Dit is de vertaling van het Engelstalige artikel “Seven Letters to Seven Churches” door Gerald E. Weston, verschenen in het Tomorrows World magazine van november-december 2023.

INLEIDING:

De zeven Kerkgemeenten

De kerken in Klein-Azië die genoemd worden in Openbaring 2-3 bestonden langs een postroute en werden door Jezus Christus in dezelfde volgorde toegesproken als men ze op die route tegen zou komen. Terwijl velen de zeven brieven aan deze kerken als een louter historische zaak beschouwen, hebben deze boodschappen veel meer betekenis dan je op het eerste gezicht zou denken!

1. Efeze

Weerstond valse dienaren en volhardde onder vervolging, maar hebben hun ‘eerste liefde’ verlaten.

2. Smyrna

Leed onder valse gelovigen en moest gevangenschap ondergaan, maar werd aangemoedigd om vol te houden.

3. Pergamus

Verloochende Christus niet in moeilijke omstandigheden, maar sommigen van hen sloten compromissen.

4. Thyatira

Geprezen om hun geloof en dienstbaarheid, maar ernstig vermaand om zich te bekeren en valse leer te verwerpen.

5. Sardis

Gezegd tegen hen dat zij een ‘dode’ kerk waren, niet waardig leefden naar hun naam, hoewel sommigen trouw waren.

6. Filadelfia

Geprezen voor het vasthouden aan Gods woord, en beschermd tegen de komende wereldwijde beproeving.

7. Laodicea

Bekritiseerd vanwege lauwheid en blindheid voor hun fouten, zal ze in de verdrukking worden gestuurd om aan te sporen tot berouw en bekering.

HOOFDDEEL:

Het boek Openbaring – het allerlaatste boek in uw Bijbel – is voor de meeste mensen een mysterie. Velen zijn op zijn minst enigszins bekend met de beroemde 'vier ruiters'. Maar weinigen zijn zelfs maar op de hoogte van de zeven brieven aan de zeven kerken in Azië, opgetekend in het tweede en derde hoofdstuk van het boek. En nog minder mensen begrijpen wat die brieven vandaag de dag voor ons betekenen.

Het woord openbaring verwijst naar onthullen – iets bekendmaken dat voorheen onbekend was. Toch worden velen geïntimideerd door het boek Openbaring, denkend dat het onmogelijk te begrijpen is en er de voorkeur aan geven het op de spreekwoordelijke plank te leggen. Bent u een van degenen die door dit belangrijke boek voor een raadsel gesteld worden? Zo ja, dan is dit artikel iets voor u.

Al ruim 1900 jaar lang hebben zowel geleerden als leken zich over het boek Openbaring gebogen. Wat is de bron ervan? Wie is het beoogde publiek? Wanneer beginnen de profetieën ervan? Wie kan ons begrip openen voor de boodschap ervan? En wie moet de boodschap naar de beoogde doelgroep brengen?

Laten we bij het begin beginnen. Het allereerste vers van Openbaring beantwoordt deze vragen: "Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en Hij heeft die door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven" (Openbaring 1:1).

Hier zien we dat Jezus Christus Degene is die de boodschap onthult, dat de boodschap van God de Vader komt, dat de boodschap bedoeld is voor Gods dienstknechten, en dat Johannes de verantwoordelijkheid krijgt om de boodschap aan die dienstknechten over te brengen.

De dag des Heeren

Hoewel het eerste vers van het boek rijk is aan betekenis en de weg bereidt voor wat volgt, onthult het nog niet het thema van het boek. Daarvoor moeten we negen verzen vooruit kijken, waar Johannes schrijft: "Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin" (v. 10).

Bijna alle vertalers en commentaren propageren het verkeerde idee dat "in de geest [zijn] op de dag des Heeren" betekent dat Johannes op een zondag aan het aanbidden was. Maar er is een groot probleem met deze interpretatie, die op meerdere punten gebrekkig is. Als de passage over een dag van de week zou spreken – wat niet het geval is – zou dit geen zondag kunnen zijn. Als we de Bijbel vertrouwen als onze bron voor de waarheid, inclusief de waarheid over de aanbidding van God, ontdekken we dat hij de zondag, de eerste dag van de week, nooit identificeert als toebehorend aan de Heere. Integendeel, we vinden drie duidelijke verwijzingen die verkondigen dat Jezus ‘Heer van de sabbat’ is. Let op: "Want de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat”, “Daarom, de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat”, “(…) De Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat" (Mattheüs 12:8; Markus 2:28; Lukas 6:5).

