Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel: “King of the Arctic” (Oh Canada!) door Stuart Wachowicz, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van september-oktober 2018.

Op de voorkant van de Canadese munt van twee dollar staat het beeld van een dier dat symbool staat voor dominantie en macht in de verre noordelijke regio's van de planeet. Ursus maritimus, de ijsbeer, een schepsel van zeldzame schoonheid, is bijzonder geschikt voor de wrede en ruwe omgeving van het noordpoolgebied.

Deze grote beer is de grootste levende landcarnivoor ter wereld, waarvan het gemiddelde mannelijke dier volgens Polar Bear International een gewicht van 545 kilogram heeft met een record van 1004 kilogram. Hoewel het er schattig en knuffelbaar uitziet, is het in feite een van de gevaarlijkste en meest woeste dieren op aarde.

Als iemand een vleesetend roofdier op maat zou willen ontwerpen, geschikt voor het hoge noordpoolgebied, dan zou men geen beter resultaat kunnen bereiken dan Ursus maritimus. In een boomloos, kaal land bedekt met ijs en sneeuw en omgeven door het ijskoude pekelwater van de Noordelijke IJszee, heeft de ijsbeer gedurende duizenden jaren gedijd onder temperaturen van gemiddeld -22°C in de winter.

Welke eigenschappen zijn in het ontwerp van dit majestueuze dier ingebouwd die het hem mogelijk maakt te overleven in een gebied dat ervoor zou zorgen dat de meeste diersoorten snel dood zouden vriezen? Hier zijn er slechts enkele.

Blubber: de ijsbeer heeft een dikke, isolerende laag blubber (een soort olieachtig vet tussen de huid en spieren van zeezoogdieren). Deze laag, die niet te vinden is bij andere beren, is zo’n 10 tot 12,5 cm dik en beschermt de spieren en organen tegen de bittere kou van vrieslucht of zeewater. Deze isolatielaag kan het dier warm houden, zelfs tijdens uren zwemmen in de ijskoude wateren van de Noordelijke IJszee – behoorlijk essentieel voor een dier dat zeehonden als haute cuisine beschouwt. Zonder de genetica om deze blubberlaag te ontwikkelen, zou de ijsbeer niet overleven.

Zwarte huid: hoewel de meeste mensen de ijsbeer als wit beschouwen, is zijn huid eigenlijk zwart. Zwarte oppervlakken absorberen lichtenergie in plaats van die te weerkaatsen. De heldere buitenste vacht laat licht en de infrarode energie van de zon door om de huid te verwarmen, en zo ook het bloed dat onder de huid stroomt, en dat vervolgens dieper het lichaam in stroomt. Zodra de warmte is doorgegeven in het lichaam, houdt de blubber het grootste deel ervan daar vast. De zwarte huid is alleen te zien rond de ogen, oren en de karakteristieke zwarte neus. Een interessante kanttekening is dat de beer zich bewust is van zijn zwarte neus, want wanneer hij op een prooi wacht, zal hij vaak een poot over zijn neus plaatsen zodat hij zijn positie niet verraadt.

Hightech bont: de vacht van een ijsbeer lijkt wit of gebroken wit en houdt de kou buiten en de warmte binnen. Hoe dit precies in zijn werk gaat, is echter van groot belang voor onderzoekers. Het is gebleken dat de vacht veel meer is dan camouflage. De vacht bestaat uit twee verschillende lagen: een korte, zeer dichte laag op de huid en een buitenste laag van langere beschermharen. De buitenste haren zijn eigenlijk doorzichtig en helder  ̶ niet wit. Aangezien deze het volle zichtbare spectrum verspreiden of weerspiegelen, lijkt de beer wit voor de toeschouwer, waardoor hij vrijwel uit het zicht kan verdwijnen tegen een met sneeuw bedekte achtergrond.

Deze hightech haren hebben echter een extra functie. Recent onderzoek heeft aangetoond dat deze beschermharen ook werken om warmte-energie te absorberen die vanuit het lichaam van de beer straalt. De heldere holle haren absorberen uitgaande infrarode energie en leiden deze terug naar het lichaam van de beer. Dit vermogen om straling te absorberen is vooral hoog in het specifieke deel van het infraroodspectrum waar zoogdieren de hitte meestal het sterkst uitstralen (“Fur Absorbs Infrared Radiation [Vacht absorbeert infraroodstraling]”, Ask Nature, juni 2017). Dit verklaart het vermogen van ijsberen om onzichtbaar te zijn voor infraroodsensoren wanneer de temperatuur van het oppervlak van hun vacht overeenkomt met de temperatuur van het ijs en de sneeuw om hen heen. Deze verbazingwekkende ontwerpfunctie elimineert vrijwel geheel het verlies aan stralingswarmte van dit zoogdier in zijn koude omgeving. Zo combineert de ijsbeer de efficiënte isolatie van blubber met een infrarood-absorptiesysteem, waardoor deze bijna immuun is gemaakt voor de kou. Zo efficiënt is dit systeem van warmtebehoud dat oververhitting het grootste probleem van de beer is tijdens het lopen of rennen. Het beest zal vaak het vrieswater induiken om af te koelen, zelfs in de winter, als het actief geweest is.

