Dit artikel is de vertaling van het Engelstalige artikel: “Why Is This Message Left Out” door Gerald E. Weston, verschenen in het Tomorrow’s World magazine van januari-februari 2019.

               Overal smachten mensen naar vrede. Ze verlangen wanhopig dat er een einde komt aan armoede, geweld en ziekte. Ze willen beminnen en bemind worden, gezinnen stichten en met rust gelaten worden door dictatoriale en zelfzuchtige heersers. Toch ontglipt die vrede ons. Armoede, geweld en ziekte gedijen en regeringen die mensen zouden moeten helpen, onderdrukken hen dikwijls.

Zich bewust van dit onvervuld verlangen van het menselijke hart verwees een oude profeet eens naar ". . . het verlangen van alle heidenvolken . . ." (Haggaï 2:8). Waarnaar refereerde hij precies en hoe zal dit verlangen worden vervuld? Is het mogelijk dat de hoop van de mensheid werkelijkheid wordt?

Haggaï's verwijzing was naar de Messias, Degene op wie de Joden al een groot deel van hun bestaan als volk gehoopt hebben. Maar dit is niet de hoop van slechts één volk. Het is werkelijk de hoop van alle mannen en vrouwen overal. We hopen dat iemand een einde maakt aan het kwaad dat we in het leven ervaren en een vrede brengt die afwezigheid van oorlog verre overtreft.

De Messias over wie Haggaï profeteerde was Jezus van Nazareth, maar Zijn eerste komst was slechts een gedeeltelijke vervulling van de profetie. Haggaï sprak van een turbulente tijd wanneer God in de wereld zou ingrijpen op een manier die niemand zou kunnen ontgaan: "Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd, dan zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. Ik zal alle heidenvolken doen beven. Zij zullen komen naar het verlangen van alle heidenvolken . . .” (Haggaï 2:7-8). Hij sprak tot het volk Juda na zijn terugkeer uit de Babylonische ballingschap, en spoorde hen aan de tweede tempel in Jeruzalem te bouwen. Het was toen een turbulente tijd en de profetie wees erop dat als zij de tempel zouden bouwen “het verlangen” van alle naties werkelijkheid zou worden. Hij zou naar die tempel komen en een duurzame vrede tot stand brengen.

Jezus is wel naar die tempel gekomen, maar verscheidene eeuwen later. De timing van God is niet dezelfde als die van de mens! Zelfs toen in de eerste eeuw n. Chr. werd de profetie nog niet volledig vervuld. De tijd wanneer Hij "de hemel, de aarde, de zee en het droge [zal] doen beven . . . en [Hij] alle heidenvolken [zal] doen beven" ligt nog in de toekomst.

Men moet zich afvragen: zal deze profetie ooit gebeuren of is het slechts een luchtkasteel waarmee we onszelf voor de gek houden? Om dit te begrijpen, moeten we het grotere geheel begrijpen van wat God hier beneden aan het doen is.

In het begin

Teruggaand naar het begin zien we dat God leven schiep op deze kleine bol, die Hij in een heelal plaatste zo groot dat we er met ons verstand niet bij kunnen. We zijn als de kleinste mier die op de aarde rondkruipt. Niettemin stelt het verstand van de mens ons in staat om werkelijk verbazingwekkende dingen te doen. Hoewel enkelen weigeren te geloven dat de mens op de maan wandelde, betwistte zelfs de Sovjet-Unie tijdens de 'Koude Oorlog' nooit dat twaalf Amerikanen dat hadden gedaan. China's leiders besteden tijd en middelen om hetzelfde te bereiken. Zij geloven wel degelijk dat de Amerikaanse vlag daar is! Ja, de mensheid is in staat tot geweldige dingen en u kunt uw eigen lijst van ongelooflijke menselijke prestaties maken.

Hier zijn we dan, een ‘microbe’ op een ‘stip’ van wat een onbegrensd universum lijkt te zijn. Ongegronde hoop en speculatie buiten beschouwing latend, wijst alle bewijs in de richting van het feit dat we alleen zijn in de kosmos. Er is nooit geloofwaardig bewijs voor buitenaards leven gevonden.

