BRON: LCG 2000

De man, die aan de andere kant van de tafel zit lijkt zeer oprecht. "Ik geloof, dat het net zo belangrijk is om het derde gebod te houden als het vierde", zei hij. Natuurlijk had hij absoluut gelijk, Het is belangrijk om het derde gebod te houden. De Apostel Jakobus herinnert ons er aan, dat wanneer wij één punt van de wet breken, wij de hele wet hebben gebroken. (Jakobus 2:10) De vraag, die wij ons dan moeten stellen is: Wat legt het derde gebod ons precies op om te doen? Betekent het heiligen van de naam van de Schepper, dat wij alleen bepaalde Hebreeuwse namen moeten gebruiken? Dit is een onderwerp, dat met de jaren van tijd tot tijd opkomt en een aantal mensen in verwarring brengt.

Kijkt U om te beginnen nauwkeurig naar het derde gebod zelf: "Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt". (Exodus 20:7) Vele verdedigers van de zogenaamde "heilige namen" geloven, dat wanneer wij Gods Hebreeuwse naam niet uitspreken, Zijn naam nietszeggend wordt en zodoende het derde gebod gebroken wordt.

The Theological Wordbook of the Old Testament, [Het Theologisch Woordenboek van het Oude Testament], (Archer, Waltke and Harris, Moody Press, 1980) geeft een grondige uiteenzetting van het verwoorden van dit gebod. De schrijvers laten zien dat de term, vertaald als "ijdel" van het Hebreeuwse shaw komt en gaan verder met uit te leggen dat een letterlijke vertaling zou zijn, dat U "de naam van de Heer Uw God niet onnadenkend verheft". "Dat de voornaamste betekenis van shaw 'nietszeggend, ijdel' is kan niemand betwisten. Het geeft alles aan wat ongegrond, onwerkelijk, waardeloos is, zowel stoffelijk als geestelijk". (Archer, hoofdstuk 2, pag. 908) Laat ons de manier onderzoeken hoe de Hebreeuwse term als "ijdel" vertaald in het Oude Testament, werd gebruikt en laat de Bijbel zichzelf interpreteren.

Let op enige voorbeelden uit het boek Jeremia. Hier wordt het woord gebruikt in haar bijwoordelijke bepaling net zoals het is gebruikt in Exodus 20:7 en Deuteronomium 5:11. In Jeremia 2:30 zegt God: "Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen, zij wilden geen tuchtiging aannemen". Jeremia 4:30 verklaart: "Tevergeefs maakt gij u mooi, de minnaars versmaden u......". In Jeremia 46:11 verklaart de profeet: "tevergeefs neemt gij veel geneesmiddelen, voor u is er geen genezing". Het is duidelijk dat in al deze voorbeelden de term "ijdel" iets betekent, dat gebruikt wordt op een nietszeggende en nutteloze manier, die niets van echte waarde tot stand brengt.

Het gebod leert ons duidelijk, dat wij de naam van de Schepper niet op een manier gebruiken, die nietszeggend of onnadenkend is. Wij mogen Zijn naam niet verheffen op een manier, die nietszeggend is maar dat wij integendeel altijd diepe eerbied en respect tonen.

Wat is een Naam?

  • Kunnen of moeten namen ooit vertaald worden?
  • Wat is de betekenis van namen?
  • Waarom is het zo belangrijk om de naam van de Schepper te eren en hoe is die naam eigenlijk?
  • Wat precies omvat de namen in de Bijbel?

Het Hebreeuwse woord voor naam is shem. "Dit zelfstandige naamwoord komt 864 keer voor, maar minder dan 90 keer in het meervoud..... Het begrip van persoonlijke namen in het Oude Testament hield vaak bestaan, karakter en reputatie in". (1 Samuel 25:25) (Theological Wordbook of the Old Testament, hoofdstuk 2, pag. 934). Spreuken 22:1 bijvoorbeeld deelt ons mee, dat een goede naam verkozen moet worden in plaats van grote rijkdom. "Naam" wordt duidelijk gebruikt in de zin van reputatie.