We zien dus dat als de dag des Heeren een dag van de week is, de Bijbel openbaart dat deze dag niet de eerste dag van de week is, zondag, maar veeleer de zevende dag, beginnend bij de zonsondergang op vrijdag. Maar de waarheid is dat Johannes' verwijzing naar de "dag des Heren" niets te maken heeft met een dag van de week. In plaats daarvan zien we dat Johannes in een visioen vooruit werd geprojecteerd naar een tijd die in de Bijbel bekend staat als de Dag des Heren, een tijd waarnaar in meer dan dertig passages in het Oude en Nieuwe Testament verwezen wordt.

De eerste zes hoofdstukken van Openbaring leggen de basis voor dit thema. Johannes ziet een visioen van God, de Initiatiefnemer van het boek Openbaring, zittend op Zijn hemelse troon. Hoofdstuk 5 beschrijft de boodschap van het boek zoals geschreven op een boekrol die is verzegeld met zeven zegels – zegels die alleen Jezus Christus kan openen. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe Christus zes van deze zeven zegels opent. De eerste vier zijn de beroemde vier ruiters. De vijfde beschrijft het martelaarschap van enkele van Gods dienstknechten. Dan komt het zesde: een reeks angstaanjagende hemelse tekenen:

en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud. En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven? (Openbaring 6:13–17)

Deze zes zegels, allemaal geopend in één kort hoofdstuk, vormen een inleiding tot het thema van het boek Openbaring: de komende 'dag' of 'tijd' van Gods toorn over de opstandige mensheid. Deze toorn wordt uitgelegd door het zevende zegel, dat bestaat uit zeven plagen die door bazuinen worden aangekondigd.

Brieven aan dienstknechten

Hoofdstuk 4 beschrijft God op Zijn troon en laat zien dat Hij de bron van de openbaring is. Hoofdstuk 5 laat zien dat Christus degene is die openbaart en de boekrol met zeven zegels opent. En hoofdstuk 6 geeft ons de aanloop naar de Dag des Heeren – de tijd van Gods toorn – wanneer Christus zes van die zegels opent. Dit toont ons het thema van het boek van Johannes, maar hoe zit het met de dienstknechten van God aan wie het boek gericht is? Wie zijn die dienstknechten?

Het zal u misschien verbazen als u hoort dat deze dienstknechten gedefinieerd worden door de zeven kerken die in de hoofdstukken 2–3 worden beschreven. Veel geleerden gaan zelfs volledig voorbij aan het belang van deze twee essentiële hoofdstukken. Typerend hiervoor is de geleerde William Ramsay, die een zeer gerespecteerd boek schreef met de titel The Letters to the Seven Churches. Het boek bevat veel uitstekende informatie, maar Ramsay miste het belangrijkste element met betrekking tot die brieven. Hij schreef het volgende:

In dit werk, dat Joods van oorsprong en in algemene opzet is(...) is deze episode van de Zeven Brieven ingevoegd, die bijna geheel niet-Joods van karakter lijkt te zijn (...). De reden was dat de vorm van brieven zichzelf al had gevestigd als de meest karakteristieke uitdrukking van de Christelijke geest, en als bijna verplicht voor een Christelijke schrijver. (pp. 35-36)

Ramsay speculeert dat de brieven een latere toevoeging waren in de compositie van Johannes, en niet een essentieel element om het boek te begrijpen:

In de latere ontwikkeling van het denken van St. Johannes is het duidelijk dat hij de ongeschiktheid en ontoereikendheid van de modieuze Joodse literaire vormen had onderkend. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat hij de tot de gewaarwording van dat feit kwam tijdens de samenstelling van Openbaring, en dat de Zeven Brieven, hoewel ze aan het begin waren geplaatst en zorgvuldig in die positie pasten, het laatste deel van het werk waren dat geconstrueerd werd. (p. 36)

Wauw! Ramsay doet vervolgens deze ongelooflijke uitspraak: “De Apocalyps [Openbaring] zou volkomen compleet zijn zonder de Zeven Brieven” (p. 37). Ramsay wil ons doen geloven dat Johannes de vorm van brieven gebruikte als een 'Christelijke' manier om informatie door te geven, zoals de nieuwtestamentische brieven doorgegeven werden. Als men zijn speculaties leest, kan men gemakkelijk begrijpen wat Jezus tegen ons zei in het evangelie van Mattheüs: "(…) Ik dank U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard. (11:25)

Laten we ons tot de Bijbel wenden in plaats van tot wetenschappelijke speculaties, en eens kijken naar vier essentiële sleutels die het mysterie van de zeven brieven van Openbaring oplossen – een mysterie dat geleerden niet kunnen oplossen tenzij Christus hun verstand opent.

