Het volgende artikel is verschenen in het Tomorro’s World magazine van juli-augustus 2015 en is de vertaling van het artikel “Evolution and Tolerance” door Gerald E. Weston.

Canada gaat er prat op een land van tolerantie en diversiteit te zijn. Maar is het divers genoeg om degenen te accepteren die niet in de evolutietheorie geloven? Bekijk dit recente nieuwsbericht:

“Rick Nicholls, een lid van het Provinciale Parlement van Ontario (MPP), voelde zich heftig aangevallen door de media vanwege de onthulling dat hij niet gelooft in de evolutie. In het kielzog van zijn belachelijkmaking en veroordeling is een andere politicus in opspraak gebracht door de media en zijn politieke partij. De conservatieve oud-parlementariër James Lunney, die zich herhaaldelijk sceptisch heeft uitgelaten over de evolutietheorie, verlaat de Conservatieve Partij en voert als reden een opzettelijke poging ‘bij de oudgedienden’ in de politiek aan om ‘een christelijk wereldbeeld te onderdrukken’” (The Globe and Mail, “B.C. MP quits Conservatives to defend views on evolution” [“Parlementariër uit Brits Columbia verlaat Conservatieven om zijn opvattingen over de evolutie te verdedigen”], 31 maart 2015).

Het lijkt erop dat Canada’s meest conservatieve politieke partij degenen die aanmerkingen maken op de evolutietheorie niet langer kunnen tolereren. Zeker, politici zijn goed in het bepalen van de richting waarin de wind waait. Dus wat zegt dit over de waarschijnlijkheid dat er vraagtekens bij de evolutie worden gezet bij de meer liberaal gestemde partijen? Vraagtekens zetten bij de evolutie is gewoon niet politiek correct. Tolerantie kan overal worden gevonden, maar niet als het gaat om de evolutietheorie.

Nieuwsberichten op televisie voegen een dimensie toe die niet gevonden wordt in kranten. Het is gemakkelijk om de overduidelijke minachting te zien die nieuwsverslaggevers op televisie tentoon spreiden ten aanzien van elke arme onwetende ziel die niet de gangbare politiek correcte lijn volgt. Het is twijfelachtig of verslaggevers van grote tv-programma’s zouden kunnen blijven als ze ook maar enige vorm van sympathie zouden tonen voor iemand die als zo dwaas wordt beschouwd om in 2015 nog vraagtekens te zetten bij de evolutie! Diversiteit is de naam van het spel, behalve wanneer door een diverse mening een achteloos in stand gehouden geloof in een overkoepelende wetenschappelijke theorie die geen enkele tegenstand tolereert, aangevochten wordt.

Interessant is dat een aantal van de meest luidruchtige en krachtige stemmen die bij de evolutie vraagtekens zetten, niet afkomstig zijn van religieus orthodoxe zijde, maar van hoogopgeleide wetenschappers en filosofen. Michael Denton, die een deel van zijn opleiding ontving aan de Universiteit van Toronto, beschouwt zichzelf als een agnosticus, hoewel hij algemeen wordt gezien als degene die de Intelligent Design [intelligent ontwerp] beweging in gang zette. Wijlen Antony Flew schreef na 50 jaar het atheïsme gepropageerd te hebben, het boek: There Is A God: How the World’s Most Notorious Atheist Changed His Mind [Er is een God: Hoe de meest bekende atheïst van de wereld van gedachten is veranderd]. Flew concludeerde dat nieuw bewijs in de microbiologie tot geen andere conclusie kon leiden.Toch heeft Flew, terwijl zijn wetenschappelijke analyse hem ertoe leidde om een intelligentie achter het leven te erkennen, deze intelligentie niet geïdentificeerd met de God van de Bijbel; hij veronderstelde een onpersoonlijke intelligentie als grondslag voor het ontwerp van het universum.

Aan de Universiteit van Guelph, slechts een paar uur verder rijden dan Rick Nicholls’ kiesdistrict in Chatham/Essex/Kent, onderwees professor Michael Ruse 35 jaar lang cursussen in de filosofie. Ruse, een hartstochtelijk pleitbezorger van de evolutie, leeft sindsdien teruggetrokken in Florida, maar hij was één van de eersten om Nicholls’ recht om voor zijn tegengestelde opvatting over de evolutie uit te komen te erkennen. Ruse, die zichzelf eerder een scepticus noemt dan een agnosticus, debatteert regelmatig met voorstanders van Intelligent Design en is co-auteur van Debating [Debatteren over]Design met Intelligent Design voorstander William Dembski.