Dus waar draait het allemaal om? Waarom zijn we hier? Hoe kon er leven uit het niet-levende ontstaan? Dit is voor wetenschappers geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden! In feite kunnen zij de vraag niet beantwoorden! Hoe zou zo'n intelligentie als die van de mens zich kunnen ontwikkelen vanuit niet gedirigeerde wetten? En hoe zouden dergelijke wetten kunnen ontstaan? Waarom zien we zo'n perfectie en schoonheid in de natuurlijke wereld? Moeten we geloven dat er geen doel achter dit alles zit?

Terugkomend op de vraag of datgene wat alle mensen wensen ooit zal gebeuren  ̶  en zo ja, hoe dan  ̶  dienen we terug te gaan naar een startpunt. Er is veel niet aan de orde gekomen en er zijn veel bijzaken waarvoor we in dit artikel geen tijd hebben om aandacht aan te besteden, dus laten we beginnen met de eerste man en vrouw. Er moest immers een eerste mens zijn.

Evolutionisten beweren dat de mens van een soort primaat afstamt, maar men moet zich eerst afvragen hoe evolutionaire processen man en vrouw ontwikkelden, ongeacht waar het startpunt was. Reproductie door twee, in tegenstelling tot reproductie door een enkele celsplitsing, is nogal opmerkelijk. Kwam dit voort uit een of ander onbekend grillig toeval, waarbij op de ene of andere manier zowel man als vrouw tegelijk ontstonden? Wat een opmerkelijk toeval! Of is er een Schepper die het tot stand gebracht heeft? Wij van de Wereld van Morgen geloven dat het bewijs spreekt voor een intelligent Wezen dat we kennen als God. Bovendien onderkennen we dat God ons niet zonder een onthulling van Zijn plan en doel voor ons heeft gelaten.

Als we naar Zijn onthulling kijken, zien we dat Hij man en vrouw gemaakt heeft, hen in een prachtige omgeving geplaatst heeft en hen een keuze gegeven heeft. "De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden. En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven" (Genesis 2:15-17). De keuze was duidelijk. Hij kon of God vertrouwen, of hij kon ervoor kiezen om zelf te bepalen wat juist en verkeerd is. We kennen zijn keuze. Hij en de vrouw kozen ervoor om het op hun manier te doen, en alle mannen en vrouwen sindsdien hebben deze koers voortgezet. Is het een wonder dat er problemen ontstaan wanneer de mens denkt dat hij meer weet dan Degene die hem heeft geschapen?

Zoals God sprak over het oude Israël, "Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan!" (Deuteronomium 5:29). In tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaf God ons geboden, wetten en verordeningen om ons bestwil! Bedenk eens hoe anders het leven zou zijn als iedereen zelfs maar één van Zijn geboden zou naleven. Wat als niemand overspel pleegde? Hoe veel stabieler zouden onze huwelijken zijn. Wat als niemand van zijn buurman zou stelen? Wat een gemoedsrust zouden we hebben wanneer we onze huizen verlaten. Geen behoefte meer aan beveiligingssystemen. Het zou een heel andere wereld zijn als er ook maar één van de geboden nageleefd werd. Het probleem is natuurlijk complex. U houdt zich wellicht aan deze wetten, maar niet iedereen doet dat. We leven echter in een wereld waarin we allemaal enige verantwoordelijkheid dragen. Bedenk eens hoeveel van het amusement waarvan we 'genieten' zich kenmerkt door de schending van de Tien Geboden. Neem seks en geweld uit het amusement en de scriptschrijvers zouden lijden aan ‘hersenbevriezing’!

De enige oplossing voor de mensheid

Jezus Christus is "het verlangen” van alle heidenvolken"! Sommige theologen zijn bekend om de uitspraak ‘Jezus is het antwoord’, en dat is Hij zeker. Maar op welke manier is Hij het antwoord? Dit is waar veel van deze theologen de plank misslaan.