Merk op wat God zegt over "Zichzelf een naam maken". Nehemia 9:9-10 legt uit dat God ".....de ellende van onze vaderen in Egypte gezien en hun geroep bij de Schelfzee heeft gehoord; Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, aan al zijn dienaren en aan al het volk van zijn land, want Gij wist, dat zij misdadig tegen hen handelden, en Gij hebt U een naam gemaakt zoals die heden is". In Jeremia 32:20 schrijft de profeet over God: "U, die tekenen en wonderen gedaan hebt in het land Egypte tot op deze dag, zowel in Israël als onder de mensen, en Uzelf een naam hebt gemaakt, gelijk heden blijkt". Hoe maakte God voor Zichzelf een naam in de tijd toen Israël bevrijd werd uit Egypte? Hij deed dit ongetwijfeld door een reputatie te vestigen. De belangrijke les, die de Egyptenaren en alle omliggende volken leerden was niet de exacte fonetische uitspraak van Gods naam in het Hebreeuws, maar het waren Zijn grootheid en Zijn macht. Zij leerden, dat de God van Israël ver boven alles en iets anders stond dat aanbeden werd. God zei, dat Hij voor Zichzelf een naam kreeg in de tijd van de Exodus, omdat Hij een reputatie bouwde in de ogen van de naties.

Naam betekent duidelijk reputatie, maar er is ook een ander belangrijk aspect. Wij zien bijvoorbeeld, dat God de naam van Abram veranderde in Abraham tijdens het verbond van de besnijdenis in Genesis 17. Namen hebben betekenis. Vanwege Gods belofte, dat hij de vader van vele naties zou worden moest Abram nu een nieuwe naam hebben, die "vader van een menigte" betekende. Vele jaren later veranderde de Almachtige de naam van Abrahams kleinzoon van Jacob in Israël, hetgeen "winnaar" of "overwinnaar met God" betekent. Deze namen hadden duidelijke betekenissen in de taal waarin zij werden gegeven. God veranderde deze namen niet, omdat Hij een bepaalde klank wilde krijgen, maar om een andere betekenis weer te geven. Het meest belangrijke kenmerk van een naam is vanuit een bijbels oogpunt, de betekenis!

Sommige beweren, dat namen niet te vertalen zijn van de ene taal in de andere. Dit is zeker niet het geval. Let op enige voorbeelden uit het Nieuwe Testament. Twee belangrijke talen waren gangbaar bij de vroege Kerk. Bij de meeste Joden in het gebied van Judea en Galilea was de dagelijkse taal Aramees. Christus en Zijn discipelen en het merendeel van de vroege Kerk hadden Aramees als moedertaal, hoewel de meeste waarschijnlijk Grieks spraken als een tweede taal. Later spraken bekeerlingen buiten Palestina in het algemeen Grieks, maar geen Aramees. Het Nieuwe Testament werd aan ons in het Grieks overgeleverd.

Simon Petrus was één van de eerste discipelen van Christus. Let op het verslag van zijn ontmoeting met Jezus: "Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren. Deze vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus. Hij leidde hem tot Jezus. Jezus zag hem aan en zeide: Gij zijt Simon, de zoon van Johannes, gij zult heten Kefas, wat vertaald wordt met Petrus". (Johannes 1:40-42) Let op de twee namen, die hier gegeven werden: Messias en Kefas. Dit waren woorden, die onbekend zouden zijn geweest bij Grieks sprekenden. Daarom gaf de Apostel Johannes het originele woorden zoals het werd gesproken en hij gaf daarna de Griekse vertaling. Het meest belangrijke aspect van de nieuwe naam, die Jezus aan Simon gaf was de betekenis. Door het grootste deel van het Nieuwe testament heen werd in het algemeen naar deze Apostel verwezen als Petrus, het equivalent van zijn Aramese naam Kefas. Petrus is de vertaling van het Griekse woord voor "steen" - petros. Johannes vertaalde ook de Hebreeuwse titel Messias, hetgeen betekent de Gezalfde in de Griekse term die dezelfde betekenis draagt - Christus. Bovendien vertaalde Johannes ook de Hebreeuwse titel "Rabbi" voor zijn lezers, door in Johannes 1:38 uit te leggen dat dit "leraar" betekent.