Ruse is de auteur van een verhandeling met de titel Why I Think the New Atheists Are a Bloody Disaster [Waarom ik denk dat de nieuwe atheïsten een grote ramp zijn]. Hij wijst erop dat er bepaalde metafysische onderbouwingen zijn ter ondersteuning van de evolutietheorie, en dit tot ontzetting van vele prominente evolutionisten wier woede gewekt is door zijn werk. Ruse schreef: “Als onderwijzen dat ‘God bestaat’ religieonderwijs is – en dit is zo – waarom is dan het onderwijzen van ‘God bestaat niet’ geen religieonderwijs? Vanzelfsprekend is dit het onderwijzen van religie.” Hoewel sommigen zich een soort van theïstische evolutie proberen voor te stellen, wat niet ondersteund wordt door de feitelijke geschriften van welke religie dan ook, is het een feit dat de macro-evolutie – het idee dat de ene soort zich kan ontwikkelen tot een andere – per definitie een theorie is die God niet nodig heeft.

Hoe meer we leren van microbiologie over de complexiteit van het leven, hoe meer geloof er nodig is om te geloven in een willekeurig, ongepland toevallig bij elkaar komen van de vele complexe gebeurtenissen die zouden moeten plaatsvinden om het leven gewoon te laten ontstaan. En het is veelzeggend dat, ondanks al onze technologische vooruitgang en kennis over de bouwstenen van het leven, de mensheid zelfs niet één keer in staat is geweest om dit proces te herhalen en leven uit niet-leven te creëren.

Scepticus Denton verklaart in zijn bestseller Evolution: A Theory in Crisis [Evolutie: Een theorie in crisis] waarom zoveel mensen staan te popelen om met de mode van de evolutie mee te doen. Hij schrijft: “Het feit dat elk tijdschrift, academisch debat en populaire discussie de theorie van Darwin voor waar aanneemt, zorgt ervoor dat haar geloofwaardigheid enorm versterkt wordt. Dit gaat nu eenmaal zo omdat, zoals kennissociologen met veel moeite proberen duidelijk te maken dat het door gesprekken in de breedste zin van het woord is dat onze standpunten en voorstellingen van de werkelijkheid in stand worden gehouden en dat daarom de geloofwaardigheid van een theorie of kijk op de wereld grotendeels afhankelijk is van de sociale ondersteuning die zij ontvangt, meer dan van de theoretische inhoud of rationele consistentie. Om die reden … is het ondenkbaar … [dat] de geldigheid van de theorie van Darwin … verkeerd zou kunnen zijn” (Denton, pp. 74-75).

Dus, zijn de heren Lunney en Nicholls echt het contact met de werkelijkheid verloren? En zou hun oprechte twijfel aan een onbewezen theorie hen moeten beroven van een plaats in de ketel van diversiteit zoals de Canadezen hun land trots beschouwen? Hebben zij een eerlijke behandeling gekregen in de media en van hun medeparlementsleden? Niet volgens Lunney:

“Mijn opmerkingen werden opgeblazen door de media, gemengd met andere niet gerelateerde, maar vermeende ketterse verklaringen en zijn zo een topverhaal geworden in de nationale media dat een storm van kritiek en veroordeling veroorzaakte ... het is duidelijk dat bij toekomstige verkiezingen iedere politicus of geloofskandidaat aan hetzelfde kritische onderzoek van het publiek onderworpen zal worden.

In een maatschappij die normaal verscheidenheid met trots omarmt, dienen er vraagtekens te worden gezet bij de rol die de media en partijpolitiek spelen in het bevorderen van maatschappelijke bekrompenheid en intolerantie. Dergelijke  onwetendheid en bekrompenheid, onder de dekmantel van verdediging van de wetenschap, is net zo weerzinwekkend als bekrompenheid van elke andere oorsprong. Het is gebaseerd op een valse constructie van een andere eeuw en is een flagrante schending van een samenleving die multicultureel, multiraciaal en multi-gelovig is en ernaar streeft om verscheidenheid te accepteren” (The Globe and Mail, 31 maart 2015).

Om wiens werkelijkheid gaat het eigenlijk? Zeker niet om de gemakkelijke berusting van de politiek correcten; de Bijbel waarschuwt dat alleen dwazen beweren dat er geen God is, en dat de daden van deze dwazen verderfelijk zijn (Psalmen 14:1; 53:2). Wilt u de argumenten geloven van degenen wier anti-God en pro-evolutionaire ideeën zullen eindigen in “verderf” (Filippenzen 3:18-19)? Of wilt u geloven dat God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus werkelijk degenen zijn die alle dingen geschapen hebben (Jesaja 42:5, Johannes 1:3)? Er is bewijs! De keuze is aan u om het te zoeken.