De opzienbarende boodschap in dit boekje zal de komende jaren grote invloed op u hebben en eveneens op uw eeuwige toekomst.

Ze is van levensbelang

Deze informatie is eeuwenlang onderdrukt, maar het is informatie die u dient te weten!


Dit boekje bevat werkelijk schokkende informatie, voor degenen die ogen hebben om te zien en oren om te horen. Het laat de verregaande gevolgen zien voor de toekomst van onze beschaving. Maar de feiten die het bevat zijn steeds opnieuw met bewijsstukken gestaafd door gezaghebbende historici en zelfs veel theologen. Ze berusten niet op de een of andere uit de lucht gegrepen theorie of visie.

Het snel tot ontwikkeling komende effect van valse religie zal ook uw leven binnen de komende tien jaar ingrijpend beïnvloeden  –  in veel sterkere mate dan u zich waarschijnlijk kunt voorstellen. Deze onthullende informatie is namelijk niet alleen voor ‘godsdienstige mensen’ – ze is voor iedereen. Het leven van iedereen zal er spoedig door geraakt worden.

Wij allen dienen onszelf af te vragen: Hoe ben ik ertoe gekomen te geloven wat ik nu geloof over religie, moraal en het hele doel van het menselijk bestaan? Als mijn vrienden en ik gewoon blind zijn meegegaan met de algemeen geaccepteerde ideeën, is het dan niet waarschijnlijk dat de meeste andere mensen dat ook hebben gedaan? Is het mogelijk dat wij blindelings valse godsdienstige ideeën hebben geaccepteerd, die in feite de manier waarop al onze samenlevingen zich hebben ontwikkeld diepgaand hebben beïnvloed – het soort rechts-, onderwijs- en godsdienstsystemen die wij hebben uitgedacht en die wij voor vanzelfsprekend aannemen?

Heeft u zich deze fundamentele vragen ooit gesteld?

Als er een werkelijk bestaande God is en als de Bijbel Zijn geïnspireerde openbaring voor de mensheid is, dan zouden we nauwkeurig moeten nadenken over wat de Bijbel in duidelijke bewoordingen over deze kwesties zegt, want de Bijbel zegt heel specifiek: “Beproef [“toetst”, NBG’51; “onderzoekt”, Leidse Vert.] alle dingen, behoud het goede” (1 Thessalonicenzen 5:21).

Steeds weer opnieuw laat de Bijbel duidelijk zien dat de meeste mensen misleid zijn. In zijn beschrijving van het einde der tijden  wordt de duivel als volgt beschreven door de apostel Johannes: “En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen” (Openbaring 12:9). De meer dan twee miljard ‘christenen’ in de belangrijkste kerkgenootschappen maken deel uit van de ‘hele wereld’ die Johannes beschrijft – en velen van hen zijn dus misleid! Deze mensen en hun predikanten hebben niet de bedoeling kwaad te doen, want een misleid iemand weet immers niet dat hij misleid is. Het is belangrijk dit onderscheid goed te begrijpen.

Ik ben dus niet ‘gemeen’ door het bovenstaande te schrijven, want de hemelse God gebiedt mij de waarheid te prediken en ik kan u niet van dienst zijn als ik domweg aardige gemeenplaatsen met u deel en doe alsof ‘alles goed’ is terwijl alles niet goed is. Wij naderen nu namelijk het einde van 6.000 jaar menselijke geschiedenis onder de invloed van Satan de duivel – die door Jezus Christus de “vorst van deze wereld” werd genoemd (Johannes 14:30).

Oprechtheid is niet genoeg

Ik ben me er goed van bewust dat duizenden van u die dit boekje zullen lezen heel oprecht zijn in hun wens om christen te zijn. U denkt echt dat de godsdienst waarin u opgroeide en die u praktiseerde is wat Jezus Christus en de apostelen onderwezen. Veel geestelijken geloven dat ook. U bedoelt het goed.

Wat u dient te beseffen is dat miljarden andere mensen hebben geleefd en zijn gestorven zonder ooit enige vorm van officieel christendom te hebben gekend of gepraktiseerd. De meerderheid van de wereldbevolking heeft nooitop geen enkel moment – het christendom beleden. En de meeste van deze mensen zijn ook heel ‘oprecht’ geweest – evenals u. Het is dus geen zaak van ‘oprechtheid’ of van het volgen van de meerderheid. Het is een zaak van het vinden van de zuivere waarheid betreffende het doel van het menselijk bestaan, en het vinden van de ware weg om dat schitterende doel te bereiken.

Is ‘oprechte’ godsdienstigheid genoeg? Nee! Alle godsdiensten zijn niet ‘gelijk’. Als u bereid bent voor uzelf te bewijzen dat de Ene grote Schepper de ware God is en dat de Bijbel Zijn geïnspireerde openbaring voor de mensheid is, dan moet u begrijpen dat er slechts één weg naar het eeuwige leven is. En die ‘weg’ is door de ware Jezus Christus van de Bijbel. De apostel Petrus zei: “Laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat. Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden” (Handelingen 4:10-12).

Heel weinig belijdende christenen hebben echter zelfs maar een begin van het besef van de enorme omvang van de misleiding die door Satan de duivel is georkestreerd. Zij vinden het moeilijk te bevatten dat Satan niet alleen de mensen in de heidense, niet-christelijke wereld heeft misleid, maar dat hij ook een vervalst christendom heeft uitgedacht en heeft opgedrongen aan miljoenen mensen die oprecht denken dat zij de Christus van de Bijbel navolgen. De apostel Paulus waarschuwde de Korinthiërs: “… ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is. Want als er iemand komt die een andere Jezus predikt, die wij niet gepredikt hebben, of als u een andere geest ontvangt dan die u ontvangen hebt, of een ander Evangelie, dat u niet aangenomen hebt, dan verdraagt u dat best” (2 Korinthiërs 11:3-4).

Inderdaad is een argeloze mensheid een andere Jezus aangepraat  –  een totaal andere ‘Jezus Christus’. Bedenk dat een vals briefje van 100 euro is ontworpen om zoveel mogelijk op een echt bankbiljet te lijken. De ogenschijnlijke overeenkomsten leiden de mensen er vaak toe de vervalsing te accepteren. Zo is het ook met Satan, de meesterbedrieger. Wees voor uw eigen welzijn alstublieft bereid te overwegen of ook u ertoe misleid bent aan te nemen dat u echt de Christus van de Bijbel en wat Hij werkelijk leerde navolgt, want uw Bijbel wijst er duidelijk op dat alleen ware christenen tijdens de komende holocaust – de Grote Verdrukking die door Jezus Christus werd beschreven – zullen worden beschermd.

Heel spoedig nu – binnen enkele jaren – zal de grote God van de hele schepping krachtiger dan ooit beginnen rechtstreeks in te grijpen. De natuurrampen die de laatste tijd de wereld teisteren zijn slechts een klein voorspel van wat God in deze laatste dagen zal gaan doen. Jezus Christus voorspelde specifiek: “… er zullen grote aardbevingen zijn in verschillende plaatsen, hongersnoden en besmettelijke ziekten. Er zullen ook verschrikkelijke dingen en grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden...”, “En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden” (Lukas 21:11, 25-26).

De grote God zal de aandacht van de mensheid krijgen. Hij zal degenen helpen die bereid zijn te begrijpen dat zij uit dit hedendaagse Babylon moeten komen (Openbaring 18:4) en zich van Satans maatschappij moeten losmaken.

Ook de apostel Paulus werd ertoe geïnspireerd ons te zeggen dat Satan de duivel letterlijk de “god” van de samenleving in deze wereld is. Paulus schreef: “… in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen” (2 Korinthiërs 4:3-4).

Het fundamentele uitgangspunt

Het fundamentele uitgangspunt van dit boekje is dat onze Schepper een heel echt bestaande duivel heeft toegestaan de afgelopen 6000 jaar het grootste deel van de mensheid volkomen te misleiden. Met als doel de gehele wereld te misleiden heeft Satan in feite een valse godsdienst gevestigd, maar de grote Schepper zal echter spoedig ingrijpen door Jezus Christus terug naar de aarde te zenden als “Koning der koningen en Heere der heren” (Openbaring 19:16). Wanneer Hij terugkeert, zal Christus Satan in een bodemloze put werpen, “… opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn” (Openbaring 20:3).

Een van de belangrijkste manieren waarop Satan de meeste mensen misleidt is hen te laten denken dat hij niet eens bestaat. Zo maken de mensen grapjes zoals ‘als je het over de duivel hebt . . .’, met  de gedachte erachter dat er toch geen werkelijke duivel bestaat. Zoals we hebben gezien noemde Jezus Christus Satan echter “de vorst van deze wereld”.

Hoe kwam Satan tot bestaan? Wat zijn zijn methoden van misleiding? En, vooral, op welke wijze heeft Satan de hele wereld misleid? Toen Jezus Christus ‘de profeet Daniël’ aanhaalde (Markus 13:14), beschouwde Hij die geschriften als Heilige Schrift. In het boek Daniël zien we bij een aantal gelegenheden geestelijke wezens – zowel engelen als demonen – beschreven.