De zeven kerken definiëren de dienstknechten van God

We zagen dat het eerste vers van Openbaring 1 de opdracht van Johannes openbaart om een boodschap aan "Zijn dienstknechten" te sturen. Nu, waar stuurt Johannes die boodschap naartoe? Naar "de zeven gemeenten die in Asia zijn" (v. 4). Die boodschap is voor de kerken, maar het is een boodschap die het hele boek Openbaring omvat, niet alleen de brieven:

(…) Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. (Openbaring 1:11)

Kan er enige twijfel bestaan dat de zeven kerken en de dienstknechten van God dezelfde mensen zijn? Dit wordt bevestigd in het allerlaatste hoofdstuk van Openbaring – in zekere zin wordt de connectie tussen de zeven kerken en de dienstknechten van God geruggesteund door zowel het eerste als het laatste hoofdstuk. Wij lezen:

En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. En de Heere, de God van de heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden om Zijn dienstknechten te laten zien wat met spoed moet gebeuren”, “Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. (Openbaring 22:6, 16).

We moeten opmerken dat hoewel dienstknechten en kerken door elkaar gebruikt worden – ze zijn synoniem – Johannes niet alle Christelijke gemeenten in Azië noemt. Er is kennelijk iets speciaals of betekenisvols aan de hand met de zeven die hij noemt. Waarom dan noemt hij deze kerken? Waarom slechts zeven, als zij de dienstknechten van God vertegenwoordigen? Betekent dit dat geen van de andere Christelijke gemeenten uit de eerste eeuw Gods dienstknechten waren? En worden wij vandaag dan niet meegeteld als Gods dienstknechten? Helemaal niet. Dit leidt ons tot onze tweede sleutel.

De bijzondere relatie tussen Christus en deze zeven kerken

Na bazuingeschal en de opsomming van de zeven kerken vertelt Johannes een opmerkelijk visioen:

En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren. En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel”, “En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht. (Openbaring 1:12-13, 16)

Kunnen wij de betekenis van dit visioen begrijpen? We kunnen dankbaar zijn dat de Bijbel zichzelf interpreteert, zodat we niet hoeven te speculeren. Johannes legt uit:

Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen [boodschappers] van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten. (v. 20).

Het visioen van Johannes onthulde dat Christus tussen de symbolen van de zeven kerken wandelde, die synoniem zijn met de dienstknechten van God. Mysterieus? Ja. Onmogelijk om te begrijpen? Nee. En dit mysterie leidt ons naar een derde sleutel die inmiddels duidelijk zou moeten zijn, hoewel geleerden als Ramsay niet in staat zijn die te kunnen zien.

Het hele boek Openbaring is bestemd voor de zeven gemeenten

In een visioen wordt Johannes gezegd de boodschap van het boek naar de dienstknechten van God, de zeven kerken, te brengen, zoals we hebben gezien (Openbaring 22). Deze kerken waren echte kerkgemeenten, en de boodschapper aan elke gemeente gaf een boodschap die paste bij de omstandigheden die op dat moment in die gemeente bestonden. Efeze was daadwerkelijk een gemeente die gevormd was uit dienstknechten van God, maar ze had haar "eerste liefde" verloren – een veelvoorkomend probleem onder degenen die al een tijdje Christen zijn en de ijver verloren hebben die ze hadden toen ze gedoopt werden.

En er is een belangrijke vermaning gericht aan elk van de zeven kerken: "Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt (…)" (Openbaring 2:7). Merk op dat de Geest tot kerkgemeenten sprak, in het meervoud. Een probleem dat in de ene gemeente overheerst, kan ook individuele leden in een andere gemeente overkomen. In het voorbeeld van de kerk in Laodicea, er overheerste daar een lauwe geest, maar de vermaning om "te horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt" (Openbaring 3:22) geeft aan dat deze zelfde lauwe houding ook bij sommigen in de andere gemeenten kon worden aangetroffen.