Christus, Zijn apostelen en christenen van de eerste eeuw begrepen dat Haggaï's profetie van “het verlangen” niet volledig vervuld was bij de eerste komst van Christus. Ze begrepen iets dat in het algemeen verloren is gegaan in de hedendaagse lof- en aanbiddingsdiensten. Edward Gibbon legt uit: "De oude en populaire leer van het Millennium was nauw verbonden met de  tweede komst van Christus . . . . Maar toen het bouwwerk van de kerk bijna voltooid was, werd de tijdelijke steun opzij gezet. De leer van Christus' regering op aarde werd aanvankelijk als een diepgaande allegorie behandeld, werd langzamerhand als een twijfelachtige en nutteloze opinie beschouwd en werd uiteindelijk als de absurde uitvinding van ketterij en fanatisme verworpen” (The Decline and Fall of the Roman Empire) Vol. 1, blz. 262).

Maar is het ketterij en fanatisme? Waarom geloofden vroege christenen in de komende heerschappij van een uit de geest geboren Koninkrijk van God op aarde? Want dat is wat Jezus onderwees! Hij predikte een boodschap over Zijn komende Koninkrijk vanaf het allereerste begin van Zijn publieke optreden. "Het begin van het Evangelie van Jezus Christus ....” “En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie" (Markus 1:1, 14-15).

Jezus bleef niet in één stad, tevreden met een comfortabele kleine aanhang. Dat was niet waarom Hij hier was. Integendeel, Hij reisde door heel Galilea, Judea, en streken daartussenin. Al heel vroeg in Zijn publieke optreden ". . . zochten [de menigten] Hem en kwamen bij Hem en probeerden Hem tegen te houden, opdat Hij niet van hen weg zou gaan. Maar Hij zei tegen hen: Ik moet ook aan andere steden het Evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, want daarvoor ben Ik uitgezonden" (Lukas 4:42-43).

De Bergrede staat centraal in de boodschap van Christus. Maar hoeveel mensen merken al de verwijzingen naar Zijn Koninkrijk op? Ga deze passages in uw Bijbel na: Mattheüs 5:3, 10, 19-20; en 6:10. Speciaal dient er gelet te worden op het gebod: ". . . zoek eerst het Koninkrijk van God . . ." en op de waarschuwing dat "Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is"(6:33; 7:21).

Velen zijn geschokt bij het vernemen van de reden waarom Jezus in gelijkenissen sprak. Ze denken dat Hij dat deed om zich beter tot vissers, boeren en herders te verhouden, maar dit is absoluut niet het geval. Toen Zijn discipelen vroegen: ". . . Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen?” antwoordde Hij: “. . . Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven" (Mattheüs 13:10-11; vgl. Markus 4:10-11). Weinigen begrijpen dit, maar het was standaard praktijk van Jezus om vaak slechts in gelijkenissen tot menigten te spreken, terwijl hij later de betekenis van de gelijkenissen alleen aan Zijn discipelen uitlegde: "Al deze dingen sprak Jezus tot de menigte door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet." (Mattheüs 13:34). ". . . maar Hij verklaarde alles aan Zijn discipelen als zij alleen waren" (Markus 4:34).

De boodschap ven Jezus' gelijkenissen

Een studie van de Schrift openbaart dat het Koninkrijk van God de focus was van de gelijkenissen van Jezus. Een bepaalde gelijkenis ging over een zaaier die ging zaaien. Een deel van het zaad viel langs de weg, een ander deel viel op steenachtige grond, nog een ander deel viel tussen doornen en een laatste deel ervan viel op goede grond (Markus 4:3-8, zie de verzen 13-20 voor de uitleg). Mattheüs voegt eraan toe dat deze gelijkenis over het Koninkrijk ging (Mattheüs 13:18-19).

Het is hier belangrijk om het verschil tussen het Koninkrijk van God en het Koninkrijk der hemelen te begrijpen. Mattheüs gebruikt vaak “Koninkrijk der hemelen”, maar hij liet de termen elkaar afwisselen, zoals in Mattheüs 19:23-24. Dus wat is het verschil?