Nadat Daniël had gevast om te trachten meer inzicht te verkrijgen, zond God een engel om hem te bemoedigen (Daniël 10:10-12). De engel gaf Daniël een opmerkelijke verklaring voor het feit dat het zo lang had geduurd om Daniëls gebeden te beantwoorden. “De vorst van het koninkrijk Perzië stond eenentwintig dagen tegenover mij, maar zie, Michaël, een van de voornaamste vorsten, kwam om mij te helpen toen ik daar achterbleef bij de koningen van Perzië. Ik ben gekomen om u inzicht te laten krijgen in wat uw volk in later tijd zal overkomen, want er is nog een visioen voor die dagen” (vv. 13-14).

Later gaf diezelfde engel meer details over de onzichtbare geestelijke wereld. “Toen zei hij: Weet u waarom ik naar u toe ben gekomen? Nu zal ik terugkeren om tegen de vorst van Perzië te strijden. En zodra ik ben vertrokken, zie, dan zal de vorst van Griekenland komen. Ik zal u echter vertellen wat is opgetekend in het Boek van de Waarheid – al maakt niet één zich met mij sterk tegen hen, behalve uw vorst Michaël” (vv. 20-21).

Deze passage gaat duidelijk over geestelijke oorlogen. Ze beschrijft de strijd die achter de wereldse aangelegenheden gaande is in de geestelijke wereld. Want Satan de duivel wordt beschreven als ‘de god van deze wereld’ die de ongelovigen “heeft verblind” (2 Korinthiërs 4:4).

Satan wordt ook “de aanvoerder van de macht in de lucht” genoemd, “de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid (Efeziërs 2:2). De engel die met Daniël sprak beschreef een strijd onder geestelijke wezens waarbij zelfs de grote aartsengel Michaël (zie Daniël 12:1) moest worden ingeroepen om te helpen.

Deze wereld, dit ‘tijdperk’ van bijna 6000 jaar vanaf Adam tot nu, is een maatschappij die nog steeds wordt gedomineerd door Satan de duivel en miljoenen gevallen engelen of ‘demonen’ die hem volgden in zijn opstand tegen de Schepper God.

‘Satan’ is niet zomaar een algemene term voor het kwaad. Satan is geen blinde kracht. Satan de duivel is een sterke geestelijke persoonlijkheid – oorspronkelijk door God geschapen als een cherub – die tegen God in opstand kwam. Zijn oorspronkelijke naam ‘Lucifer’ betekent ‘morgenster’ of ‘lichtbrenger’. Maar sinds zijn opstand heet hij echter ‘Satan’, dat ‘tegenstander’ betekent.

Zie Jesaja 14:12-15: “Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! En ú zei in uw hart: ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste. Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil!”

Hier zien we de machtige Lucifer die erop uit is God omver te werpen. Zijn grote capaciteiten en ijdelheid brachten hem ertoe met zijn Schepper te wedijveren.

In Ezechiël 28:1-16 beschrijft God eerst de menselijke prins van Tyrus. Dit was klaarblijkelijk iemand met grote capaciteiten en de grote leider – op het menselijke vlak – van dit ‘New York’ van de oude wereld. Vervolgens beschrijft Ezechiël de werkelijke ‘macht achter de troon’: de ‘koning’ van deze heidense stadstaat. Kijk maar: “Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed” (vv. 12-13). Hier zien we een persoonlijkheid die duizenden jaren vóór Tyrus bestond – in de ‘Hof van Eden’. Maar hij was een geschapen wezen (vs. 15), geen lid van de Goddelijke Familie.

Satan heeft een koninkrijk

Na zijn politieke gemarchandeer en gemanipuleer om volgelingen te winnen werd Satan van de ‘berg’ af ofwel uit het Koninkrijk van God geworpen. Openbaring 12:3-4 wijst erop dat Satan erin slaagde in deze opstand tegen God een derde van de engelen achter zich te krijgen. Deze gevallen engelen worden nu ‘demonen’ genoemd. Satan heeft nu letterlijk miljoenen gevallen engelen die zijn volgelingen zijn en heeft in die zin een ‘koninkrijk’ waarover hij in de geestelijke wereld regeert.

Mattheüs vertelt het verhaal van Jezus’ verzoeking door Satan, een zeer achterbakse persoonlijkheid. “Toen werd Jezus door de Geest weggeleid naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel” (Mattheüs 4:1).

Dit evangelieverslag waarschuwt ons dat Satan niet tegen het citeren van de Bijbel is. In feite had Satan het lef de Bijbel te citeren voor de Auteur van de Bijbel zelf, Jezus Christus! “Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad en zette Hem op het hoogste gedeelte van de tempel, en hij zei tegen Hem: Als U de Zoon van God bent, werp Uzelf dan naar beneden, want er staat geschreven dat Hij Zijn engelen voor U bevel zal geven, en dat zij U op de handen zullen dragen, opdat U Uw voet niet misschien aan een steen stoot” (Mattheüs 4:5-6).

Vervolgens bood Satan Jezus “… al de koninkrijken van de wereld… , met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt” (vv. 8-9).

Uiteraard kende Jezus de relevante geestelijke principes en paste als antwoord de juiste Bijbeltekst toe toen Hij zei: “Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen” (vs. 10). Jezus verkoos God te gehoorzamen en Zijn koninkrijk te ontvangen op Gods tijd en op Gods manier.

Later, toen Jezus ervan werd beschuldigd Beëlzebub te gebruiken om demonen uit te werpen, zei Hij: “Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en geen enkele stad of geen enkel huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal standhouden. En als de satan de satan uitdrijft, dan is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe kan zijn rijk dan standhouden?” (Mattheüs 12:25-26).

Satan heeft dus een koninkrijk. Hij is de onzichtbare “god” van deze wereld (2 Korinthiërs 4:4). Hij is de voornaamste misleider van mensen en volken. “En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en Satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen” (Openbaring 12:9).

Satan is het geestelijke wezen dat een sterke invloed zal hebben op en wellicht tenslotte totale macht zal hebben over een toekomstige charismatische politieke dictator die een machtige wereldmacht zal verleiden, die zal verrijzen in een herleefd, militant, verenigd Europa – het ‘Babylon’ van de eindtijd. Satan zal de ‘god’ zijn die bezieling en macht geeft aan het valse religieuze systeem dat deze wereld-overheersende, economische en militaire macht zal ondersteunen. Geloof mij echter niet zomaar op mijn woord. Lees het zelf in de Bijbel.

Gods woord voorspelt dat dit toekomstige tirannieke systeem letterlijk zal worden geactiveerd door demonen:

Hierna zag ik een andere engel neerdalen uit de hemel. Hij had grote macht, en de aarde werd verlicht door zijn heerlijkheid. En hij riep uit met krachtige stem: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels. Want van de wijn van de toorn van haar hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen van de aarde hebben hoererij met haar bedreven, en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de kracht van haar losbandig leven. En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deel hebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen (Openbaring 18:1-4).

Satan zal deze toekomstige wereldleiders motiveren te strijden tegen Christus bij Zijn terugkeer als Koning der koningen en Heere der heren. Christus zal echter Satan onttronen en diens kwade heerschappij zal tot een zeker einde komen.

Satan de ‘vervalser’

Jezus veroordeelde de godsdienstleiders van Zijn tijd wegens hun hypocrisie. Deze kerkelijke figuren pretendeerden godvruchtig te zijn, maar weigerden de geestelijke bedoeling van Gods wet te volgen. Jezus schreef hun Satans eigen karakter toe, gebruikmakend van de analogie ‘zo vader zo zoon’, aangezien Satan hun vader was. De duivel liegt en moordt, waarom zou men dan verbaasd zijn als de kinderen van de duivel dat ook doen, door een misvormd evangelie van misleiding en onwaarheid te prediken?

Het is belangrijk te beseffen dat Satan de ‘vader der leugen’ is. Hij liegt en bedriegt de mensheid voortdurend en op sluwe wijze, en dat doen zijn dienaren ook. In feite wordt liegen voor mensen onder Satans invloed zo gewoon dat zij het vaak gemakkelijker vinden om te liegen dan de waarheid te vertellen!

Als onderdeel van zijn samenzwering om God te dwarsbomen en Zijn grote plan voor de mensheid teniet te doen heeft Satan zijn eigen dienaren. De apostel Paulus waarschuwde christenen voor het grote bedrog van Satan en zijn dienaren: “Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn naar hun werken” (2 Korinthiërs 11:13-15).

Satans dienaren lijken vaak op en klinken vaak zoals misleide mensen denken dat Christus’ dienaren zouden moeten klinken! Maar zij prediken ‘een andere Jezus’ en verkondigen ‘een ander evangelie’. Het is aan een ieder van ons individueel – ook aan u! – de Bijbel oprecht te bestuderen en te bewijzen wat Jezus en de eerste apostelen onderwezen en praktiseerden.

De twee Babylons

De Bijbel beschrijft specifiek niet één, maar twee ‘Babylons’. Niet lang na de zondvloed werd het ene ‘Babylon’ gesticht  –  de oude stadstaat gevestigd door een zekere “Nimrod” (Genesis 10:8-10). Het tweede Babylon is een modern systeem van kerk en staat dat wordt beschreven in Openbaring 17-18. De leiders daarvan zullen letterlijk strijden tegen Christus bij Zijn tweede komst (Openbaring 17:12-14)!