Er is echter meer over de kerken te zeggen dan dat zij een lijst aan problemen hebben. Wij constateren bijvoorbeeld dat de kerk in Filadelfia alleen maar bemoediging ontvangt, en geen correctie. Dit leidt ons naar onze vierde essentiële sleutel voor begrip van de zeven brieven van Openbaring.

De brieven aan de zeven kerken zijn profetisch

Als u een Bijbel met rode letters bij de hand hebt – een Bijbel die de woorden van Jezus Christus in rode tekst benadrukt – wordt één kenmerk van het boek Openbaring duidelijk: de overgrote meerderheid van de woorden die in Openbaring vanuit Christus' eigen mond gesproken worden, zijn te vinden in de brieven aan de zeven kerken.

We hebben gezien dat Johannes in Openbaring 1 de opdracht kreeg om het getuigenis van Jezus Christus op te schrijven. En we lezen dat het getuigenis van Jezus de geest van de profetie is (Openbaring 19:10). Dus al wat we uit de mond van Jezus in Openbaring vinden is profetisch van aard.

Bij het bestuderen van Openbaring kunnen we zien dat het onderwerp ervan begon tijdens het leven van Johannes – geleerden dateren de compositie van het boek ergens rond het jaar 95 n.Chr. – maar dat het zich uitstrekt tot onze toekomst. De waarschuwingen die Johannes optekende, de omstandigheden van de zeven kerken, kunnen vandaag de dag op ieder van ons van toepassing zijn. En er is nog een andere dimensie aan dit relaas over Gods dienstknechten vanaf de tijd van Johannes tot aan onze toekomst. Als u nog geen exemplaar van onze informatieve studieboekje Gods Kerk door de eeuwen heeft aangevraagd, verzoek ik u dringend dit te doen. Daarin legde wijlen evangelist John Ogwyn uit:

Wanneer we naar de context van het boek Openbaring kijken, moeten we erkennen dat het in de eerste plaats bedoeld is als profetie. Openbaring 1:1 laat zien dat het doel van het boek is om aan Gods dienstknechten dingen te laten zien die spoedig zouden gaan gebeuren. De zeven kerken moeten dus in de eerste plaats opgevat worden als kerken die de gehele geschiedenis van Gods Kerk in zeven opeenvolgende tijdperken vertegenwoordigen (pp. 20-21).

Ja, de zeven kerken uit Openbaring vertegenwoordigen houdingen die door de geschiedenis heen in de Kerk van God de boventoon zouden voeren. Mainstream 'christenen' en seculiere geleerden proberen de afvallige kerk die later in hoofdstuk 17 beschreven wordt in deze brieven in te passen – maar die kerk past hier eenvoudigweg niet, en haar hoererende dochters ook niet.

Gods openbaring voor ons

Gelukkig heeft God aan Zijn ware Kerk het patroon van profetie geopenbaard, inclusief de tijdperken die die Kerk zou doorlopen, zoals beschreven in het boek Openbaring. Merk op dat wanneer Christus terugkeert, de Kerk het tijdperk zal zijn binnengegaan dat getypeerd wordt door de eerste-eeuwse gemeente in Laodicea. Een lauwe geest zal de overhand krijgen, en degenen met die geest zijn blind voor hoe lauw en zelfvoldaan zij geworden zijn.

Maar zelfs in die tijd zullen er Christenen zijn wier ijverige houding getypeerd wordt door de eerste-eeuwse gemeente in Filadelfia. Terwijl lauwe Christenen – goedbedoelend, trouw, maar blind – in de geprofeteerde Grote Verdrukking gegooid worden, zullen de Christenen die een Filadelfia-houding vasthouden Gods bescherming zullen krijgen tegen de komende tijd van problemen en ellende.

Zoals we kunnen zien, is het begrijpen van de betekenis van de zeven brieven aan de zeven kerken dus niet slechts een academische studie; het is van vitaal belang voor ons als Christenen. Laten we acht slaan op de vermaningen in die brieven, en dichter tot onze Heiland naderen in ijver voor Zijn boodschap, terwijl we volharden in geloof.