Uithoudingsvermogen: Een van de kenmerken van deze grote beer is zijn opmerkelijke uithoudingsvermogen en kracht. Het is veruit de sterkste van de berenfamilie. Niets bewijst dit beter dan zijn vermogen om uiterst lange afstanden te zwemmen in ijskoud water.

In juli 2011 meldde National Geographic dat een vrouwelijke ijsbeer, die eerder uitgerust werd met een radiokraag, een epische zwemafstand van 687 kilometer aflegde in de Beaufortzee gedurende een periode van negen dagen (de gemiddelde zwemafstand is tussen 48 tot 96 km). Zwemmen maakt het de beer mogelijk om te jagen op zijn standaarddieet, de ringelrob of kleine zeehond. Op land legt hij grote afstanden af om open water te bereiken, en zwemt daarna naar ijs in de open zee, waar hij uren per keer wacht bij de ademhalingsgaten van zeehonden. Met één slag van een poot kan hij een ringelrob van 70-kilogram uit het water op het ijs smijten. Op andere momenten valt hij zijn prooi aan terwijl hij beweegt met snelheden tot 64 kilometer per uur.

Reukvermogen: De ijsbeer is ontworpen met een van de meest gevoelige neuzen in het dierenrijk. In november 2014 rapporteerde LiveScience over onderzoek dat suggereert dat een ijsbeer de geur van een zeehond op het ijs tot op maximaal 32 kilometer afstand kan ruiken.

Sokken: Aan deze kenmerken kan nog het feit toegevoegd worden dat de beer uitgerust is met een stel ingebouwde sokken, samengesteld uit zeer grof bont dat een groot deel van de onderkant van zijn poten bedekt, hetgeen voor uitstekende grip op het ijs zorgt.

Dit zijn slechts enkele van de verbazingwekkende functies die ingebouwd zijn in de genetica van een schepsel dat ontworpen is om te leven en te gedijen in een ijslandschap. Het is ook een van de dieren op de planeet die zich het gemakkelijkst aanpast, als we kijken naar de talrijke schommelingen in temperatuur en poolijs die hij heeft overleefd.

In de afgelopen paar jaar hebben velen voorspeld dat klimaatverandering de witte beer met uitsterven zal bedreigen naarmate het zee-ijs zich terugtrekt, maar veldonderzoek ondersteunt een heel andere conclusie. Heel recent nog op 27 februari 2017 vroeg de Global Warming Policy Foundation (GWPF) om een herbeoordeling van de bedreigde status van de beer.

Canadese natuurdeskundige dr. Susan Crockford documenteert de laatste bevindingen over berenaantallen, die van 22.500 in 2005 tot, slechts twaalf jaar later, ongeveer 30.000 groeide. Het gaat de beren goed, ondanks het slinkende zee-ijs in de zomer. Dr. Crockford's rapport concludeerde dat "verlies van zee-ijs in de zomer, ongeacht de oorzaak, geen grote bedreiging vormt voor het voortbestaan van de beer" (GWPF TV, "Polar Bear Scare Unmasked: The Saga of a Toppled Global Warming Icon [ De schrik om de ijsbeer ontmaskerd: De sage van een omgevallen global warming icoon]".

Blijkbaar werd dit opmerkelijke dier ook ontworpen om de periodieke veranderingen in de omvang van zee-ijs in het noordpoolgebied te overleven.

Wanneer men de ijsbeer bestudeert, kan men zich alleen maar verwonderen over de complexiteit van dit schepsel, en over de talloze gespecialiseerde delen die samenwerken om zijn voortbestaan te verzekeren. Het is moeilijk om niet te concluderen dat deze beer het product is van weloverwogen ontwerp van de hand van een Wezen met verbazingwekkende capaciteit. De oude patriarch Job had vergelijkbaar bewijsmateriaal in gedachten toen hij verklaarde: “Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen, de vogels in de lucht, en zij zullen het je bekendmaken. Of spreek tot de aarde en zij zal je onderwijzen, de vissen in de zee zullen het je vertellen. Wie weet van al deze dingen niet, dat de hand van de HEERE dit doet? In Zijn hand is de ziel van alles wat leeft, en de geest van al het menselijk vlees”. (Job 12:7-10)