Denk daar eens over na! Honderden miljoenen mensen in dit ‘Babylon’ van de eindtijd zijn dermate misleid dat zij het lef zullen hebben om letterlijk de strijd aan te binden met de terugkerende Zoon van God en de hemelse legers!

Om te begrijpen hoe dit systeem, dat ‘Babylon’ wordt genoemd, is begonnen, moeten we teruggaan naar de vroegste dagen van de menselijke geschiedenis. In Genesis 10 – kort na de zondvloed – begon de mensheid zich weer te vermenigvuldigen. Ook wilde dieren vermenigvuldigden zich en de mensen hadden bescherming nodig. In die tijd werd een zoon van “Cusj” geboren. De Bijbel zegt: “En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE; daarom wordt gezegd: Als Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE. Het begin van zijn koninkrijk bestond uit Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land Sinear” (Genesis 10:8-10).

Deze “geweldig jager”, van wie wordt gezegd dat hij een sterk gebouwde man was, begon dus de mensen in steden bijeen te brengen om hen te beschermen en ook om hen onder zijn persoonlijke toezicht te plaatsen. Het begin van Nimrods rijk was “Babel” – Babylon. Vervolgens ging hij verder met steden te stichten en mensen samen te brengen in een relatie die hen het gevoel gaf ‘onafhankelijk’ van God te zijn – zonder behoefte aan Gods bescherming. Tenslotte begon de mensheid – die “… één taal en eendere woorden” had (Genesis 11:1) – een indrukwekkende wolkenkrabber of “toren” te bouwen, die de toren van “Babel” wordt genoemd (vv. 4-9).

God wist dat de mensheid, onder dit Babylonische systeem, zich snel van Hem verwijderde en al gauw wapens en middelen zou uitvinden om zichzelf te vernietigen. God zei: “Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn” (vs. 6). God wist dat het creatieve vermogen van het menselijk verstand dusdanig was dat de mensheid verschrikkelijke wapens zou uitvinden waarmee de aarde kon worden verwoest en dat daarmee Zijn plan de mensheid 6000 jaar de tijd te geven om de lessen van menselijk lijden te schrijven vroegtijdig, voordat Hij dat beoogde, zou kunnen worden afgebroken! Daarom kwam God om hun taal te verwarren en zo de mensen over de aarde te verspreiden.

Maar de geschiedenis en consistente, alomtegenwoordige verhalen en oude legenden van bijna alle volken wijzen erop dat het gedachtegoed en de godsdiensten, die door Nimrod en zijn verdorven vrouw Semiramis waren geïntroduceerd, tot op de dag van vandaag zijn blijven bestaan. Want na Nimrods dood beweerde Semiramis dat hij nu de ‘zonnegod’ was, Zoals Alexander Hislop schreef:

De Chaldeeuwse mysteriën kunnen worden getraceerd tot de dagen van Semiramis, die slechts enkele eeuwen na de zondvloed leefde, en van wie bekend is dat zij hun heeft doordrongen van het beeld van haar eigen verderfelijke en bezoedelde geest…. Die mooie en losbandige koningin van Babylon was niet alleen zelf een toonbeeld van ongebreidelde wellust en verdorvenheid, maar in de Mysteriën, die voor een belangrijk deel door haar waren gevormd, werd zij aanbeden als Rhea, de grote ‘MOEDER’ der goden, met afschuwelijke rituelen die haar identificeerden met Venus, de MOEDER van alle onreinheid; en zij bracht de stad waarover zij had geregeerd tot een negatieve uitnemendheid onder de volken, als de hoofdzetel van tegelijk afgoderij en gewijde prostitutie…. Aldus was deze Chaldeeuwse koningin een geschikt en treffend prototype van de ‘Vrouw’ in Openbaring, met in haar hand de gouden beker en op haar voorhoofd de naam “Geheimenis, het grote Babylon, de MOEDER van de hoeren en de gruwelen van de aarde.” Het apocalyptische zinnebeeld van de hoer met de beker in haar hand werd zelfs belichaamd in de symbolen van afgoderij die zijn afgeleid van het oude Babylon, zoals ze werden getoond in Griekenland; want zo werd de Griekse Venus oorspronkelijk voorgesteld (vertaald uit: The Two Babylons, pp. 5-6).

De valse godsdienst verbreidt zich

Dit Babylonische systeem van afgodische verering verbreidde zich over de gehele wereld naarmate de inwoners van de stad zelf werden verstrooid (Genesis 11:9). Toen deze mensen uit Babylon wegtrokken, namen zij hun verering van moeder en kind en ook de diverse ‘mysterie’-symbolen met zich mee. Herodotus, de wereldreiziger en historicus van de oudheid, was in veel landen getuige van de mysteriereligie en de rituelen ervan en schreef over hoe Babylon de voornaamste bron van kwaad was waaruit alle afgodische systemen voortvloeiden. Austin Henry Layard schreef in zijn bekende boek Nineveh and Its Remains dat we van de gewijde en profane geschiedenis het eensluidende getuigenis hebben dat afgoderij zijn oorsprong vond in het gebied van Babylonië. Alexander Hislop citeert in zijn hierboven genoemde buitengewone verhandeling deze en andere historici die dit punt bevestigen.

Later heeft het Romeinse Rijk de goden en religies van de landen waarover het heerste in zijn systeem ingepast. Aangezien Babylon de bron van dit heidendom was, is eenvoudig te zien hoe de vroege religie van Rome een vorm van Babylonische godsdienst was die zich in de landen waarheen deze was gegaan zich in verschillende gedaanten en met verschillende namen had ontwikkeld. In zijn goed gedocumenteerde boek Pagan & Christian Creeds: Their Origin and Meaning, schreef Edward Carpenter: “De overeenkomst van oude heidense legenden en geloofsopvattingen met de christelijke tradities was inderdaad zo groot dat ze de aandacht trokken en de onverholen toorn van de eerste christenen opwekten [die]... daar zij niet wisten hoe dit was te verklaren, terugvielen op de onschuldige theorie dat de duivel… de heidenen, eeuwen daarvoor, bepaalde geloofsopvattingen en gebruiken had doen aannemen” (p. 25).

Carpenter citeert ook Tertullianus, een vroege ‘kerkvader’ die leefde van ca. 160 – 220 A.D. als hij zegt dat “de duivel door de mysteries van zijn afgoden zelfs het grootste deel van de goddelijke mysteries imiteert”.

Verder merkt Carpenter op: “Ook Cortez… klaagde dat de Duivel de Mexicanen echt hetzelfde had onderwezen als God aan het christendom”. De beroemde Spaanse ontdekkingsreiziger concludeerde dat de oorspronkelijk heidense inwoners van Mexico al dezelfde heidense rituelen praktiseerden en veel van dezelfde heidense geloofsopvattingen hadden die de rooms-katholieke kerk had geassimileerd!

Aangezien de gebruiken van de hedendaagse kerken niet dezelfde zijn als die van de vroege ware Kerk die in het Nieuwe Testament zijn vastgelegd, is het belangrijk te weten of er een doelbewuste vermenging is geweest van valse heidense praktijken met de ware leringen van Christus, de apostelen, en de Bijbel. Veel historici, zoals Edward Gibbon, hebben gewezen op de verandering die werd teweeggebracht door de grote aantallen heidenen die de vroege christelijke Kerk binnenstroomden en hun heidense gewoonten en geloofsopvattingen met die van de Kerk vermengden (zie The History of the Decline and Fall of the Roman Empire, hoofdstuk 15).

Merk op hoe de hedendaagse kerken dus zijn voortgekomen uit dezelfde wortel als het heidendom. Satan heeft een heel systeem van ‘vervalst christendom’ gecreëerd. Op sluwe wijze heeft hij ijdele godsdienstleiders ertoe geleid volstrekt heidense ideeën, begrippen en praktijken in het ‘christendom’ in te voeren. Aangezien het woord ‘christendom’ op de buitenkant van het pakket is gestempeld, nemen de meeste mensen aan dat de religie van Jezus Christus wordt aangeboden. Zij beseffen vrijwel niet dat volkomen valse opvattingen over God, over Jezus Christus en Zijn boodschap, over het doel van het eeuwige leven en over de weg naar het eeuwige leven zijn verpakt in een verpakking die ‘christendom’ heet. Het is echter een vervalst christendom dat het grootste deel van de mensheid heeft afgesneden van de ware God en voor zeer veel verwarring, leed en dood heeft gezorgd!

Let op deze fragmenten uit Carpenters Pagan and Christian Creeds: “Intussen heeft de christelijke kerk zichzelf streng afgezonderd gehouden van deze speculaties, als de vertegenwoordigster uiteraard van een unieke en goddelijke openbaring die weinig betrokken of geïnteresseerd was in zodanig heidendom; en heeft zij het grote publiek in zo’n mate weten te overtuigen van haar eigen goddelijke uniekheid dat weinig mensen, zelfs tegenwoordig, beseffen dat zij uit precies dezelfde wortel als het heidendom is voortgekomen en dat zij verreweg het grootste deel van haar doctrines en rituelen daarmee deelt” (Carpenter, pp. 11-12).