De meeste mensen nemen aan dat "Koninkrijk der hemelen" betekent dat we naar de hemel gaan, maar dit is zowel problematisch als onjuist. In de Bergrede zegt Jezus bijvoorbeeld: "Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen." (Mattheüs 5:3). Maar twee verzen verder zegt Hij: "Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven." (v.5). Moeten we dan begrijpen dat terwijl de “armen van geest” naar de hemel gaan, de zachtmoedigen “de aarde [zullen] beërven”?

Het antwoord is simpel. In dit verband geven de woorden “van” of “der” een eigendomsverhouding aan.Wanneer we spreken over de Bank van Morgan begrijpen we dat de bank niet binnen in de man Morgan is. Morgan was de eigenaar op oprichter ervan. Het "Koninkrijk der hemelen" betekent dat dit koninkrijk het volledig eigendom van ‘de hemel’ is en dus gerund zal worden volgens de wetten en beginselen van God die in de hemel regeert! Niettemin is onze feitelijke erfenis de aarde.

Veel Bijbelverzen tonen in de meest duidelijke termen aan dat het Koninkrijk van God op aarde gevestigd zal worden! Een van de meest krachtige daarvan is te vinden in Zacharia 14. Het hoofdstuk begint met ons als volgt te informeren "Zie, er komt een dag voor de HEERE . . ." (v. 1). Verwijzend naar de Messias vertelt het ons: "Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg . . ." (vers 4). Dit wordt bevestigd door het verslag in het Nieuwe Testament waarin Jezus vanaf de Olijfberg in een wolk wordt opgenomen (Handelingen 1:9-12). Zacharia gaat verder met te verklaren "De HEERE zal Koning worden over heel de aarde . . ." (Zacharia 14:9).

Lees vervolgens Zacharia 14:16-19. Blaas het stof van uw Bijbel en lees het zelf! Het Koninkrijk van God zal over deze aarde heersen, niet boven in de hemel! Degenen die van Christus zijn bij Zijn komst zijn voorbestemd om met Hem te regeren (Openbaring 20:4), en waar zullen we regeren? Ons wordt gezegd dat we ". . . voor onze God . . . koningen en priesters [zullen zijn], en wij zullen als koningen regeren over de aarde"(Openbaring 5:10). Dus wanneer de Bijbel verwijst naar het Koninkrijk der hemelen, verwijst het niet naar een koninkrijk in de hemel maar eenvoudig naar Gods Koninkrijk. Het is een andere manier om naar het Koninkrijk van God te verwijzen.

Hebben Zijn discipelen het "begrepen"?

We hebben al gezien dat de gelijkenis van de zaaier over het Koninkrijk gaat. Laten we nu eens naar wat meer gelijkenissen kijken. Markus 4:26 zegt: ". . . Zo is het Koninkrijk van God: als wanneer iemand het zaad in de aarde werpt." Vers 30 zegt: ". . . Waarmee zullen wij het Koninkrijk van God vergelijken . . .?" Matthéüs 13 vermeldt dat Jezus het Koninkrijk vergeleek met een mosterdzaad, met zuurdesem, met een vijand die onkruid tussen de tarwe zaait, met een verborgen schat, met een parel van grote waarde en met een sleepnet.

Jezus instrueerde Zijn volgelingen om het Evangelie te prediken, het goede nieuws van het Koninkrijk van God (Lukas 9:60-62). Zijn discipelen begrepen dat dit een echt Koninkrijk zou zijn, heersend op deze aarde. Wat ze niet begrepen was wanneer het Koninkrijk opgezet zou worden. Dat was de reden waarom Jezus de gelijkenis van de edelman gaf. Hij gaf de gelijkenis ". . . omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het Koninkrijk van God onmiddellijk zou aanbreken" (Lukas 19:11). Hij ging verder met te laten zien dat Hij naar een ver land zou gaan (naar de hemel na Zijn opstanding) en naar de aarde zou terugkeren ergens in de toekomst, om vervolgens Zijn dienstknechten ter verantwoording te roepen voor wat ze gedaan hadden met wat hen gegeven was.