Er zijn ook vele andere voorbeelden. Handelingen 9:36 zegt: "En er was te Joppe een discipelin, genaamd Tabita, hetgeen, vertaald, betekent Dorkas. Deze was overvloedig in goede werken en aalmoezen, die zij gaf". Zij was bij zowel haar Aramese als haar Griekse equivalent bekend. Beide namen hadden dezelfde betekenis, "gazelle". Let op een andere vergelijkbaar voorbeeld in Handelingen 13:8:"Maar Elymas, de tovenaar, want zo wordt zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken". Nogmaals, het was de betekenis van de naam, die de schrijver wilde benadrukken. Er zijn andere voorbeelden. In Handelingen 4:36-37 lezen wij: "En Jozef, die van de apostelen de bijnaam Barnabas gekregen had (wat betekent: zoon der vertroosting), een Leviet, uit Cyprus afkomstig, die eigenaar was van een akker, verkocht die en bracht het geld en legde het aan de voeten der apostelen". Matteüs verklaart de Hebreeuwse naam Emmanuel voor zijn lezers in Matteüs 1:23, als hij uitlegt dat het "God met ons" betekent. Markus legt aan zijn lezers de betekenis uit van Golgotha, de naam van de heuvel waar Christus werd gekruisigd door de Griekse vertaling te geven als "Schedelplaats". (Markus 15:22) Johannes vertaalt de naam van het badwater Siloam in het Grieks door uit te leggen, dat het "gezonden" betekent. (Johannes 9:7) De Apostel Paulus vertaalde de Hebreeuwse naam Melchizedek in Hebreeën 7:2 door uit te leggen, dat het "koning der gerechtigheid" betekent. Het punt is, dat er uitvoerige toelichting is over het feit dat namen in de Bijbel vaak vertaald werden om hun betekenissen duidelijk te maken aan lezers, die de originele taal niet begrijpen.

Wat is de ware Naam van de Schepper?

Degenen, die vasthouden aan de leerstelling van Hebreeuwse namen argumenteren, dat de ware naam van God het tetragram (vierletterig woord) JHWH is. Omdat het Hebreeuws oorspronkelijk zonder klinkers werd geschreven is er soms onenigheid over hoe woorden uitgesproken moeten worden. Dat is hier het geval. De verschillende groepen van de heilige namen beweging zijn onderling verdeeld over de juiste uitspraak. Terwijl het merendeel pleit voor Jahweh prefereren anderen Jahveh, terwijl nog anderen geringe variaties gebruiken. Wetenschappers zijn onderling verdeeld over de juiste uitspraak omdat de Joden, na de sluiting van de oudtestamentische periode vanuit een bijgelovige verering, opgehouden zijn met het uitspreken van de naam. Zij werden zo vervuld door de bezorgdheid, dat zij op de één of andere manier de naam van God "ijdel" zouden gebruiken, dat zij het volkomen vermeden om Gods Naam te gebruiken. Het resultaat was, dat na tijden de juiste uitspraak onduidelijk is geworden. De vorm "Jahweh" is aan ons overgeleverd van de vroege Katholieke vaders, die de uitspraak uit de Griekse transcriptie, die door de Samaritanen werd gebruikt, reconstrueerden! Om te vertrouwen op wat de vroege Katholieken van de Samaritanen ontvingen is echter dubieus. Bovendien maakte Christus duidelijk, dat de Samaritanen zelfs niet wisten wat zij vereerden. (Johannes 4:22) Als dit essentiële kennis is geweest, die nodig is voor behoud, is dit duidelijk niet hoe God het bewaard zou hebben!