Ten tijde van het leven of de vastgelegde verschijning van Jezus van Nazareth, en gedurende enkele eeuwen daarvoor, was de mediterrane en aangrenzende wereld het toneel geweest van een groot aantal heidense geloven en rituelen. Er waren oneindig veel tempels gewijd aan goden als Apollo of Dionysus bij de Grieken, Hercules bij de Romeinen, Mithra bij de Perzen, Adonis en Attis in Syrië Frygië, Osiris en Isis en Horus in Egypte, Baäl en Astarte bij de Babyloniërs en Carthageniërs, enzovoort. Samenlevingen, groot en klein, verenigde gelovigen en de vromen in de eredienst of ceremoniën verbonden met hun respectieve godheden, en in de geloven die ze beleden met betrekking tot deze godheden. En een buitengewoon interessant feit, voor ons, is dat ondanks grote geografische afstanden, en raciale verschillen tussen de aanhangers van deze diverse culten, alsook de verschillen in de details van hun erediensten, waren de algemene kenmerken van geloofsovertuigingen en ceremoniën – zo niet identiek – zo duidelijk vergelijkbaar (p. 20).

Niet alleen leken deze heidense geloofsopvattingen en ceremoniën die al eeuwen vóór Christus’ komst bestonden opmerkelijk veel op elkaar, ze leken ook op die van het ware christendom – een feit dat niet als toevallig kan worden beschouwd. Als voorbeeld hiervan: van elf belangrijke godheden uit zeven landen werd geloofd dat ‘deze goden’ allemaal of bijna allemaal op of rond Kerstmis waren geboren, uit een maagdelijke moeder, in een ondergrondse grot en dat zij een leven van hard werken leidden voor de mens. Zij werden lichtbrengers genoemd, genezers, middelaars en verlossers. Er werd gedacht dat zij door de machten der duisternis waren overwonnen, neergedaald in de hel of de onderwereld, dat zij waren herrezen en pioniers van de mensheid voor een hemelse wereld waren geworden (pp. 21-23).

Carpenter schrijft verder: “Er is geen doctrine in het christendom waarvoor de aanhangers van die godsdienst meer eerbied hebben, of hoger achten, dan dat God Zijn enige Zoon offerde voor de verlossing van de wereld… hier zou men gemakkelijk kunnen denken hebben we een geloof… dat in ieder geval uniek is en speciaal voor die kerk. En toch doet zich het buitengewone feit voor dat een soortgelijk geloof in alle oude godsdiensten naar voren komt, en teruggevoerd kan worden naar de vroegste tijden (p. 131). Deze opvallende gewoonten leken zozeer op de waarheid dat ze sterk doen vermoeden dat er een leidende kracht achter moet hebben gezeten. Een vervalst christendom werd gecreëerd door de onzichtbare ‘god’ van deze wereld die door Jezus Christus de “vader” van de leugen werd genoemd (Johannes 8:44).

De Da Vinci Code

Het is duidelijk dat met zulke uitgesproken overeenkomsten met het feitelijke christendom, zoals blijkt uit het voorbeeld van de elf goden van zeven landen, dit onderwerp onbevooroordeeld zou moeten worden benaderd om te zien of er ook vandaag nog een versmelting van heidendom met het ware christendom bestaat.

Dan Browns De Da Vinci Code  – stond vele maanden in of aan de top van de bestsellerlijsten. Miljoenen waren in de ban van deze fascinerende roman. Wat is er zo ongewoon aan?

Hoewel een roman – met fictie en dwaling – kan het boek de lezer aanzetten tot het besef dat er onder de oppervlakte van onze godsdienstige ideeën en gebruiken heel wat meer schuilgaat dan doorgaans wordt opgemerkt. Er zijn in De Da Vinci Code drie hoofdpersonen: Sophie Neveu, een begaafde Franse cryptologe; Robert Langdon, een symboliekdeskundige van Harvard; en Leigh Teabing, een voormalige historicus van het Britse koninklijk huis.

Laten we ‘luisteren’ naar hun gesprek over de oorsprong van wat de wereld tegenwoordig ‘christendom’ noemt:

‘Historici [zegt Teabing] staan nog steeds versteld over de briljante manier waarop Constantijn de zon aanbiddende heidenen tot het christendom heeft bekeerd. Door heidense symbolen, datums en rituelen te versmelten met de groeiende christelijke traditie, creëerde hij een soort hybride godsdienst die voor beide partijen aanvaardbaar was’.

‘Magische transformatie’, zei Langdon. ‘De sporen van heidense religie in de christelijke symboliek zijn niet te ontkennen. Egyptische zonneschijven werden de aureolen van de katholieke heiligen. Afbeeldingen van Isis, die haar op wonderbaarlijke wijze verwekte zoon Horus de borst geeft, werden de blauwdruk voor onze hedendaagse beelden van de maagd Maria met het kindje Jezus. En vrijwel alle elementen van het katholieke ritueel – de mijter, het altaar, de lofprijzing en de communie, de handeling van het ‘eten van God’ – zijn rechtstreeks afkomstig uit vroegere heidense religies’.

Teabing kreunde. ‘Vraag een symboliekdeskundige nooit naar christelijke symbolen. Niets in het christendom is origineel. De pre-christelijke god Mithras – die de zoon van God en het Licht van de Wereld werd genoemd – was geboren op 25 december, stierf, werd begraven in een rotsgraf, en stond na drie dagen weer op. 25 december is trouwens ook de geboortedag van Osiris, Adonis en Dionysus. De pasgeboren Krishna kreeg goud, wierook en mirre. Zelfs de wekelijkse christelijke rustdag is van de heidenen gestolen’.

‘Hoezo?’

‘Oorspronkelijk,’ zei Langdon, ‘nam het christendom de joodse Sabbat in acht en was zaterdag de heilige dag, maar Constantijn heeft die dag verschoven om deze samen te laten vallen met de dag van de zonverering van de heidenen.’ Hij zweeg even en grijnsde. ‘Tot op de dag van vandaag gaan de meeste kerkgangers op zondagochtend naar de kerk zonder te weten dat ze daar zijn vanwege het wekelijkse eerbetoon aan de heidense zonnegod: de zondag’. (The Da Vinci Code, hoofdstuk 55).

De historische Waarheid

’Maar dat is allemaal fictie!’, zult u misschien zeggen. ’Waar haalt deze auteur al die vreemde ideeën vandaan? Ik weet zeker dat mijn godsdienst geheel en al op de Bijbel is gebaseerd!’

Beste lezer, wees er niet al te zeker van.

De Bijbel zelf zegt ons: “Beproef [of: ‘onderzoek’, ‘toets’, ‘bewijs’] alle dingen, behoud het goede” (1 Thessalonicenzen 5:21). De feitelijke waarheid is – en ik daag u uit dit te bewijzen – dat deze passage van Dan Browns boek op degelijke feiten berust, want de ene historicus na de andere erkent dat het oorspronkelijke christendom van Jezus en de apostelen binnen enkele eeuwen na Jezus’ dood ingrijpend werd veranderd. Zo schreef de bekende historicus Will Durant:

Het christendom maakte geen einde aan het heidendom; het heeft het geadopteerd. De ‘ziel’ van het Griekse denken, die stervende was, kwam door transmigratie tot leven in de theologie en liturgie van de Kerk; de Griekse taal, die eeuwenlang de wijsbegeerte had beheerst, werd het voertuig van de christelijke literatuur en rituelen; de Griekse mysteriën gingen over in het indrukwekkende mysterie van de mis. Andere heidense culturen droegen bij aan het syncretistische resultaat; Uit Egypte kwamen de ideeën van een heilige drie-eenheid... en een persoonlijke onsterfelijkheid van beloning en straf; uit Egypte kwamen de aanbidding van Moeder en Kind, en de mystieke theosofie die het neoplatonisme en het gnosticisme voortbracht en de christelijke geloofsleer verduisterde; daar vond ook het christelijke kloosterwezen zijn voorbeelden en zijn bron. Uit Frygië kwam de verering van de Grote Moeder.... Het Mithraïstische ritueel leek zo sterk op het eucharistische offer van de mis dat christelijke kerkvaders de duivel ervan beschuldigden dat hij deze overeenkomsten had uitgevonden om zwakke geesten te misleiden. Het christendom was de laatste schepping van de oude heidense wereld.... [De eucharistie] was al lang een door de tijd geheiligd idee; de heidense geest had geen scholing nodig om die te accepteren; door het belichamen van het ‘mysterie van de mis’ werd het christendom de laatste en grootste van de mysteriereligies (Will Durant, The Story of Civilization,, Vol. 3, pp. 595, 600).

Paul Johnson, een devoot katholiek, is een van de vele gerespecteerde historici die openlijk erkennen dat de Bijbelse zevendedags Sabbat, die door Christus en de oorspronkelijke apostelen werd gehouden, werd veranderd.

Veel christenen maakten geen duidelijk onderscheid tussen deze zonnecultus en die van henzelf. Zij verwezen naar Christus als ‘met Zijn wagen door de hemel rijdend’, zij hielden hun diensten op zondag, knielden naar het oosten en hadden hun geboortefeest op 25 december, de geboortedag van de zon bij de winterzonnewende. Tijdens de latere herleving van het heidendom onder keizer Julianus vonden veel christenen het eenvoudig afvallig te worden vanwege deze verwarring; de bisschop van Troje zei tegen Julianus dat hij altijd heimelijk tot de zon had gebeden. Constantijn gaf de zonaanbidding nooit op en behield de zon op zijn munten. Hij maakte de zondag tot een dag van rust (A History of Christianity, pp. 67-68, nadruk toegevoegd).

