullen allen bemerken, dat van alles, wat men hun van u verteld heeft, niets waar is, maar dat gij ook zelf medegaat in de onderhouding van de wet". (Handelingen 21:24)

Logische Gevolg van Deze WAARHEID 

Als aan alle traditionele Christenen de waarheid was onderwezen - dat Degene, die hun Verlosser werd, Degene is die de Tien Geboden gaf - waren hun daden wellicht heel anders geweest. De wereld zou zeker een veel veiliger plaats zijn! Iedereen zou weten, dat ware Christendom een wetgebonden religie is - een wegvan leven gebaseerd op de grote geestelijke wet van God. Zij zouden leren dat - alhoewel niemand ineens perfect is en ons wordt geboden om te groeien in het karakter van Christus - het mogelijk is om het geïnspireerd voorbeeld van Christus te volgen, door Zijn Heilige Geest in ons.

Zoals de Apostel Paulus schreef: "met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven". (Galaten 2:20) Christenen zouden dan de uitleg van de geliefde Apostel Johannes over de ware liefde van God begrijpen en hoe het functioneert: "want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar". (1 Johannes 5:3) Zij zouden met nieuw begrip de geïnspireerde verklaring van Johannes lezen in Openbaring 14:12, "hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof van Jezus bewaren".

De ware Christus openbaart duidelijk in de Bijbel, het gelijktijdig bestaan met de Vader van eeuwigheid af. Hij en de Vader ontwierpen samen de schepping van de mensheid. Sprekend voor Zichzelf en de Vader, zei de Logos - die Christus werd,"Laat Ons mensen maken naar Ons beeld". Dan, ongeveer 4.000 jaar later, was de Logos bereid om de onbeschrijflijke glorie, macht en majesteit op te geven, die Hij altijd met de Vader had gedeeld.

Zoals correct werd vertaald, zegt Paulus ons dat Christus "Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader"! (Filippenzen 2:7-11)

Jezus zei, "Ik en de Vader zijn één". (Johannes 10:30) Degene dus, die totaal "één" was geweest met God - en Die God was - "ontledigde Zichzelf" om onze Verlosser te worden. Zijn leven is waarlijk meer waard dan alle levens samen, omdat Hij niet alleen het menselijk ras schiep, maar ook het hele universum. Door Zijn kruisdood heeft Hij ons gekocht en voor ons betaald; Christus heeft ons nu dubbel in "eigendom". Hij is onze Schepper. Hij is onze God. Hij is onze Meester.

Na de dood van de originele Apostelen nam een grote afval echter de naam "Christendom" over. De duidelijke leerstellingen en voorbeelden van Christus en de Apostelen begonnen te veranderen. Het ware concept van Christus als een ware "Meester" begon verloren te raken en permanent te veranderen. Hij werd beschouwd als een "Heer", die geen gehoorzaamheid eiste aan de geestelijke Wet - de Tien Geboden - die Hij aan de mensheid had gegeven. Zijn duidelijke en voortdurende lering, "maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden" (Matteüs 19:17) werd nu uitgelegd als een instructie, alleen voor de Joden. Zo werden ook de krachtige verklaringen van de Apostel Johannes afgewezen, zoals, "Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet". (1 Johannes 2:4) Deze duidelijke verklaringen werden uitgelegd als slechts van toepassing zijnde op de "geest" van de wet of op sommige "nieuwe" geboden van Jezus. Maar als U deze nieuwe geboden bestudeert, zijn zij alleen vergrotingen van de Tien Geboden, die Jezus Zelf op de berg Sinai gaf! En nogmaals, "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid". (Hebreeën 13:8)

Moge God U allen, die dit leest, helpen om dit te begrijpen en gehoor te geven aan de ware Jezus Christus van de Bijbel. Zoals Hij zei, "Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg"? (Lucas 6:46) Als U werkelijk de Christus van de Bijbel wilt gehoorzamen, schrijft U ons vandaag nog en vraag ons volledig gedocumenteerd boekje aan, getiteld, "Welke Dag is de Christelijke Sabbat"?

De Wereld van Morgen is betrokken bij het herstellen van het bijbels Christendom - de religie die Jezus en de Apostelen daadwerkelijk onderwezen en praktiseerden.

De Bijbel verzekert U dat de levende Jezus Christus - Degene, die bestond vanaf eeuwigheid met de Vader - Degene is, die U zal leiden, U zal sterken en U zalzegenenals U besluit te doen wat Hij zegt en Hem niet alleen als Verlosser vereert, maar als Heer en Meester, voor nu en altijd.