Velen hebben gehoord van Jozef van Arimathea, maar hoevelen beseffen dat zijn doel in het leven het Koninkrijk van God was? Lees het zelf in Lukas 23:50-51. Jezus sprak over dit Koninkrijk na Zijn opstanding en Zijn discipelen begrepen Zijn boodschap. Zij wilden weten wanneer (Handelingen 1:3, 6).

Hoe zit het met de apostel Paulus? Wat was zijn boodschap? Bij één speciale gelegenheid zei hij tot de oudsten van Efeze: "En nu, zie, ik weet dat u allen, bij wie ik rondgegaan ben en het Koninkrijk van God gepredikt heb, mijn gezicht niet meer zult zien." (Handelingen 20:25). Dit was dezelfde boodschap die hij onderrichte toen hij in Romeinse hechtenis was: "En nadat zij voor hem een dag vastgesteld hadden . . . legde [hij] het Koninkrijk van God aan hen uit en getuigde ervan,en hij probeerde hen . . . zowel uit de Wet van Mozes als uit de Profeten, te bewegen tot het geloof in Jezus” “Hij predikte het Koninkrijk van God en gaf onderwijs over de Heere Jezus Christus . . . "(Handelingen 28:23, 31).

De nieuw geordineerde diaken, genaamd Filippus, ging naar Samaria en “. . . [verkondigde] het Evangelie van het Koninkrijk van God en van de Naam van Jezus Christus . . .” (Handelingen 8:12). Merk op dat hij niet alleen over het Koninkrijk predikte, maar ook over de naam van Jezus Christus. We zagen dit ook in de vorige alinea over Paulus’ prediking.

Het woord evangelie betekent eenvoudigweg goed nieuws en men kan de boodschap van Gods Koninkrijk niet scheiden van het goede nieuws van wat Christus voor ons heeft gedaan. Hij gaf Zijn leven opdat wij in Gods Koninkrijk mogen leven. Hij is de weg naar het Koninkrijk en de Koning van het Koninkrijk! Ja, de centrale boodschap van het Nieuwe Testament gaat helemaal over Jezus van Nazareth, de Zoon van God! Het probleem is dat de boodschap die Hij verkondigde verlaten is. Deze is vervangen door een boodschap over de persoon van Christus. En jammer genoeg wordt de verkondigde boodschap over die persoon met de naam Jezus dikwijls schromelijk verdraaid of, eerlijk gezegd, een volledig andere persoon beschrijft.

Zoals Paulus de kerk van God in Korinthe terechtwees: "Want als er iemand komt die een andere Jezus predikt, die wij niet gepredikt hebben, of als u een andere geest ontvangt dan die u ontvangen hebt, of een ander Evangelie, dat u niet aangenomen hebt, dan verdraagt u dat best" (2 Korinthe 11:4). Hij ging verder met uit te leggen dat niet allen die zichzelf met de naam van Christus noemen de dienaren van Christus zijn. Nee, velen zijn dienaren van een ander! "Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn naar hun werken."(vv. 13-15). Dat zijn krachtige woorden! Paulus noemde hen dienaren van Satan, ook al lijken ze aan de oppervlakte dienaren van gerechtigheid en dienaren van Christus te zijn.

Men moet zich afvragen waarom het goede nieuws van Christus’ Koninkrijk dat naar deze aarde komt niet breder gepredikt wordt. Tenslotte zal geen vlees de opstandige weg van de mensheid overleven (Mattheüs 24:21-22). De terugkeer van Jezus Christus naar deze aarde is het beste nieuws dat iemand zich ooit zou kunnen voorstellen. Misschien is dat de reden waarom Jezus ons instrueert om dit vooraan in  onze geest te houden wanneer we bidden. Zoals het voorbeeldgebed zegt: "Uw Koninkrijk kome . . .” “. . . Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen"(Mattheüs 6:10, 13).