Wat gebeurde er na Constantijn? De alom gelezen religieuze mainstream auteur Jesse Lyman Hurlbut verklaart:

De vormen en ceremoniën van het heidendom slopen geleidelijk de eredienst binnen. Sommige van de oude heidense feesten werden met een verandering van naam en verering feesten van de kerk. Rond het jaar 405 na Chr. begonnen beelden van heiligen en martelaren in de kerken te verschijnen, aanvankelijk als gedenktekens, daarna werden ze achtereenvolgens vereerd, geadoreerd en aanbeden. De aanbidding van de maagd Maria was een vervanging van de verering van Venus en Diana; het heilig Avondmaal werd een offer in plaats van een herdenking; en de ouderling evolueerde van een prediker in een priester... de kerk en de staat werden één toen het christendom werd aangenomen als de godsdienst van het rijk, en uit dit onnatuurlijke verbond rezen twee kwaden, één in de oostelijke, het andere in de westelijke provincies. In het oosten domineerde de staat de kerk totdat de staat alle energie en verheffend leven verloor. In het westen eigende de kerk, zoals we zullen zien, zich geleidelijk de macht over de staat toe, en het resultaat was geen christendom, maar een min of meer corrupte hiërarchie die de volken van Europa beheerste en van de kerk hoofdzakelijk een politieke machine maakte (The Story of the Christian Church, pp. 79-80).

Een modern ‘Babylon’ gecreëerd

Waar leidt dit alles nu naartoe? We hebben zojuist de stelling van Hurlbut gelezen dat de officiële christelijke kerk van de middeleeuwen ‘hoofdzakelijk een politieke machine’ was. De kerk was doordrenkt van heidense ideeën, doctrines en gebruiken. Hebben de leiders van de protestantse Reformatie de belijdende christelijke kerk werkelijk teruggeleid ‘op het spoor’ naar het “geloof dat eenmaal [“eens-voor-al”, Leidse vertaling] aan de heiligen overgeleverd is” (Judas 3) – terug naar het ware christendom van Jezus en de oorspronkelijke apostelen? Hoe oprecht ook, de protestantse hervormers namen grotendeels de mentaliteit van anti-wet, anti-gehoorzaamheid mee die zij in hun opstand tegen ‘Moeder Rome’ hadden opgedaan. Evenals Rome waren zij nog altijd verwikkeld in een heidens systeem van valse doctrines, heidense feestdagen en onjuiste ideeën over God, die God zelf beschrijft in Openbaring 17:4-5: “En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels, en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij. En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: Geheimenis, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.”

Met deze vorm van ‘christendom’ als staatsgodsdienst ‘bekeerden’ massa’s voormalige heidenen zich. Velen deden dat meer uit gemak dan uit overtuiging, en behielden privé hun oude geloofsopvattingen. Anderen kwamen tot het nieuwe syncretistische geloof zonder kennis van de geloofsopvattingen ervan en alleen in staat het meest elementaire onderricht te ontvangen.

‘Babylon’ is een symbool van verwarring. De vorming van de rooms-katholieke kerk en vervolgens de latere opkomst van tientallen ‘dochter’-kerken hebben beslist een geestelijke malaise van tegenstrijdige denominaties, doctrines, geloofsbelijdenissen en gebruiken voortgebracht – allemaal zogenaamd ‘christelijk’. Toch komt geen enkele ervan maar in de verste verte overeen met de christelijke leer die de oorspronkelijke apostelen en de vroege Kerk van God decennialang na de dood van Jezus van Nazareth volgden. Ze hebben allemaal tientallen heidense ideeën en gebruiken behouden, die de vroege Kerk volkomen vreemd zouden zijn geweest. Satan heeft inderdaad een meesterwerk verricht met het creëren van een vervalst christendom.

Hoewel Alexander Hislop tot aan zijn dood protestants schijnt te zijn gebleven, wees hij er nauwkeurig op – met behulp van veel historische documentatie – dat de moderne rooms-katholieke kerk een voortzetting is van het oude Babylonische mysteriesysteem, en dat haar godsdienstige feesten en de meeste van haar gebruiken rechtstreeks van de Babylonische religie en haar priesterschap werden overgenomen. Hislop laat ten dele de verbinding zien met de ‘dochter’-kerken die uit Rome zijn voortgekomen, maar klaarblijkelijk was hij blind voor de volledige betekenis van wat er met het hedendaagse ‘christendom’ gebeurd is.

In het begin van The Two Babylons legt Hislop de fundamentele stelling voor die hij verder volledig documenteert:

Het is al lang bekend dat het pausdom gedoopt heidendom is; maar God maakt nu duidelijk dat het heidendom dat door Rome werd gedoopt, in al zijn wezenlijke elementen, hetzelfde heidendom is dat in het oude letterlijke Babylon heerste, toen Jehova voor Cyrus de tweebladige koperen poorten opende en de ijzeren tralies van elkaar scheidde.... Haar oordeel komt nu duidelijk haastig naderbij; en naarmate het nadert maakt de Voorzienigheid van God, in overeenstemming met het Woord van God, door licht dat vanuit alle hoeken binnenvalt, het steeds duidelijker dat Rome inderdaad het Babylon van [het boek] Openbaring is; dat het wezenlijke karakter van haar systeem, de grote objecten van haar eredienst, haar feesten, haar leer en regels, haar riten en ceremoniën, haar priesterschap en haar orden, allemaal zijn afgeleid van het oude Babylon, en dat, ten slotte, de paus zelf waarlijk en strikt genomen de regelrechte vertegenwoordiger van Belsazar is. In de strijd die is geleverd tegen de heersende aanspraken van Rome heeft men het te vaak voldoende geacht louter haar aanmatigende grootspraak te weerleggen en af te wijzen dat zij de moeder en meesteres van alle kerken is – de ene Katholieke Kerk, buiten wier schoot er geen verlossing is. Als er al ooit een verontschuldiging was om op een zodanige wijze met haar om te gaan, zal deze verontschuldiging nu niet langer standhouden. Als het standpunt dat ik heb uiteengezet kan worden gehandhaafd, moet zij geheel worden ontdaan van de naam van christelijke kerk; want als het een kerk van Christus was die op die nacht bijeenkwam, toen de priester-koning van Babylon, te midden van zijn duizend vorsten, ‘de goden van goud, zilver, hout en steen’ (Daniël 5:4) prees, dan is de kerk van Rome gerechtigd de naam van christelijke kerk te dragen, maar anders niet. Dit zal voor sommigen ongetwijfeld een zeer schokkend standpunt zijn; maar het is juist het oogmerk van dit werk om dit aan te tonen; en laat de lezer voor zichzelf oordelen of ik geen overvloedige bewijzen aanvoer om mijn standpunt te staven (pp. 2-3).

Later beschrijft Hislop hoe de katholieke ‘biecht’ aan het heidendom werd ontleend, waarbij priesters een groter gezag over de gewone leden kregen. Hij legt uit dat de heidense feesten Kerstmis en Pasen eeuwen nadat Christus de volledige waarheid aan zijn apostelen had geopenbaard in het ‘christendom’ werden geïntroduceerd.

Inderdaad wordt door de meeste geleerde en openhartige schrijvers van alle partijen erkend dat de dag van de geboorte van onze Heer niet kan worden vastgesteld en dat binnen de christelijke kerk een feest als Kerstmis tot de derde eeuw onbekend was en dat het pas laat in de vierde eeuw veel gevierd werd. Hoe stelde de Roomse Kerk dan de 25e december vast als de dag van Kerstmis? Welnu, als volgt: Lang voor de vierde eeuw, en lang voor het christelijke tijdperk zelf, werd er onder de heidenen op precies die tijd van het jaar een feest gevierd ter ere van de geboorte van de zoon van de Babylonische koningin des hemels; en men mag redelijkerwijs aannemen dat, teneinde de heidenen gunstig te stemmen en het aantal nominale aanhangers van het christendom te doen toenemen, hetzelfde feest werd geadopteerd door de Roomse Kerk, waarbij het alleen de naam van Christus kreeg. Deze neiging van de christenen om het heidendom halfweg tegemoet te komen werd al heel vroeg ontwikkeld (p. 4).
Inderdaad.

Het heidendom halfweg tegemoet komen “werd al heel vroeg ontwikkeld”, schrijft Hislop. Maar God zei duidelijk tegen onze voorvaderen: “U mag u de weg van de heidenvolken niet aanleren, en u niet ontstellen door de tekenen aan de hemel, omdat de heidenvolken zich daardoor ontstellen. Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig: het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt, vakwerk met de bijl. Met zilver en met goud maken ze het mooi, met spijkers en met hamers zetten ze het vast, zodat het niet kan wiebelen” (Jeremia 10:2-4). Niettemin blijven hedendaagse kerkgangers juist dat doen – en plakken dan brutaalweg de naam ‘christelijk’ op deze verpakking van heidense geloofsopvattingen en gebruiken. Degenen die oprecht zijn geïnteresseerd in de basale geschiedenis van deze relatie tussen het oude Babylon en het hedendaagse belijdende christendom zouden, indien mogelijk, zulke boeken als The Two Babylons van Hislop, Pagan and Christian Creeds van Carpenter en The Golden Bough van James Frazer en dergelijke historische en theologische werken moeten lezen. Als u ervoor openstaat, is het betrekkelijk eenvoudig voor uzelf te bewijzen dat het moderne ‘christendom’ gewoon een voortzetting is van de oude Babylonische religie, met de naam ‘christelijk’ als stempel aan de buitenkant.