Bovendien is het meest waarschijnlijk dat, gebaseerd op het ritme van bepaalde poëtische passages, die de naam JHVH gebruiken en op de muzikale schrijfwijze die bewaard is in de Hebreeuwse tekst, de naam feitelijk uitgesproken werd met drie lettergrepen, niet twee zoals de meeste "heilige namen" beweging gebruikt. Afgezien van het onderwerp: uitspraak, wat openbaart de Bijbel over de naam van de Schepper?

Het eerste vers in de Bijbel deelt ons mee: "In den beginne schiep God [Elohim] de hemel en de aarde". (Genesis 1:1) Deze naam is beschrijvend, zoals al Gods namen. Het verwijst naar Gods macht en kracht. Het woord is meervoudig in vorm, alhoewel in de regel enkelvoudig in gebruik; de "im" uitgang in het Hebreeuws is een meervoudige vorm. Genesis 1:26 geeft één van de duidelijke aanwijzingen, dat God (Elohim) uit meer dan één Wezen bestaat, zoals ons gezegd wordt: "Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis". De volledige gevolgtrekking van dit vers wordt in Johannes 1 en Kolossenzen 1 duidelijk gemaakt; wij leren daar dat Jezus Christus het feitelijke instrument van de schepping was en de instructies van de Vader vervulde. Degenen, Die wij kennen als Christus en de Vader vormen samen de God Familie.

In Exodus 3:13-15 leren wij, dat toen God uit de brandende struik tot Mozes sprak en hem zei dat hij terug moest gaan naar Egypte om het volk uit te leiden, Mozes Zijn naam vroeg. "Toen zeide God tot Mozes: IK BEN, DIE IK BEN. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij tot u gezonden. Voorts zeide God tot Mozes: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: De HERE [JHVH], de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dit is Mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht". IK BEN is een vertaling van het Hebreeuwse werkwoord voor "zijn", haya. Van deze stam werd de naam JHVH gevormd. DeHebrew and English Lexicon of the Old Testament, [Het Hebreeuwse en Engelse Woordenboek van het Oude Testament], (Brow, Driver and Briggs) omschrijft de betekenis van JHVH als "degene, die is; d.w.z. de absolute en onveranderlijke..... de bestaande, eeuwige levende". (pag. 218)

Theological Wordbook of the Old Testament, [Het Theologische Woordenboek van het Oude Testament], maakt het belangrijke punt: "Gods naam identificeert Zijn natuur zodat een vraag naar Zijn naam gelijk staat aan het vragen naar Zijn karakter..... Kritische speculatie over de oorsprong en betekenis van "Jahweh" lijkt eindeloos..... maar de eigen uitleg van de Bijbel in Exodus 3:14 is, dat het de simpele onvoltooid verleden tijd van hawa "zijn" weergeeft, Ik Ben wat Ik ben. De juiste naam Jahweh vervalt als anderen over Hem spreken in de derde persoon, Jahweh "Hij is". (hoofdstuk 1, pag. 211)

De Schepper identificeert Zichzelf als Degene, die eeuwig leeft, de Eeuwige. Merkt U op hoe Hij Zich identificeerde aan de Apostel Johannes in het boek Openbaring. "Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige". (Openbaring 1:8 STV) Bij het schrijven in de Griekse taal aan de Grieks sprekende Kerken in Klein Azië gebruikt Johannes hier de naam, waarmee de Schepper Zich openbaarde aan Mozes; Hij deed dit echter door het te VERTALEN, niet door het weergeven van de fonetische klanken van het Hebreeuwse origineel in de Griekse taal. De belangrijke betekenis van Gods naam is wat het over Hem openbaart, niet een bepaalde fonetische klank.