Zijn de protestanten ‘uit’ Babylon ‘gekomen’?

Veel conservatieve protestantse en orthodoxe kerkleiders en theologen zullen het er helemaal mee eens zijn dat de rooms-katholieke kerk inderdaad een voortzetting van ‘Babylon’ is. Zij zijn heel bekend met het feit dat de meeste vroege protestantse leiders Rome duidelijk hebben geïdentificeerd met het “Babylon” en de ‘grote hoer’ die in Openbaring 17-18 worden beschreven.

Maar wat is in de wereld van vandaag de werkelijke basis van de protestantse kerken zelf? Waarom precies kwamen de vroege leiders ervan in opstand tegen het gezag van de rooms-katholieke kerk? In hoeverre zijn zij verantwoordelijk voor het ‘verdeelde christendom’ van vandaag?

Zijn de protestantse hervormers erin geslaagd de door hen gestelde doelen te bereiken? Belangrijker nog, de kwestie waar het om gaat is of de protestantse hervormers en hun opvolgers erin zijn geslaagd terug te keren naar “het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is” (Judas 3).

Ieder van ons dient het idee te onderzoeken dat “de Bijbel alleen de godsdienst van de protestanten is” (William Chillingworth, The Religion of Protestants a Safe Way to Salvation, p. 375). In hun voortdurende bevestiging van de Bijbel als “de geïnspireerde regel van geloof en praktijk” (George Howe, A Discourse on Theological Education, p. 220) hebben de protestantse leiders zich verplicht in alle opzichten de godsdienst van Jezus Christus en zijn apostelen na te volgen.

Vrijwel alle geleerden erkennen dat dr. Martin Luther de belangrijkste en oorspronkelijke grondlegger van het protestantisme was. Luther verwierp echter constant het gezag van de Bijbel als het hem zo uitkwam – ook al ontkende hij dat vaak.

Het is opmerkelijk dat bij het afwijzen van de leer der transsubstantiatie Luther het absolute gezag van de Bijbel inzake geloof en praktijk aangeeft. Hij verklaarde: “Want dat wat wordt beweerd zonder het gezag van de Schrift of bewezen openbaring mag worden gezien als een opinie, maar er is geen verplichting die te geloven.... Transsubstantiatie... moet worden beschouwd als een bedenksel van de menselijke rede, aangezien die noch op de Schrift noch op gezond redeneren berust” (Documents of the Christian Church, eds. Henry Bettenson and Chris Maunder, p. 210).

Als Luther dit type Bijbelse toetsing maar op al zijn doctrines had toegepast, dan zou de wereld er vandaag misschien heel anders hebben uitgezien! Want toen hij ervan werd beschuldigd het woord ‘sola’ (alleen) te hebben ingevoegd in Romeinen 3:28, antwoordde hij hooghartig, zoals geciteerd door de historicus Johannes Alzog: “Mocht uw paus zich ook maar even nutteloos ergeren aan het woord sola, dan kunt u meteen antwoorden: Het is de wil van dr. Martin Luther dat het zo moet zijn” (Manual of Universal Church History, vol. 3, p. 199). En het is wel goed om hierbij aan te tekenen dat er nooit een andere reden voor zulke on-Bijbelse veranderingen als deze is gegeven. Als het aankwam op zijn persoonlijke doctrinaire overtuigingen, was Martin Luther waarlijk een eigenwijs man.

Aangaande het beoordelen van een mens of een beweging zei Jezus: “Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen” (Mattheüs 7:20). De historicus Henry C. Vedder vertelt over de instructie die Martin Luther aan de Duitse vorsten gaf toen er van de boeren, die oprecht zijn opstand tegen Rome hadden gevolgd, duizenden zelf tegen die arrogante vorsten in opstand kwamen:

Rebellie is geen verachtelijke moord, maar is als een groot vuur dat een land verteert en verwoest; dus oproer brengt een land vol moord en bloedvergieten voort, maakt weduwen en wezen en vernietigt alles als de grootste ramp. Daarom moet wie ook maar kan een opstandig mens neerslaan, wurgen en doodsteken, heimelijk of publiekelijk, daarbij niet vergetende dat er niets giftiger, kwaadaardiger en duivelser is dan een zodanig rebels individu. Evenals men een hondsdolle hond moet afmaken; niet tegen hem vechten want hij zal tegen u vechten, en een heel land met u.

Laat de civiele macht met vertrouwen doorgaan en toeslaan zolang zij een spier kan bewegen. Want dit is het voordeel: de boeren hebben een slecht geweten en onwettige goederen en wanneer daarom een boer wordt gedood, heeft hij lichaam en ziel verloren en gaat hij voor altijd naar de duivel. Het burgerlijk gezag echter heeft een rein geweten en wettige goederen en kan met een volkomen zeker hart tegen God zeggen: ‘Zie, mijn God, Gij hebt mij tot vorst en heer aangesteld, daarover kan ik niet twijfelen, en Gij hebt mij het zwaard toevertrouwd tegen wie kwaad doen (Romeinen 13:4).... Daarom zal ik straffen en neerslaan zolang ik een spier kan bewegen; Gij zult oordelen en uw goedkeuring geven’.... Dit zijn zulke wonderlijke tijden dat een vorst eenvoudiger de hemel kan verwerven door bloed te vergieten dan anderen met gebeden. (The Reformation in Germany, pp. 428, 430, nadruk toegevoegd).

Wel mogen we onszelf afvragen: Als dit de woorden van een door God gezonden hervormer zijn, wat is dan de maatstaf van ware religie? Zijn dit de woorden van iemand die door de heilige Geest van God wordt geleid? Gebruikte de opgestane Christus deze man om Zijn ‘kleine kudde’ te reinigen?

Het is waar dat Luther en Calvijn persoonlijke religieuze motivaties hadden. Luthers geest werd door een onafgebroken schuldgevoel gekweld. Met zijn extreme nadruk op behoud door geloof alleen, probeerde hij vertwijfeld een systeem te bedenken waarin er voor de wet van God en de rechtvaardigheid van God geen plaats zou zijn.

Luthers persoonlijke geestelijke onrust zou echter weinig effect op Duitsland of de wereld hebben gehad als hij geen beroep had gedaan op de politieke en financiële instincten van de Duitse vorsten. En “het is juist om te zeggen dat de motieven die tot de Lutherse opstand leidden in grote mate eerder seculier waren dan geestelijk” (Alfred Plummer, The Continental Reformation in Germany, France and Switzerland from the Birth of Luther to the Death of Calvin, p. 9).

Vooral met zijn hardnekkige nadruk op geloof alleen en zijn afwijzing van talloze Bijbelteksten die de noodzaak van gehoorzaamheid onderwijzen, was Luther een koppige, eigenwijze man.

De Bijbel leert dat “… zonde… de wetteloosheid” is (1 Johannes 3:4). Dit is duidelijk een verwijzing naar de Tien Geboden – de geestelijke wet die door de vinger van God zelf is geschreven. De geïnspireerde Jakobus legt uit: “Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden. Immers, Hij Die gezegd heeft: U zult geen overspel plegen, heeft ook gezegd: U zult niet doodslaan. Als u dan geen overspel bedrijft, maar wel doodslaat, bent u toch een wetsovertreder geworden. Spreek zó en handel zó als mensen die geoordeeld zullen worden door de wet van de vrijheid” (Jakobus 2:10-12).

Welke wet verbiedt overspel en doodslag? Het is duidelijk dat Jakobus het over de Tien Geboden heeft. Hij besluit door ons te zeggen dat we volgens deze wet moeten spreken en handelen en de woorden van Jezus Christus stemmen daarmee overeen, want toen een jongeman Hem kwam vragen wat de weg naar het eeuwige leven is, zei Hij: “… wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht”, en Hij noemde vervolgens enkele van de Tien Geboden op (Mattheüs 19:16-19).

De directe parallel met de leringen van Jezus Christus totaal negerend, verklaarde Luther hoogmoedig over het boek Jakobus: “Vergeleken met de brieven van St. Paulus is dit in waarheid een brief van stro; hij bevat absoluut niets dat iemand doet denken aan de stijl van het evangelie” (Johannes Alzog, History of the Church, vol. 3, p. 39Vol. III, p. 208). Luther wees koppig het hele boek Jakobus af omdat het niet strookte met zijn doctrines!

Met zijn afwijzing van de eerste vijf boeken van de Bijbel verklaarde Luther: “Wij wensen Mozes te zien noch te horen. Laten we Mozes aan de Joden overlaten, aan wie hij was gegeven om te dienen als een Saksische Spiegel [een middeleeuws rechtsboek]; hij heeft niets gemeen met heidenen en christenen en we zouden geen notitie van hem moeten nemen” (Alzog p. 39).

Aangezien Luther Mozes zag als iemand die had te maken met Gods wetwelke door Luther werd gehaat – wilde hij met de geïnspireerde geschriften van Mozes ‘niets te maken hebben’!

Maar omdat Luthers favoriete schrijver de apostel Paulus was, vragen we ons af hoe Luther reageerde op Paulus’ geïnspireerde woorden aan Timotheüs dat “… u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid [‘behoud’], door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven…” (2 Timotheüs 3:15-16). Bedenk dat alleen de oudtestamentische Geschriften nog maar waren geschreven toen Timotheüs een kind was.

Daar Luther ‘geen notitie’ wenste te nemen van Mozes, zouden we hem kunnen herinneren aan de beschrijving van de apostel Johannes van de zegevierende heiligen van God die “… het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam…” zongen (Openbaring 15:3). Maar Luthers eigen geschriften antwoorden prompt: “Ik zie de openbaringen van Johannes noch als apostolisch noch als profetisch” (Jules Michelet, The Life of Luther, p. 273). Hij zou hieraan wellicht toevoegen: “Iedereen mag zijn eigen oordeel over dit boek vormen; ik voor mij voel er een aversie tegen, en voor mij is dit voldoende reden het af te wijzen” (Alzog, p. 39).

Het is een feit dat Martin Luther moedwillig het gezag van elk boek in de Bijbel waartegen hij een ‘aversie’ voelde verwierp.

Misschien kunnen we nu de werkelijke betekenis van de godsdienstige verwarring van onze tijd begrijpen. De hedendaagse protestanten hebben van Luther – als de belangrijkste leider van de Reformatie erkend – een geest van eigenzinnigheid geërfd en een neiging het alomvattende gezag van Gods woord te verwerpen.

De historicus George P. Fisher schreef over Luther: “In het handhaven van riten en gebruiken had hij geen expliciete goedkeuring van de Schrift nodig. Het was genoeg dat ze niet waren verboden, en dat ze geschikt en nuttig waren. Zijn aversie tegen het breken met de hoofdzaken van het Latijnse christendom inzake de leer is even duidelijk” (History of Christian Doctrine, p. 283).

In Luthers eigen woorden: “Niemand kan ontkennen dat wij alle dingen overeenkomstig… de oude kerk houden, geloven, zingen en belijden, dat wij er niets nieuws in brengen en er evenmin iets aan toevoegen en in dit opzicht behoren wij tot de oude kerk en zijn wij er één mee” (Thomas M. Lindsay, A History of the Reformation, vol. 1, p. 468).

Door hun eigen verklaringen is dus bewezen dat de protestanten zichzelf slechts als een voortzetting van de historische katholieke kerk beschouwden, maar onder een andere en ‘gezuiverde’ vorm. Luther zelf bevestigt krachtig hun wezenlijke eenheid met de katholieke kerk!

Met betrekking tot Calvijn schreef Fisher: “Hij ontkende niet dat de christelijke genootschappen die de paus erkennen ‘kerken van Christus’ zijn... Hij ontkent verontwaardigd dat hij uit de kerk was gegaan” (History of Christian Doctrine, p. 304). Philip Schaff wees op Calvijns beschrijving van de historische roomse kerk: “Daar het onze huidige bedoeling is de zichtbare kerk te behandelen, kunnen we zelfs van de titel van moeder leren, hoe nuttig en zelfs noodzakelijk het voor ons is haar te kennen” (History of the Christian Church, vol. 8, p. 450).

De vasthoudendheid van protestantse leiders aan hun fundamentele eenheid met de rooms-katholieke kerk, en hun identificatie van haar als hun ‘moeder’-kerk is zeer veelzeggend.

God identificeert de rooms-katholieke kerk

Martin Luthers vroegste nieuwtestamentische vertalingen bevatten veel illustraties waarin de rooms-katholieke kerk wordt aangeduid als de ‘hoer van Babylon’. Over deze veelal zo begrepen interpretatie zegt Roland Bainton: “Het gevallen Babylon is duidelijk Rome” (Here I stand, p. 340).

Talloze protestantse boeken, pamfletten en traktaten doen tegenwoordig diezelfde identiteitsvaststelling. Ze brandmerken de rooms-katholieke kerk als de “grote hoer” van Openbaring 17.

Maar het moet worden toegegeven dat de meeste protestantse confessionele schrijvers met deze identificatie zijn opgehouden. Na het publiceren van die Bijbeledities, pamfletten en traktaten, kwamen zij plotseling tot het pijnlijke besef dat zij het over zichzelf hadden, want de corrupte roomse ‘moeder’-kerk heeft hoerendochters gebaard. Als de duidelijke principes van Bijbelse identificatie eerlijk worden toegepast, zijn de protestantse kerken ‘hoerendochters’ van een heidens, afvallig Rome.

Zij gingen in protest uit haar weg. Maar, zoals we duidelijk hebben gezien, behielden ze de meeste van haar heidense doctrines en ideeën. Ze volgen nog steeds Romes voorbeeld van het zich mengen in de politiek en oorlogen van deze wereld. En we hebben overvloedig protestants bewijs gezien dat zij haar erkennen als hun ‘moeder’-kerk.

De protestantse historicus Rufus Jones schreef dat Luther “een Kerk begon die bestond uit degenen die geloof en geestelijke visie hadden, en die bekwaamheid en kracht aan de dag legden in de verkondiging van het Woord van God. Maar in werkelijkheid liet hij een groot overblijfsel van de oude geloofsopvattingen volop in werking, een veelomvattend ‘restant’ van bijgeloof, traditie en magie, en een zware erfenis van externe autoriteit” (The Church’s Debt to Heretics, p. 228).

Met andere woorden, de protestanten houden nog steeds vast aan veel heidense doctrines en tradities die zij van Rome hebben geërfd. We hebben gezien dat sommige van die valse tradities de heidense feestdagen waren die de vroege katholieken overnamen en christelijk klinkende namen gaven. Deze dingen moeten goed worden onderzocht.

De protestantse kerken worden door de almachtige God duidelijk geïdentificeerd als de ‘hoerendochters’ van het afvallige Rome!

Sprekend over dit hele Babylonische systeem beveelt God: “… Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deelhebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen” (Openbaring 18:4).

De kwestie is of we onze Maker wel of niet zullen gehoorzamen.

Wat staat ons binnen afzienbare tijd te wachten?

Al deze informatie is niet alleen maar een filosofisch argument tegen louter heidense gebruiken – hoe belangrijk ook. Begrip van deze dingen kan ook helpen oprechte en ijverige christenen te beschermenals zij in actie zullen komen – tegen de komende ‘holocaust’ die in de Bijbel wordt omschreven als de ’grote verdrukking’. De briljante auteur Adrian Hilton beschrijft de achtergrond van wat er momenteel gaande is:

Jezus had gezegd dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereldorde is, en Hij sprak er veel over dat de wereld en de Kerk tot aan Zijn terugkeer met elkaar in conflict zouden zijn. Het was pas toen Constantijn een proces van syncretisme in gang zette dat christenen de aard van het beest dat zich ontwikkelde begonnen te begrijpen. De joodse Sabbat op zaterdag werd vervangen door Constantijns edict dat werken op ‘de eerbiedwaardige dag van de zon’ [zondag] verbood, en de viering van het Pascha werd onwettig verklaard – op straffe des doods. Het werd vervangen door ‘Pasen’ [‘Easter’ in het Engels, Ned. red.], dat werd gevierd op een zondag en de erfenis was van een Babylonische cultus gewijd aan de godin Isjtar. Het roomse pseudo-christendom deed vele trouwe gelovigen de bergen van Europa en Klein-Azië in vluchten om aan vervolging en dood te ontkomen, en daar gingen zij verder, buiten het zicht van de wereld, als de ware kerk van Christus. De meerderheid van de christenen had echter een groot ontzag voor de alomvattende invloed van de nieuwe eenheid. Er was één keizerrijk onder één keizer, die de ene kerk leidde onder de ene God. Veel gelovigen begonnen zich af te vragen of zij het concept van het koninkrijk van God niet verkeerd hadden begrepen – het kon zijn dat het de kerk zelf was of zelfs het gekerstende keizerrijk. Zo werd de noodlottige vereniging van kerk en staat bekrachtigd – een verbintenis die de ontwikkeling van Europa gedurende vele komende eeuwen vorm zou geven….

Even doorslaggevend voor het proces van federalisering is de erosie van de verrichtingen van de Reformatie. Zelfs sommige prominente evangelische christelijke leiders hebben deze historisch belangrijke stap van God voorgesteld als een van de grootste tragedies die de kerk ooit zijn overkomen en stellen dat de protestanten ‘de eenheid van het christendom hebben vernietigd’. Zij laten na de ware aard van het pauselijke godsdienstsysteem te noemen, de diepte van de geestelijke duisternis waarin het zijn volgelingen houdt en de diametrale tegenstelling ervan met het ware Bijbelse christendom. Eenheid, schijnt het, is belangrijker dan waarheid. Het concept van het christendom, hoe on-Bijbels zijn praktijk ook, lijkt er meer toe te doen dan de nationale grenzen tussen het ene vorstendom en het andere, ongeacht de vrijheden die die grenzen verdedigen.

Op zijn bezoek in Oostenrijk in 1983 sprak de paus zich uit tegen de ‘nationale en kunstmatige grenzen’ in geheel Europa. Hij voegde eraan toe:

‘De Europeanen moeten de bedreigende internationale confrontaties van staten en allianties te boven komen, en een nieuw verenigd Europa scheppen van de Atlantische Oceaan tot de Oeral’.