God openbaart Zich aan Zijn volk door vele combinaties van namen in het Oude Testament. Hij was El Shadai (Almachtige God), JHVH Sabaot (Eeuwige Heer),JHVH Ropheka (onze Eeuwige Geneesheer) en had nog vele andere namen. De termadonai - hetgeen "heer" betekent - wordt ook regelmatig voor God gebruikt. Tenslotte is Hij Heer van alles, de bezitter en eigenaar van alles wat bestaat. Het Griekse equivalent, kurios wordt gewoonlijk in het Nieuwe Testament gebruikt en heeft precies dezelfde betekenis. Ons wordt gezegd, dat wanneer de Messias terugkomt naar deze aarde: "Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: KONING DER KONINGEN EN HERE DER HEREN". (Openbaring 19:16)

Hoe onderwees Christus in het Nieuwe Testament Zijn discipelen om de Allerhoogste God aan te spreken? Matteüs 6:9 en vele andere verzen laten zien, dat wij Hem als Vader moeten aanspreken, niet met het tetragram. (JHVH)

Let U nu op de waarschuwingen, die Christus aan Zijn discipelen gaf over valse leraren. Zei Hij, sommige zouden komen en zouden valse namen gebruiken? NEEN! Hij zei: "Velen zullen komen onder mijn naam en zij zullen velen verleiden". (Matteüs 24:5) De misleiding zou een boodschap van wetteloosheid inhouden, dat gehoorzaamheid aan Gods wet niet langer vereist wordt. (Verg. Matteüs 7:21-23)Het probleem is de boodschap, niet de naam!

Openbaring 13 beschrijft het Beest, die een dodelijke wond krijgt die later werd genezen. Historisch verwijst dit naar het Romeinse Rijk, dat in 476 n. Chr. viel en in 554 door Justinianus weer tot leven werd gebracht. Openbaring 13:5 deelt ons mee dat het herleefde rijk, nu bekend als het Heilig Romeinse Rijk 42 profetische maanden zou voortduren (d.w.z. 1260 "dagen" vanaf het Keizerlijke Herstel in 554 tot de val van Napoleon in 1814) en godslasteringen zou spreken. In vers zes wordt ons gezegd, dat het Beest godslasteringen tegen Gods naam zou verkondigen. Hier is duidelijk bewijs, dat Gods naam veel meer inhoudt dan het Hebreeuwse woord JHVH alleen. Het Heilig Romeinse Rijk en de afvallige Christelijke kerk gebruikten nooit de Hebreeuwse naam voor de Schepper en toch lasterden zij Zijn naam! Hoe deden zij dat?

Wij verachten en lasteren de naam van God niet door een Hebreeuws woord verkeerd uit te spreken of moderne vertalingen van oude Hebreeuwse namen en titels te gebruiken. Maleachi 1:6-14 maakt integendeel duidelijk, dat Gods naam wordt veracht en ontheiligd door de daden van degenen, die beweren Zijn volk te zijn, maar Hem op een achteloze en misgunde manier dienen.

In Romeinen 2:24 verklaart Paulus, dat de namen van God door de heidenen werd gelasterd vanwege het slechte voorbeeld van vele Joden. Het is duidelijk, dat het lasteren van Gods naam niet eenvoudig een zaak was van het onjuiste gebruik van het tetragram, omdat de Heidenen zelfs de Hebreeuwse uitspraak van JHVH niet kenden. Bovendien gebruikten de Joden uit de eerste eeuw nooit de heilige naam, zelfs niet onder elkaar. Wat de Heidenen echter wisten was, dat degenen die beweerden de ene ware Schepper God, de God van Israël, te vereren, niet veel verschilden van ieder in hun persoonlijke levens. Het slechte voorbeeld van vele Joden droeg ertoe bij, dat vele Heidenen tot oneerbiedigheid geleid werden aan de God van Israël.

De Apostelen en anderen uit de nieuwtestamentische periode gebruikten de taal van hun publiek om de Schepper en Zijn plan van behoud bij hen bekend te maken. Uit Handelingen 17:23 weten wij, dat Paulus een altaar zag toen hij in Athene was met de inscriptie Agnosto Theo (De Onbekende God). Op de Mars Heuvel vertelde hij zijn Griekse publiek over de God die hun onbekend was, de soevereine Schepper. Paulus richtte zich tot Grieks sprekende in de Griekse taal - en hij gebruikte Griekse termen om de Levende God te beschrijven. Er was niets inherent heidens in de Griekse woorden, die God aanduidden, zelfs niet als de Grieken diezelfde woorden gebruikten om "goden" te beschrijven, die geen goden waren. Jeremia 31:32 haalt de Schepper aan, die zei dat Hij een Heer (ba'al) was geweest voor Israël. Het woordba'al betekent "meester" en wordt in het Oude Testament diverse keren vertaald als "echtgenoot" (Hetgeen meester van het huis betekent). Het werd bij de Heidenen ook gebruikt als een naam voor hun valse god, maar dat weerhield de geïnspireerde profeet Jeremia niet om het woord correct te gebruiken om de Schepper te beschrijven.

Nergens in het Nieuwe Testament lezen wij dat de Apostelen hun niet-Hebreeuwse en Aramees sprekend publiek instrueren, dat zij in de verering van de ware God uitsluitend de Hebreeuwse namen moesten gebruiken. Wij zien duidelijk dat de Apostel Paulus de Griekse namen voor God gebruikt toen hij in Athene het evangelie predikte. De discipelen werden in het Grieks sprekende Antiochië voor het eerst Christenen genoemd (Handelingen 11:26), afgeleid van het Griekse equivalent van Messias - de Gezalfde. Dit kan alleen betekenen, dat bij de Griekse sprekers, Griekse namen werden gebruikt net zoals zij Aramees en Hebreeuws in Judea zouden hebben gebruikt. Verder is het Nieuwe Testament in het Grieks aan ons overgeleverd en dit is precies wat wij moeten verwachten, omdat het grootste deel uitsluiten geschreven was voor een Grieks sprekend publiek. Degenen, die het uitsluitend gebruik van Hebreeuwse namen voor God onderwijzen moeten concluderen, dat ELK NIEUWTESTAMENTISCH MANUSCIPT onbetrouwbaar moet zijn. Jezus Christus zegt evenwel in Markus 13:31, dat hoewel hemel en aarde voorbij zullen gaan, Zijn woorden dit nooit doen.

Het is belangrijk om Gods namen, die Zijn eigenschappen en karakter beschrijven, te vertalen in een taal die door ons publiek begrepen wordt. Het stelt het gehoor in staat om te begrijpen wie de ware God en Verlosser van de mensheid werkelijk is. In Matteüs 6:9 onderwees Christus ons om tot onze Vader in de hemel te bidden: "Uw naam worde geheiligd". (Matteüs 6:9) Te heiligen is vereren, toewijden of apart zetten. Hoe moeten wij dan de naam van onze Schepper heiligen? Wij doen dat door onze woorden en onze daden. Wij moeten in elk aspect van onze levens liefde, eer en eerbied tonen voor onze Maker, die ons naar Zijn Gezin leidt.

In plaats van bijgelovig te zijn over de Hebreeuwse klank van de naam van de Schepper moeten wij Hem waarlijk eren en voor Hem leven. Wij moeten ons richten op de BETEKENIS van Zijn namen en titels en wat deze openbaren over Degene, die wij aanbidden. Door dit te doen zullen wij onze Vader en onze Oudere Broeder behagen en eren en ons voorbereiden om Hun naam voor altijd te dragen. (Openbaring 3:12)