In 1988 ging hij door op dit thema toen hij het Europese Parlement in Straatsburg toesprak; een gelegenheid waarbij velen zich afvroegen waarom een vermeend geestelijk leider het onderwerp van politieke eenheid aansneed. In 1991 vatte de Sunday Telegraph de plannen van de paus voor de ‘evangelisatie’ van Europa samen. De krant stelde:

‘Hij bereidt zich er kalm op voor om de mantel aan te doen waarvan hij heilig gelooft dat deze zijn goddelijk recht is: dat van nieuwe Heilige Roomse Keizer, die regeert van de Oeral tot de Atlantische Oceaan’ (The Principality and Power of Europe, pp. 23-24, 36-37).

‘Babylon’ nieuw leven ingeblazen

Zoals de Britse Sunday Telegraph berichtte, sprak paus Johannes Paulus II zijn wens uit om over een nieuw Heilig Rooms Rijk te ‘regeren’. Een kwarteeuw later was er, toen paus Franciscus voor de Raad van Europa sprak op 25 november 2014, weinig veranderd. De paus benadrukte voor de gedelegeerden het belang van Europa’s religieuze (rooms-katholieke) wortels: “Deze wortels dienen te worden gezocht, gevonden en behouden door een dagelijkse geheugentraining, want zij vertegenwoordigen het genetisch erfgoed van Europa” (“Address of Pope Francis tot he Council of Europe”, Vatican.va). Het is geen toeval dat in een Europees rijk dat dit ‘geestelijk erfgoed’ herontdekt de katholieke opperpriester een positie met unieke invloed zou bekleden. Maar zou zo’n rijk werkelijk een ‘Heilig’ Rooms Rijk zijn? Of zou het in feite een herleving zijn van een oud, heidens, Babylonisch systeem van kerk en staat, een systeem dat door God wordt veroordeeld? Dit is niet zomaar een ongegronde vraag, want de Bijbel profeteert dat een dergelijke terugkeer naar Europa’s wortels zal gaan plaatshebben!

In een profetie voor onze tijd beschrijft de profeet Jesaja een hedendaagse maagdelijke ‘dochter’ van het oude Babylon, die haar eigen volk zou ontheiligen (Jesaja 47:1-9). God beschrijft dit moderne Babylon duidelijk als de “… gebiedster [“koningin”, SV] van de koninkrijken” (vs. 5). Vervolgens zegt God: “U zei: Ik zal voor eeuwig gebiedster [“koningin”, SV] zijn. Tot nog toe hebt u deze dingen niet ter harte genomen, u hebt niet aan het einde ervan gedacht. Nu dan, hoor dit, genotzuchtige, die zo onbezorgd woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand anders dan ik, ik zal niet als weduwe neerzitten of verlies van kinderen kennen. Maar deze beide dingen zullen u overkomen in een ogenblik, op één dag: verlies van kinderen en weduwschap. Ze zullen in volle omvang over u komen, vanwege uw vele toverijen en uw zeer talrijke bezweringen” (vv. 7-9).

Merk op hoe enkele van deze uitspraken exact worden gebruikt tegen het moderne Babylon dat zal strijden tegen Christus bij Zijn tweede komst. “Overeenkomstig de maat waarin zij zichzelf heeft verheerlijkt en losbandig heeft geleefd, geef haar naar die maat pijniging en rouw. Want in haar hart zegt zij: Ik zit als een koningin en ben geen weduwe en ik zal zeker geen rouw zien. Daarom zullen op één dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt” (Openbaring 18:7-8).

Dit is het spoedig komende systeem van kerk en staat in Europa, dat zich uiteindelijk zal keren tegen de volken van Amerikaanse en Britse afkomst [en sommige volken van Noordwest-Europa, NL-red.] en de Grote Verdrukking zal teweegbrengen! Het zal een herleving van het oude Babylon zijn, met zijn priesterkasten, heidense rituelen en doctrines, en met volstrekte minachting voor Gods geboden. Het zal een vernuftige vervalsing van het ware christendom zijn. Toch zal het voor miljoenen mensen het echte lijken.

Waarom?

Omdat de grote meerderheid van de belijdende christenen niet oprecht de Bijbel bestudeert. Zij graven er niet echt in en trachten niet alle dingen te ‘bewijzen’, zoals God gebiedt. Daarom zullen zelfs veel evangelische christenen, inclusief hun geestelijken, uiteindelijk meegaan in de euforie over dit machtige Babylonische systeem, want het zal deel uitmaken van de ‘oecumenische beweging’. Het zal een logische stap lijken.

Denk aan de woorden van Jezus: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden” (Mattheüs 7:13-14).

De Jezus Christus van uw Bijbel gaf ook de volgende krachtige waarschuwing: “Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” (Mattheüs 7:21-23).

De pracht en praal, de muziek, de ceremoniën en de intimiderende macht van dit komende Babylonische systeem zullen zeer indrukwekkend zijn. Maar alleen degenen die oprecht Gods wil doen en Zijn geboden houden – alle tien – zullen in het spoedig komende koninkrijk van Christus zijn. “Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen” (Openbaring 14:12).

Aan het eind van Zijn geïnspireerde woord zegt onze Schepper duidelijk: “Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan. Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet” (Openbaring 22:14-15). De religieuze toverij en de afgoderij van het Babylonische systeem zal miljoenen mensen verlokken. De grote meerderheid zal die weg volgen. Maar de bovenstaande passage waarschuwt iedereen die “de leugen liefheeft en doet.” Het onderricht van het moderne ‘Babylon’ zit vol leugens, misverstanden en heidense gebruiken. Satan is buitengewoon slim geweest in het creëren van een vals christendom dat zoveel op het oorspronkelijke lijkt dat ontelbare miljoenen mensen erdoor zijn misleid. Zij die deze heidense valse godsdienst volgen, zullen de volle toorn van hun Schepper ondervinden wanneer de bazuinplagen en de zeven laatste plagen over een opstandige wereld worden uitgestort (Openbaring 8, 9, 16).

Toch beschrijft Gods Woord de tijdelijke welvaart en macht van dit systeem: “… Want uw kooplieden waren de groten van de aarde. Door uw tovenarij immers werden alle naties misleid. En het bloed van profeten en heiligen en van allen die geslacht zijn op de aarde, is in deze stad gevonden” (Openbaring 18:23-24). En hoe zal het eindigen? “En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden” (vs. 21).

U moet in actie komen

God waarschuwt: “… Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels” (Openbaring 18:2). Daarna gebiedt God: “… Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deel hebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen” (vs. 4).

In dit boekje hebben wij kort laten zien dat vrijwel alle godsdiensten hun oorsprong in ‘Babylon’ hebben. De Oosterse en Afrikaanse godsdiensten hebben veel van dezelfde heidense en valse ideeën over God en over verlossing, die uit de oorspronkelijke verering van Nimrod en zijn overspelige vrouw Semiramis zijn ontwikkeld. Het officiële belijdende ‘christendom’ is door deze heidense ideeën aanzienlijk beïnvloed en verwaterd.

Waar u ook bent, wie u ook bent, wij dringen er bij u op aan oprecht de heilige Bijbel te bestuderen, de geïnspireerde openbaring die God aan de mensheid heeft gegeven. Lees alstublieft voor uw eigen bestwil de Bijbel niet alleen voor een goed gevoel of om te versterken wat u reeds gelooft. Leer de Bijbel oprecht te bestuderen en zie wat het boek werkelijk en herhaaldelijk zegt over de ware aard van de Schepper God, over het eeuwige leven, en over de ware weg naar het eeuwige leven. Als u oprecht geïnteresseerd bent en bereidwillig om deze dingen te bewijzen, kunt u ons behulpzame en fundamentele boekje Herstel van het oorspronkelijke Christendom online aanvragen. Eveneens, als u bereid bent de tijd te nemen om te studeren, vraag dan onze Bijbelstudiecursus aan. Deze cursus is absoluut gratis en ook al onze boekjes en lectuur zijn gratis. Wij vragen u alleen dat u tijd en mentale energie steekt in het bestuderen van deze materialen, deze zorgvuldig met de Bijbel zelf te vergelijken en echt voor uzelf te bewijzen waar de waarheid werkelijk wordt onderwezen.

Wij zullen de profetische gebeurtenissen die zich momenteel ontvouwen en leiden tot de herleving van Babylon – en de komst van het Koninkrijk van God – blijven uitleggen. Deze boodschap zal niet populair zijn. Wij zullen geïntimideerd, verguisd en vervolgd worden omdat we u de zuivere waarheid brengen over wat er werkelijk in de wereld gebeurt. Maar we mogen niet bang zijn de volle waarheid bekend te maken over het authentieke Christendom en over de afvalligheid ertegen gericht door Satan de duivel, want de levende God is niet blij met dwazen en lafaards.

“Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood” (Openbaring 21:7-8). Satans valse christendom moet worden ontmaskerd en begrepen, en men moet zich ervan bekeren!

Moge God u helpen te handelen naar deze boodschap nu u de gelegenheid nog hebt. Moge God u helpen voor uzelf te bewijzen wat de Bijbel werkelijk zegt en te ontdekken  –  en te vervullen  –  wat het ware doel van uw leven is.